'Vertrouwen in de economie = vertrouwen in jezelf?'

Regelmatig horen we in éeen of twee zinnen de conclusie op een interview dat een bureau gehouden heeft. Zo kwam deze week het bericht dat 'PVV stemmers het minste vertrouwen hebben in (herstel van) de economie'. Over de kwaliteit van de vragen, de doelgroep, de participatiegraad en andere nuances, ga ik hier niet in. Maar de vraag is: 'Waarover hebben de mensen nu eigenlijk hun visie gegeven ? En…wat moeten we hiermee, wat betekent dit?'

Volgens de officiële definities is 'Economie' een wetenschap die zich bezighoudt met keuzes van mensen. Het valt onder de sociale wetenschappen of gedragswetenschappen. Vanuit het Grieks vertaald betekent het letterlijk: huishoudkunde.

Economie is een wereldwijd fenomeen en door de verbondenheid tussen de deelgebieden, is het ook een erg complexe materie. Het is altijd fijn om je mening te mogen geven, dit is menselijk, maar ........ een enquête houden over een wetenschap ??? Dus betekent Economie in de praktijk kennelijk iets anders….

Vertrouwen in?

Het Franse werkwoord ‘faire des economies’ betekent bezuinigen. In de Nederlandse volksmond wordt economie eerder geassocieerd met eigen welvaart.

Zou de vraag dan betekenen : Vertrouw je erop dat jouw eigen welvaart gaat groeien ? En..... groeit die dan dankzij anderen of dankzij jouzelf ?

Oftewel….....:  Heb jij vertrouwen in jezelf?

Uiteindelijk… de economie zijn we samen. In een collectief heeft iedereen invloed en heeft iedereen verantwoordelijkheid. Met een positieve houding kun je al positief beïnvloeden : zo simpel is de eerste stap, zo krachtig kun je zijn ! Daar kun je op vertrouwen.

Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen

Probeer het Pro-abonnement een maand gratis

En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.

Word een PRO