Waarom is er geen onderzoek naar marktruimte voor horeca?

Een aantrekkelijk winkelgebied, of binnenstad, heeft een fijne mix van winkelen, ontspannen, genieten en slenteren. Horeca hoort daarbij. Een lekkere lunch of ontbijt, borrelen na een middag shoppen en een ontmoetingsplek voor de bewoners uit de buurt. Food Service Instituut Nederland (FSIN) presenteerde afgelopen maandag de nieuwe horecacijfers en de horeca blijkt het lastig te hebben.

De gemaksgeneraties gingen regelmatig buiten de deur ontbijten, lunchen, borrelen en dineren, waarbij ze per keer steeds meer uitgaven. Dat is voorbij. Deze frequente horecabezoekers hielden vorig jaar ook de hand op de knip. Een meerderheid van de Nederlanders vindt buitenshuis eten te duur. Fastfoodketens zagen zelfs een daling in hun bezoekers. Komt er dan niet te veel horeca in steden?

Winkelgebieden en binnensteden

Winkelgebieden en binnensteden moeten aantrekkelijk zijn voor bezoekers. Een op de bezoekers afgestemde branchering bepaalt de aantrekkelijkheid van winkelgebieden. Waaraan heeft de consument behoefte? Ontbreken bepaalde formules of branches? Is het aanbod voldoende onderscheidend tegenover buurgemeenten? En is er voldoende winkelruimte voor de toekomst?

Provincies voeren daarom een actief detailhandelsbeleid. Ontwikkelingen worden in regionaal verband afgestemd en beoordeeld.Dit gebeurt door het opstellen van regionale detailhandelsvisies en toetsing van nieuwe plannen in regionale adviescommissies detailhandel. 

Balans retail en horeca

Om een goed advies te kunnen geven over nieuwe detailhandelsplannen en voor het opstellen van regionale detailhandelsvisies is inzicht in de toekomstige marktruimte nodig. Echter, de kracht van winkelgebieden (en daarmee de koopkrachtbinding en koopstromen) op lange termijn wordt niet alleen door winkels bepaald. Er moet balans zijn.

Wat ik vreemd vind, is dat er wel marktruimte-onderzoek voor winkels is, maar niet voor de horeca en andere functies in de winkelgebieden. Die horeca ‘concurreert’ wel om dezelfde ruimte met het risico van verdringing. 

Als een goede balans van functies belangrijk is dan zou het vanzelfsprekend zijn dat er ook marktruimte-onderzoek is voor de horecafuncties. Waaraan hebben bezoekers behoefte? Ontbreken bepaalde horecaformules? Versterkt het aanbod van horeca, fastfood en winkels elkaar? En is er voldoende ruimte voor de ondernemers (en voor hun terrassen)? Wat doet terrasuitbreiding met de bereikbaarheid van de winkels?

Uit de gemeentelijke horeca- en terrasplannen blijkt dat er geen inzicht is in de toekomstige (en veranderende) behoefte van de bewoners en bezoekers. Dan is het niet mogelijk om een goed advies te geven over de toekomstige ruimte die ondernemers nodig hebben en met elkaar moeten delen in de stad.  Een leuke buurt vraagt om een juiste mix van de juiste functies. Er moet dus ook marktruimte-onderzoek voor de horeca komen.

Walther Ploos van Amstel.

Op Stadszaken.