Het heerlijke van op zondagochtend sporten is dat, terwijl ik me aan het zweet aan het werken ben op de cardio apparaten, ik kijk naar het programma Brain Games op National Geographic. Vandaag was er een dubbele aflevering en één daarvan ging over het verschil in de hersenen van mannen en vrouwen. De mannen waren beter in ruimtelijk inzicht en het inpakken van een auto. De vrouwen waren beter in het opvolgen van instructies en het onthouden van gezichten. De strijd eindigde daardoor in een gelijk spel: 2 – 2.
Het programma bleef me de hele dag bezig houden en ik vroeg me af wat de verschillen zijn tussen vrouwelijk en mannelijk leiderschap.
Nu heb ik het afgelopen jaar veel managers/leiders getraind en één van de dingen die me opviel was dat veel van de mannelijke managers rond de 25 jaar zich kwetsbaar opstellen als een ultieme zwakte percipiëren. Als ze zichzelf daarvoor geen toestemming geven, dan geven ze het al helemaal niet aan hun medewerkers. Het bijzondere is dat ze het wel als een uitdaging zien om beter met de mensen te leren omgaan aan wie ze leiding geven. Ze willen absoluut een veilige en ondersteunende omgeving bouwen waarin medewerkers zich kunnen ontplooien en het beste uit zichzelf halen. Ze hebben, waarschijnlijk door gebrek aan een rolmodel, geen gevoel en idee rond het tonen van empathie. Het vermogen om te (h)erkennen, ervaren en sensitief omgaan met de gevoelens van anderen is nauwelijks ontwikkeld.
In gesprek met hun komen ze er rond voor uit dat wanneer ze zich kwetsbaar voelen ze zichzelf juist meer gaan beschermen. Dat uit zich in bot en agressief gedrag. Daarmee trekken ze een veiligheidsmuur rond zichzelf op. Als ik ze vraag wat er gebeurt als ze zich wel kwetsbaar opstellen, vertellen ze dat ze denken dat anderen dan over hun heen gaan lopen of dat ze het eigenlijk niet weten.
Na coachgesprekken werd een aantal van hun duidelijk dat het tegendeel meestal waar is. Hoe meer jij je eigen angsten en onzekerheden onder ogen ziet, hoe veiliger medewerkers zich voelen, hoe meer echt gesprek er op de werkvloer mogelijk is en des te effectiever iedereen wordt in zijn werkresultaten.
Van de hedendaagse leider wordt nogal wat verwacht. Een effectieve leider beschikt over een mix van kwaliteiten als: in staat zijn om analytisch, strategisch en creatief te denken en daarnaast beschikt een leider over zelfbewustzijn, empathie en gepaste bescheidenheid. Je taak is het immers om anderen als sterren te laten stralen.
Het verschil in opvoeding en rolpatronen zorgt ervoor dat vrouwen op sociaal en emotioneel gebied een voorsprong hebben. Wanneer ze dan ook nog eens onderscheiden op de analytische, strategische en creatieve vaardigheden, dan hebben ze het hele pakket in huis.
Wat valt er te leren? Nee, ik moet eigenlijk zeggen: ‘Wat Valt Er Te Winnen’. Wie je bent, wordt nog te vaak afgemeten aan wat je bereikt hebt en de capaciteit om anderen de baas te zijn. Dat zijn vaardigheden die aan belang inboeten in de 21e eeuw. Introspectie en het (h)erkennen van je eigen emoties wordt belangrijker dan meten. Het ontwikkelen van deze vaardigheden is nodig om de krachtige connectie tussen ‘gevoelens’ en ‘de wijze waarop medewerkers tot resultaten komen’, te managen.
Leiderschap vraagt om meer genuanceerd gedrag. Zeker nu de jongste generatie de arbeidsmarkt betreedt die op een wijze geschoold zijn waarbij samenwerken en betekenis geven aan en de daarbij behorende gevoelens veel meer waarde hebben, dan enige decennia geleden.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO