ISO 26000 is in 2010 gepubliceerd en nu al zijn er allerlei onterechte claims in de markt over handelen conform deze standaard. ‘Dat mag helemaal niet’, haast ISO zich te melden. Wie de richtlijn gelezen heeft weet dit, want het staat er duidelijk in. Toch zijn er certificerende instellingen in de wereld die dit aan hun laars lappen en eigenwijs toch ISO 26000-certificering aanbieden. Met als het bittere gevolg om daarna door ISO op de vingers getikt te worden. Wat betekent dat ze hun certificaten moeten intrekken.
Voor de klanten die het certificaat afgenomen hebben is dit dubbel zuur, want ze zijn dan en het certificaat kwijt en, als ze pech hebben, ook hun centen. Eigenlijk is dat gewoon eigen schuld dikke bult, want dan had de klant zelf beter ISO 26000 moeten lezen.Naast deze illegale certificaten zijn er ook nog subtielere claims die niet deugen. Dit zijn de gevallen waarin een organisatie geen illegaal certificaat heeft afgenomen, maar wel een zekere formulering in een persbericht heeft opgenomen. Je mag namelijk niet beweren dat je ‘conform ISO 26000′ werkt. Ook in dit geval wordt je stevig door ISO op de vingers getikt. Zo daarvoor bijvoorbeeld KLM/Air France. Je kunt ISO 26000 slechts ‘toepassen’, want het is een richtlijn en geen norm.
Roep om erkenning
De wildgroei van illegale certificaten ISO 26000 en het groeiend aantal (goede en foute) persberichten waarin organisaties aangeven ”iets met ISO 26000 te doen”, komt voort uit de roep van organisaties om erkenning van hun MVO-inspanningen. Bedrijven die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen, willen dit natuurlijk ook als toegevoegde waarde vermarkten en daarmee een voorsprong halen.
Spagaat
Hoe deze erkenning het beste te krijgen? Bedrijven in Nederland zitten in een spagaat. ISO 26000 zelf biedt deze erkenning niet, want er bestaat geen (legaal) certificaat. De MVO Prestatieladder levert wel een mooi certificaat op, maar verliest het op inhoud van ISO 26000. De zelfverklaring ISO 26000 van NEN moet aan de roep om erkenning van ISO 26000 voldoen en daarmee de spagaat sluiten voor de bedrijven. Of dit gaat lukken is nog de vraag. Hoeveel waarde heeft een zelfverklaring? Een bedrijf stelt deze immers zelf op, mede met de intentie om orders en aanbestedingen te winnen. Inkopende bedrijven willen snel een indruk krijgen van de MVO inspanningen bij (potentiële) leveranciers. Als het even kan zonder daarvoor alle stukken die achter de zelfverklaring liggen door te moeten spitten.
Kortom, de zelfverklaring heeft alleen toegevoegde waarde in de markt als er een vorm van externe, onafhankelijke toetsing is geweest. Dit klinkt al snel als certificering, maar dat kan ook een andere vorm krijgen. Wat het dan wel wordt, staat op dit moment nog open. Toetsing door één stakeholder, toetsing op ‘compleetheid’ door NEN (en dus niet juistheid want dan schuif je teveel op naar de conformiteitsclaim!) of toetsing door een externe deskundige. Alles kan nog. De komende tijd zullen de bedrijven flexibel moeten blijven want de spagaat is voorlopig nog niet opgelost!
Door Manon Baurdoux, senior adviseur MVO en managementsystemen bij Beco.
www.beco.nl
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO