De relatie werkgever-werknemer is altijd een onderwerp van discussie geweest waarin de uitzonderingen - die de regel bevestigen - worden overbelicht. Is een vast contract de ideale vorm van samenwerking of juist het meest flexibele contract dat per dag (of zelfs per uur!) kan worden opgezegd? Uiteraard ligt de waarheid in het midden. Maar in plaats van te zoeken naar een jaartje meer flexibiliteit of juist een jaartje meer ontslagbescherming, kan beter worden gezocht naar een juiste balans tussen rechten en plichten voor zowel de werkgever als de werknemer.
Als wordt gesproken over het vaste contract dan zal de werkgever altijd de werknemer noemen die "ooit" na het verkrijgen van een aanstelling voor onbepaalde tijd veranderde in een luie collega die bij elke loopneus zichzelf ziek melde. ...
Er zal denk ik een overgangsfase komen. Trek de parallel met het Nieuwe werken. Als medewerkers de vrijheid krijgen om te kiezen waar en wanneer zij kunnen werken, dan krijg je een opdeling in de groep die gewoon altijd op kantoor blijft komen. De groep die af en toe op kantoor komt en af en toe elders werkt en de groep die vrijwel nooit meer op kantoor is te zien. Mogelijk dat je dit beeld ook in de arbeidsverhouding gaat zien, met een groep die gewoon een vast contract wil houden. Een groep dit een parttime verbinding zoekt en daarnaast zelfstandig werkt en een groep die voor volledige zelfstandigheid gaat.
Ik denk dat het vooral de werknemer moet zijn die op dit moment moet beseffen dat deze ruimte in onze (vergrijzende) arbeidsmarkt gaat ontstaan. Een ruimte die hem meer vrijheid gaat leveren in zijn keuze. En die keuze zal bepalend zijn voor de onderlinge rechten en plichten in de arbeidsverhouden. En het bedrijf moet ook beseffen, dat zij straks een groot deel van de mensen niet meer kan binden met een vast contract. Zij zal iets anders moeten gaan doen om mensen te bewegen voor hun te komen werken.