Interview: ‘Het plaatsen van een WAJONG’er vraagt om geduld ….

…. en geld besparen op arbeidskracht moet daarbij al helemaal geen motivatie zijn’, aldus Edwin de Jong adjunct directeur bij Dega Verkeersinfra. Vorig jaar mei nam dit bedrijf de beslissing om iemand met een flinke afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen. Er waren twee arbeidsplaatsen beschikbaar en om de organisatie niet teveel te belasten, besloten ze ervaring op te doen met het plaatsen van een doelgroeper.

‘Maar voordat je echt aan plaatsen toekomt, stroomt er een flinke hoeveelheid water door de rivier. Het begint met het contact leggen met instanties als bijvoorbeeld het UWV waaraan je kenbaar maakt wat je aanbiedt. Parallel daaraan is het heel belangrijk dat je het eigen nest in orde maakt. Daarmee bedoel ik dat je de organisatie erop in moet richten en het commitment vraagt van het team. Kijk, je moet ook iemand vinden die zo’n jongen kan begeleiden; die daar het talent voor heeft. Daar onze mensen met z’n tweeën werken, levert één daarvan zijn vaste maat in op de bus. Het vraagt gewoonweg het een en ander aan inlevingsvermogen.' De vacature betrof het plaatsen en ophalen van borden daar waar aan de weg gewerkt wordt. Ik vraag Edwin wat hij precies bedoelt met geduld hebben.

‘Weet je, in totaal hebben we vijf mensen aangemeld gekregen en pas bij nummer vijf troffen we een jongen die intrinsiek gemotiveerd is. Twee waren aangemeld, maar zijn hier nooit aangekomen. Eén draaide een dag mee en moest daarna verhuizen waarna we nooit meer iets hoorden. En een andere kandidaat vertelde ons na twee dagen dat het steeds in en uit de auto stappen een te grote fysieke belasting voor hem was. Het is de bedoeling dat iemand totaal gaat meedraaien in het team. En dat betekent dat ze rekening houden met het feit dat het seizoensarbeid is. Het seizoen duurt van maart t/m november en in die tijd draai je vaak meer dan 50 uur per week en verdien je een goede boterham. Buiten het seizoen krijgen de medewerkers per toerbuurt acht weken een uitkering via het UWV. De werkelijkheid is dat iemand met een achterstand op de arbeidsmarkt het aan moet durven om op een rijdende trein te springen en ik begrijp best dat dit een enorm grote stap is. Dat gaat toch gepaard met angst en gevoelens als ‘kan dit wel, werken in het vrije bedrijf’. Voor deze baan was ik werkzaam bij de DCW (Sociale Werkvoorziening Enschede) en daar deed ik ervaring op met de doelgroep. Ik was er getuige van dat deze mensen een toegevoegde waarde hebben. Dat heeft me geholpen bij het praten met mijn eigen medewerkers, want die werden er niet vrolijk van dat vier plaatsingen mislukten. Het vraagt veel van de eigen mensen, omdat de uitvoerder zijn planning weer moet omgooien en de monteur ook flexibel moet zijn. Dat betekende voor mij dat ik steeds weer met ze moest praten om het verworven draagvlak op peil te houden. Gelukkig hebben we een jongeman van 21 jaar 14 dagen kunnen laten proefdraaien en dat verliep uitstekend. Over een tijdje gaat hij via ons opleidingen volgen, zodat hij alles wat met de werkzaamheden te maken heeft in de finesses beheerst. Ik ga ervan uit dat hij instroomt in de reguliere baan bij ons.

Als organisatie spreekt maatschappelijk verantwoord en betrokken ondernemen ons enorm aan. Ons moederbedrijf staat op sport vier van de CO2-prestatieladder en we zijn nu bezig met de subsidieaanvraag om een van de stoffen waarmee we werken minder milieubelastend te maken. Zo hebben we al meer zaken opgepakt hoor.

Bedrijven en het MKB onderschatten hoe belangrijk deze vorm van ondernemen is. Om opdrachten binnen te halen, moet je hoe langer hoe meer aantonen wat je doet op het gebied van MVO. Voor verschillende overheidsopdrachten moet 5% van je personeelsbestand uit doelgroepers bestaan anders gaat de opdracht aan jou voorbij. Ik hoop dat ik met mijn verhaal heb kunnen bijdragen aan kennisverspreiding over hoe je er het best mee om kunt gaan. En nogmaals: geduld is een schone zaak.'

Krijg toegang tot alle toepasbare kennis en gedeelde ervaringen met een Pro-abonnement

Upgrade nu voor €200,— 

Managementsite, kritisch, wars van hypes, interactief en altijd op zoek naar wat wél werkt.

Word een PRO

Bert Frieling
Ben het helemaal eens met Edwin. Je moet met dergelijke trajecten geduld hebben. Ikzelf ben werkzaam binnen de energiesector en heb het onderwerp, onder het motto “meedoen voor wie kan”, onder de aandacht gebracht binnen ons bedrijf. Dat ik dit gedaan heb is omdat ik van heel dichtbij meemaak hoe er met wajongers wordt omgegaan en ik zie de groep afglijden in onze maatschappij. Om te onderzoeken of mensen met een wajong uitkering aan het arbeidsproces kunnen deelnemen stel ik mij altijd de volgende vragen:

• Wat zijn de mogelijkheden van een wajonger;
• Hoe arbeidsparticipatie te stimuleren;
• Welke functies komen in aanmerking;
• Waar moeten de mensen met een wajong uitkering aan voldoen;
• Welke mogelijkheden zijn er (gezien vanuit het perspectief van de wergever);
• In hoeverre is men als collega en/of leidinggevende bereid begeleiding te bieden;
• In hoeverre is men bereid een jobcoach in het bedrijf te accepteren.

Ik ben in ieder geval blij te lezen dat er bedrijven zijn (Dega verkeersinfra) die de handschoen hebben opgepakt om deze groep te betrekken bij het arbeidsproces.

Even terugkomend op het geduld: binnen de energiesector zijn in de CAO extra werkgelegenheidsmaatregelen opgenomen. De energiesector geeft met veel enthousiasme invulling aan deze afspraken. De werkgevers hebben ondermeer de volgende acties ondernomen:

• het aanbieden van extra werkervaringsplaatsen met opleiding, begeleiding en coaching, waarbij jongeren met een Wajong-uitkering als een bijzondere doelgroep worden gezien;
• het opleiden en aanstellen van leermeesters;
• het opleiden van werknemers voor het begeleiden en coachen van jongeren op een werkervaringsplaats.

Je raakt nooit uitgesproken over dit onderwerp. Als laatste nog een tweetal tips: De “Mee” organisaties kunnen je helpen om de juiste wegen te bewandelen. Zorg voor een jobcoach bedrijf.
Edwin succes met de wajongers

Bert Frieling