Fors bijverdienende studenten komen verder

De lange zoektocht naar een nieuwe economie zal geen eenvoudige opgave worden. Waar iedereen het op voorhand over eens zal zijn – met uitzondering van hen die de veroorzaker zijn van al het leed dat nu over Europa uitwaaiert – is dat die nieuwe economische orde vanuit de kerngedachte van duurzaamheid zal moeten ontspruiten. Dat betekent dat we kortetermijndenken veroorzaakt door de bonussencultuur achterwege laten. En dat betekent ook dat we dollartekens in de ogen bij investeringen in lucht moeten negeren. Aan één Griekse tragedie hebben we genoeg.
Duurzaamheid en langetermijndenken. Twee eenheden die ik niet direct als verantwoordelijkheid bij de politiek zou willen neerleggen, al was het alleen al omdat die elke vier jaar opnieuw moeten worden gekozen en dus per definitie niet naar de lange duur kijken. Dat blijkt wel uit bijvoorbeeld de plannen voor studeren die de politiek voorkookt en uitvoert. Puur gericht op kortdenken. Dat kan anders. Dat móet anders.
Studenten zijn in wezen intelligente deelnemers aan een maatschappij die zich voorbereiden op een productieve bijdrage daaraan op hoog niveau. Een student moet je op een aantal vlakken ontwikkelen, zodat die hoogwaardige bijdrage losgemaakt kan worden. Over hoe je dat doet, zijn vele boeken volgeschreven. Mijns inziens moet je de student drieledig vormen: je leert hem vaardigheden, je brengt hem kennis bij en je leert hem kritisch denken. Dit alles kan binnen de veilige omgeving van de universiteit of hogeschool plaatsvinden. Veilig, omdat de student hier volkomen zichzelf kan zijn. Maar er zijn nog twee werelden waar deze jongeling zich kan (laten) vormen; de studentensociëteit en de werkvloer. De invloed van de eerste wordt overwegend schromelijk overdreven (hooguit nuttig voor een goedgevulde rolodex), de tweede wordt van overheidswege fors ingeperkt.
Wie in Nederland studeert, heeft recht op studiefinanciering. En wie te weinig heeft aan deze grijpstuiver, kan een aanvullende beurs krijgen. Tot zover niks nieuws onder de zon. Vele miljoenen euro’s worden op deze wijze via studenten in de Nederlandse economie gepompt en wat belangrijker is, het zorgt voor een basisinkomen voor hen. Toch zal menigeen met een beurs moeten bijverdienen. Heb je geen gefortuneerde ouders, dan moet je aan de slag. Daar is overigens helemaal niks mis mee. Wat je in een college aan theorie meekrijgt, kun je op de werkvloer uitdiepen. Goede zaak dus, een baan. Bovendien is dat dé plek om nuttige contacten op te doen voor de periode na je studie. Sommige mensen modernkreten dat als winwin.
Maar. Word je door de overheid hiertoe aangespoord? Of geënthousiasmeerd? Nee. Wel gedwongen en nog op een kortzichtige manier ook. Enerzijds dwingt men jou om bij te verdienen, maar als je hiertoe eenmaal overgaat, word je wel weer zo fors ingesnoerd, dat je geen tientje teveel mag ophalen. Dan namelijk word je fors gekort op je zogenoemde stufi. Maximum bereikt.
Is dat erg? Ja. Immers, de beste leerschool – de praktijk – word je onthouden omdat je niet écht aan de slag mag. Is het niet zo dat de beste studenten uiteindelijk de deeltijders zijn, dus zij die werk en studeren combineren? Die namelijk snappen heel goed hoe hetgeen zij tijdens college krijgen aangereikt, kunnen toepassen op concrete werksituaties.
Er is derhalve behoefte aan een mes dat aan meer kanten snijd. In kort bestek komt dat neer op een overheid die echt investeert in studeren en dan niet in breed aanbieden waardoor elke vmbo’er door het studieproces wordt gejaagd (sprekend over hbo en universiteit), maar een solide systeem dat aan minder mensen meer mogelijkheden biedt. Dus een kwalitatief goed studiesysteem met navenante financiële prikkelmethoden.
Enerzijds betekent dit een verhoging van de beurzen tot een aanvaardbaar minimum waarvan te leven valt en niet de fooi die het nu is en anderzijds de mogelijkheid voor studenten om zich als kritische burger te kunnen ontwikkelen en dus via een baan vaardigheden (competenties) aangeleerd te krijgen. Daarvoor moet het plafond van bijverdienen niet alleen voor studenten die in de finale fase van hun studie een eigen bedrijf starten, maar over de volle breedte worden bijgesteld c.q. afgeschaft. Studenten mogen zoveel bijverdienen als ze denken nodig te hebben om goed te kunnen leven. Mocht hun studie dan een jaar langer duren, is dat niet erg, mits zij dat aantoonbaar kunnen maken met een inhoudelijk substantiële baan.
Dat gaat dus wel een tandje verder dan alleen vakken in de supermarkt vullen.

Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen

Probeer het Pro-abonnement een maand gratis

En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.

Word een PRO 

Martijn
Maar onlangs is wel de maatregel afgeschaft dat je heel je stufi moet terugbetalen als boven een verdienmaximum komt. Is stufi blijven ontvangen in die situatie wel nodig?