Te leven in een vrij land, brengt relatieve voordelen met zich mee. Je hoeft niet telkens over de schouder te kijken of een gleufhoed met regenjas je volgt, je hoeft er niet bang voor te zijn dat je als scribent zomaar in het gevang je komende tijd mag passeren en je mag kiezen. Dat laatste is echter een beperkt gebeuren. Keuzes maken mag, maar wel met mate.
De afgelopen jaren hebben bewezen dat pensioenfondsen er uiteindelijk niet zijn voor de deelnemers – de klanten die geld inleggen – maar dat het bedrijven zijn zoals er zovele zijn in de financiële wereld. Deze zijn vooral uit op eigen gewin in klinkende munt en als zij daarvoor aardig moeten zijn tegen de klant, dan wordt dat als een noodzakelijk kwaad gezien.
Pensioenfondsen willen veel geld binnenhalen, dat via beleggen tot nog veel meer maken en wanneer het water hun tot de lippen staat qua dekkingsgraad, geven ze een aantal achtereenvolgende kwartalen niet thuis. Uitkeringen worden bevroren of zelfs geminderd. Andersom zie je niet snel gebeuren; wanneer de economische bubbel in een bovenstroom zit, krijgt niemand er zomaar spontaan tien procent bij. Zo namelijk, zit de wereld niet in elkaar.
Dat was allemaal niet zo heel erg geweest, als we een keuze hadden kunnen maken. Ik ben best bereid te sparen voor mijn onderhoudsbudget voor op hoge leeftijd, maar wil wel graag een afgewogen keuze kunnen maken waar ik dat geld aan geef. Er zijn jaren voorbij gegaan dat de pensioenfondsen geld spendeerden aan de meest wanstaltige fondsen, zoals wapens, bedrijven waar kinderen werden uitgebuit en aanverwante subversiviteiten.
Indertijd heb ik bewust gekozen voor een groene en dus duurzame bank. Aan pakken die zich niet om mij bekommeren en die alleen uit zijn op kortetermijnwinsten, zodat zij hun maximale bonus kunnen binnenharken, geef ik geen cent. Weliswaar is het overstappen van bank geen sinecure, het loont de moeite. Die vrijheid moet je dus wel bevechten, maar het kan.
Bij pensioenfondsen ligt dat anders. Je bent verplicht als je bij bedrijf A. werkt om het daarbij behorende pensioenfonds te voorzien van je premiegelden. Wanneer je dan naar bedrijf B. overstapt, wordt het interessant. Je moet dan afkopen of laten staan. Beide hebben grote nadelen. Maar dat alles valt in het niet bij het niet kunnen, niet mogen kiezen.
Want waar ik mijn zure centen naartoe wil sturen, is een pensioenfonds dat duurzaam is, dat groen is en dat eerlijk is. Net zoals mijn bank dat is. Omdat er geen keuzevrijheid is, zal er geen enkel initiatief worden ontplooid om een dergelijke organisatie op te zetten, terwijl dit in de bancaire wereld wel is gelukt.
Kort gezegd, ik wil een groen pensioen. En zodra we dat voor elkaar hebben, ken ik nog wel wat kwesties die we analoog daaraan kunnen gaan weten op te lossen. Waarom namelijk kan ik mijn spaarloon niet op een bank zetten van mijn eigen keuze?
Groen denken en groen zijn, word je op deze wijze niet heel gemakkelijk gemaakt, maar we houden vol.
Foto: Frans de Boer, www.fofra.nl
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
Ik wil zelf mijn met veel stress verdiende geld beleggen en ik wil bovendien dat de door mij opgebouwde rechter blijven zoals ze zijn. Niets onder een nieuwe regeling. Het lijkt wel een wokerpolis waar 1 partij kennelijk de regels gaandeweg kan veranderen. Door de vakbonden voel ik mij allang niet meer vertegenwoordigd. Dat is zuur; ik kan me niet in het huidige akkoord vinden. Zoals gewoonlijk zijn er weer geen garanties.
Ik ben echt heel blij dat er bedrijven zijn gespecialiseerd zijn in sparen, want zelf lukt me dat niet.
De goeddoeners zijn toch minder sterk in geldzaken? Of niet?
In geval van 'jazeker': betekend dat, dat een 'groen pensioen' lager is dan normaal?