Gemiddeld scoren en toch elke dag een volle bak

Wat mij betreft een voorbeeld van een toptent: Van der Valk. Verguisd omdat er alleen maar oude mensen zouden komen eten en door het woord “vreetschuur???. Maar de toekan doet het goed en lijkt een beetje in te druisen tegen elke marketingwet, die zegt dat onderscheidend vermogen essentieel is. Onderscheidend, die formule van Van der Valk? Niet echt. En het product? Wel goed, maar niet onderscheidend. Laagste prijs? Nee. Geweldige promotie? Nee. Sterker nog, deze keten doet bijna niets aan promotie. Supervriendelijk personeel? Niet echt. Ook geen onvriendelijk personeel, maar gewoon normale, goede bediening. Dit bedrijf lijkt zo goed te scoren omdat het op alle p’s een voldoende scoort en omdat je altijd krijgt wat je verwacht.

De plaats is altijd prima, aan een snelweg of een provinciale weg. Parkeren (lijkt wel een zelfstandige p te worden de laatste tijd, want steeds belangrijker) kan altijd voor de deur. Waar andere bedrijven eruit springen op één bepaalde p, scoort Van der Valk op alle p’s gewoon een voldoende. En deze keten lijkt daarmee te bewijzen dat je ook zonder echt onderscheidend vermogen elke dag een volle tent kunt hebben. Want wanneer je er ook binnenkomt, het is vrijwel altijd druk.

En waarom gaat het dan zo goed met Van der Valk? Volgens mij is het de no-nonsense mentaliteit die de doorslag geeft. En dit komt voor een groot deel doordat Van der Valk een familiebedrijf is. Gewoon goed eten, goede porties voor een goede prijs, goede en snelle bediening. Geen fratsen is een slogan die door Van der Valk zo kan worden overgenomen van C1000. En volgens mij voelen daardoor zoveel Nederlanders zich thuis bij Van der Valk. Want het credo “doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg??? is in Nederland met onze calvinistische inslag nog steeds erg populair. En dat credo is volgens mij precies van toepassing op Van der Valk.