Militaire mobiliteit in Europa nog niet in de hoogste versnelling

De Europese Rekenkamer (ERK) stelt in een nieuw rapport dat de strijdkrachten van EU-lidstaten nog steeds niet snel en efficiënt door de EU kunnen bewegen. Het meest recente actieplan voor militaire mobiliteit heeft wisselende resultaten geboekt, met name door zwakke punten in het ontwerp en aanhoudende uitvoeringsproblemen. Het streven om militair personeel, uitrusting en voorraden vlot binnen en buiten de EU te verplaatsen, zowel op korte termijn als grootschalig, is nog niet verwezenlijkt. “Militaire mobiliteit is cruciaal voor een betrouwbaar defensievermogen van de EU. Het tempo moet omhoog, maar belemmeringen vertragen het proces nog steeds,” aldus Marek Opioła van het ERK.

Door de hernieuwde oorlogsdreiging op het Europese continent zijn de defensiedoelstellingen aangescherpt. Sinds het eerste actieplan in 2018 is het militaire mobiliteitsbeleid verder ontwikkeld, en voor het eerst is in de begroting van 2021-2027 een specifiek budget gereserveerd voor infrastructuurprojecten die zowel militair als civiel vervoer ondersteunen. De Russische inval in Oekraïne benadrukte echter de dringende noodzaak voor verbeterde militaire mobiliteit, wat leidde tot de publicatie van een tweede actieplan in november 2022.

De vier pijlers voor projecten zijn:

Pijler I — Multimodale corridors en logistieke knooppunten: investeren in vervoersinfrastructuur voor tweeërlei gebruik
Pijler II — Maatregelen voor regelgevende steun
Pijler III — Weerbaarheid en paraatheid
Pijler IV — Partnerschapsdimensie

Hindernissen bij militaire verplaatsingen

Administratieve obstakels veroorzaken aanzienlijke vertragingen. Zo kunnen tanks van het ene EU-land niet zonder meer door een ander land rijden als ze de daar geldende gewichtsbeperkingen overschrijden. Momenteel moeten landen vaak 45 dagen van tevoren toestemming aanvragen voor grensoverschrijdende militaire transporten.

De ERK ontdekte dat de Europese Commissie bij het opstellen van actieplan 2.0 de behoeften niet nauwkeurig had geïnventariseerd, waardoor er geen betrouwbare inschatting van de benodigde financiering kon worden gemaakt. Het EU-budget voor militaire mobiliteit bedraagt 1,7 miljard euro voor 2021-2027, wat relatief bescheiden is gezien de omvang van de behoeften. Hoewel lidstaten deze financiering als een positieve stap zien, was het beschikbare budget al eind 2023 uitgeput. Dit creëert een gat van meer dan vier jaar voordat er nieuwe EU-middelen beschikbaar komen, waardoor de financiering instabiel en onvoorspelbaar blijft.

Gebrekkige focus en fragmentarische selectie van projecten

De ERK bekritiseert ook hoe infrastructuurprojecten zijn geselecteerd. Geopolitieke en militaire factoren werden onvoldoende meegenomen, en projecten werden vaak gekozen zonder oog voor strategische prioriteiten. Hoewel er veel projecten in het oosten van de EU werden gefinancierd, werd er nauwelijks geïnvesteerd in de zuidelijke routes richting Oekraïne. Bovendien werden sommige projecten al goedgekeurd voor financiering voordat de urgentste behoeften waren vastgesteld.

De bestuursstructuur rond militaire mobiliteit in de EU is versnipperd en complex, zonder centraal aanspreekpunt, wat het moeilijk maakt om verantwoordelijkheden te traceren. De ERK adviseert om het beheer en de focus van EU-initiatieven te verbeteren en de financiering voorspelbaarder te maken. Daarnaast zou de EU bestaande financiering voor civiel vervoer kunnen inzetten om knelpunten in militaire mobiliteit te verhelpen.

Wat heeft ERK onderzocht?

De verantwoordelijkheid voor de territoriale defensie van de EU ligt bij de lidstaten, met de NAVO als belangrijke partner. Het Europees Defensieagentschap meldde in december 2024 dat de EU-lidstaten in 2023 bijna 280 miljard euro aan defensie uitgaven, een bedrag dat in 2024 waarschijnlijk is gestegen tot 326 miljard euro. Dit staat in schril contrast met de beperkte EU-financiering voor militaire mobiliteit.

De controle van de ERK richtte zich op actieplan 2.0 voor 2022-2026, dat vier pijlers omvat: multimodale corridors en logistieke knooppunten, regelgevende maatregelen, veerkracht en paraatheid, en partnerschappen. De EU financierde 95 projecten in 21 lidstaten. Het Europees Parlement houdt deels toezicht op militaire mobiliteit.

Lees het volledige rapport.

Lees ook: Hoe is het met de militaire weerbaarheid van de logistieke sector?