Op de hoek van de Haagse Laan van Meerdervoort en de Valkenboslaan, ligt een zebrapad. Omdat het een extreem druk kruispunt is, worden voetgangers en automobilisten van het asfalt gescheiden door middel van verkeerslichten. In essentie is het simpel: als ik een rood mannetje zie, blijf ik staan en als de automobilist een rood rondje ziet, blijft hij staan. Wie groen krijgt, mag gaan.
Was het maar zo simpel. Op het moment dat het voor mij groen is geworden, rijden er nog steeds auto’s door. Dat is geen auto die niet meer kon stoppen voor oranje, maar iemand die dik door rood rijdt. Dat ik als voetganger mijn leven riskeer door bij groen over te steken, is een raar verhaal. Groen voor mij betekent groen voor mij en niet eerst kijken of er geen auto’s meer door rood rijden. Ik doe het wel, omdat ik wil voorkomen een te worden met de asfaltweg. Dat ik dit de schuld acht van fietsers, is iets dat ik zal moeten uitleggen.
Fietsers zijn automobilisten op twee wielen. Hierin liggen twee ontwikkelingen besloten. De eerste is dat een beetje fietser vaak ook een auto heeft en de tweede is dat wat je op de fiets doet, het gedrag is dat je naadloos op andere momenten ook vertoont.
Fietsers doen maar wat. Ze rijden door rood op de gevaarlijkste plekken, pedalen op voetpaden en – in toenemende mate – tegen het verkeer in op het fietspad. Kruisingen worden niet rechtsom genomen, maar met de klok mee. Gemak dient de mens en waarom zou iedereen zich aan afspraken moeten houden als er op geen enkele wijze wordt gehandhaafd?
Fietsers zijn er vanaf de leeftijd van een jaar of 4 tot dik in de 90. De fietser is dus iedereen. Wat ik dan zo verbazingwekkend vind op het moment dat ik met één voet aan de grond voor een rood verkeerslicht bij een kruising sta te wachten, is dat een moeder met kind voor- en achterop mij voorbij gaat en dwars door rood en linksaf tegen de richting in een fietspad oprijdt omdat halverwege die straat de school aan de linker- en niet aan de rechterkant staat.
Hierbij gaan er veel dingen mis, maar één ervan steekt uit boven alle andere als het gaat om een kwalijke werking. En dat is het voorbeeld dat deze moeder geeft aan haar kinderen. Die worden 7, 9, 12, 16, etc. en rijden al die jaren op de fiets al slingerend tegen het verkeer in en door rood omdat zij dit in de receptieve jaren hebben meegekregen als voorbeeldgedrag.
Niet raar is het dat wanneer zij dan uiteindelijk auto gaan rijden, zij mij op dat ene kruispunt van de sokken trachten te rijden omdat het nu eenmaal te veel moeite is om 45 seconden te wachten op groen.
Nu nog wachten tot de wijkagent eindelijk eens een keer met zijn bonnenboekje op de hoek gaat staan, zoals ik hem al een keer of vijf heb gevraagd. Vriendelijk, dat wel.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO