Hoe bereidt de koel- en diepvriesbranche zich voor op een groene, elektrische toekomst?

Het nieuwe jaar staat voor de deur, en vanaf 1 januari 2025 voeren de eerste veertien Nederlandse gemeenten een zero-emissiezone (ZE-zone) in. Andere gemeenten volgen later. Uiteindelijk mogen alleen nog uitstootvrije bedrijfsauto’s en vrachtwagens mogen dan nog de binnensteden in. Voor het reguliere vrachtverkeer is dit al een uitdaging, maar hoe zit het met diepvriestransport, waarbij bederfelijke goederen vervoerd worden? Zijn zij al klaar voor deze overstap? Levensmiddelenkrant sprak met Walther Ploos van Amstel.

Een klein maar cruciaal onderdeel

Diepvriestransport – bestaande uit bakwagens en trekkertrailers – is een relatief klein segment van de transportwereld. “Van de 140.000 vrachtwagens in Nederland is ongeveer 15% geconditioneerd. Slechts een fractie daarvan, zo’n 300 tot 500 vrachtwagens, komt in 2030 in de zero-emissiezones terecht,” rekent lector City Logistiek Walther Ploos van Amstel voor. Toch werkt deze sector al zo'n vijftien jaar actief aan het verlagen van de CO2-voetafdruk. Leveranciers van duurzame koelsystemen zijn wereldspelers, en de technologieën voor het transporteren van vriesproducten zijn inmiddels vergevorderd.

Technologische vooruitgang

Het begint allemaal met het aanschaffen van een vrachtwagen met isolatie, waarna je kiest voor een passend koel- of vriesinstallatiesysteem. Ongeveer 15% van de opleggers, bakwagens en bestelauto’s is voorzien van een koelsysteem. Er staan ongeveer 44.000 koelsystemen op wegtransport in Nederland geregistreerd.

De eerste koelinstallaties draaiden op diesel en veroorzaakten veel uitstoot. Jaren geleden zijn bedrijven al overgestapt op schonere cryogene koeling met stikstof en CO2, omdat die geen vuile lucht produceren en losstaan van de brandstof voor de vrachtwagen.

Toch bracht deze technologie extra stappen en hoge kosten met zich mee. Inmiddels wordt verwacht dat 90% van de vrachtvloot binnen afzienbare tijd elektrisch zal rijden. De drijfveren hiervoor zijn duidelijk: Europese afspraken om voertuigen schoner te maken, kilometerheffingen waarbij elektrische wagens financieel worden bevoordeeld, en de invoering van zero-emissiezones. “Het verschil met milieuzones is dat ZE-zones specifiek gericht zijn op klimaatmaatregelen en elektrisch rijden afdwingen,” benadrukt Ploos van Amstel.

Energieverbruik minimaliseren

Een bijkomend probleem is dat zelfs de nieuwste koelmotoren NOx (stikstofoxiden) en fijnstof uitstoten, vooral in binnensteden. Bovendien blijft het koelaggregaat draaien, zelfs als de vrachtwagen stilstaat. Dit maakt de bijdrage aan luchtvervuiling en geluidsoverlast aanzienlijk.

Toch ziet Ploos van Amstel oplossingen: “Vaak kun je diepvriesproducten lang genoeg koel houden, zeker bij kortere afstanden of met vrachtwagens die meerdere temperatuurzones hebben. Elektrische koelsystemen zijn efficiënt en verbruiken weinig stroom, zelfs bij stilstand. Daarbij geldt: de beste energie is de energie die je niet gebruikt.” Ook verwacht hij dat in tien jaar 80% van de energie hernieuwbaar zal zijn, wat elektrisch transport nog duurzamer maakt.

Slimme oplossingen voor opladen

Ondanks netcongestie kunnen grotere bedrijven vaak zonder problemen opladen op hun eigen depots of fabrieken. Zij betalen bovendien minder of geen energiebelasting, waardoor stroom goedkoper wordt. Veel bedrijven implementeren mitigerende maatregelen, zoals efficiënter energiegebruik, zelf stroom opwekken of samenwerken met andere bedrijven.

“Fabrieken die al veel stroom verbruiken, ondervinden geen last van vrachtwagens die bij hen opladen,” licht Ploos van Amstel toe. “Grote concerns rijden van fabriek naar distributiecentra, waarbij voldoende laadpunten beschikbaar zijn. De wagens die de stad inrijden, hoeven vaak alleen nog bestaande lading koel te houden, wat minder energie vereist.”

Samenwerking in de keten

Grote retailers hebben al doelstellingen opgesteld om in 2050 net zero te zijn. Dit vereist samenwerking met transporteurs en de hele logistieke keten. Ploos van Amstel wijst daarbij op innovaties zoals het Amerikaanse project Move to Minus 15°C, waarbij producten iets minder hard ingevroren worden (– 15°C in plaats van – 18°C). Dit zou het energieverbruik voor opslag en transport aanzienlijk kunnen verminderen, vooral bij kortere afstanden. “Afstemming tussen producenten en vervoerders wordt steeds belangrijker,” voegt hij toe.

Uitdagingen voor kleine transporteurs

Toch zijn er nog uitdagingen, vooral voor kleinere diepvriestransporteurs. De hoge kosten voor elektrische vrachtwagens en bijbehorende infrastructuur zijn een forse investering. “Vanaf 2035 kun je geen dieselvrachtwagens meer kopen. Een elektrische vrachtwagen is in feite een batterij op wielen, waardoor je ladingcapaciteit afneemt. Korte afstanden rijden met zware batterijen is bovendien nadelig,” aldus Ploos van Amstel.

Daarnaast is investeren in eigen laadinfrastructuur kostbaar. Kleinere bedrijven kunnen baat hebben bij samenwerkingen met fabrikanten of laadproviders, maar zij missen vaak de schaalvoordelen van grote spelers. Grote bedrijven hebben een chief energy officer die energie slim inkoopt. Voor kleinere transporteurs is de prijs van stroom vaak ondoorzichtig en variabel.

De toekomst: slimmer en efficiënter

De toekomst van diepvriestransport draait om slimme keuzes: efficiëntere voertuigen, slimmere planning en samenwerking, effectieve laadinfrastructuur en een geoptimaliseerd distributienetwerk.

Ondernemers moeten nu al nadenken over hoe hun vloot er over acht tot tien jaar uitziet, hoe ze die financieren en hoe ze concurrerend blijven op prijs per kilometer. Beschikbaarheid, betrouwbaarheid en betaalbaarheid zijn hierbij de sleutelwoorden.

Bron: Levensmiddelenkrant

CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement 

Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro