Het neo-liberale ideaal van een kleine, faciliterende overheid vindt veel navolging onder gemeenten. Aangejaagd door teruglopende inkomsten doen gemeenten er alles aan om af te slanken en taken terug te leiden naar de markt. Hoewel de reorganisaties elkaar in hoog tempo opvolgen, wordt het ideaal van een efficiëntere overheid die dicht op de burger werkt in de praktijk nog nauwelijks bereikt. Hoe komt dat?
In hun pogingen efficiënter te worden grijpen overheidsmanagers terug op klassieke sturingsmodelen die hun oorsprong vinden in het (Amerikaanse) bedrijfsleven. Die modellen schrijven schaalvergroting en standaardisering voor als recept voor efficiency. Via de grote consultancy bureaus, zoals Deloitte, E&Y en McKinsey, vindt dit recept zijn weg naar de publieke sector. Het leidt tot e...
Overigens is het de kloof Tussen burger en overheid, of het overbruggen van de kloof met de burger.
Hoofdstuk 2 van het et-cetera principe van Thijs Homan gaat nog dieper in op het ontstaan van de sturing van management in grote bedrijven en overheidsorganisaties. hij grijpt zelfs terug naar het humanisme en het samenvoegen van kosmos en polis tot kosmopolisdenken. Maw de huidige modellen zitten zo diep ingesleten in de samenleving en in organisaties dat het mijn inziens wel wat meer vraagt dan het stellen van randvoorwaarden en het zorgen voor integraliteit. Misschien is deze complexe samenleving niet integraal te sturen? en moeten we modelmatig denken en wetenschappelijk onderbouwde modellen loslaten? Vraag is durven we dat? En waar leidt dat toe?