We rijden in alle stilte steeds vaker op schone brandstoffen

De Europese Richtlijn hernieuwbare energie (RED1) en de Richtlijn brandstofkwaliteit (FQD2) verplichten EU-lidstaten om het aandeel hernieuwbare energie in vervoer te verhogen en de broeikasgasuitstoot van transportbrandstoffen te verminderen. In Nederland wordt deze doelstelling vooral gerealiseerd door de systematiek “Energie voor Vervoer”. Deze regelgeving verplicht brandstofleveranciers van benzine en diesel om jaarlijks een toenemend aandeel hernieuwbare energie in te zetten (de jaarverplichting) en de broeikasgasemissies van geleverde fossiele brandstoffen te reduceren (de reductieverplichting).

Hernieuwbare Brandstofeenheden (HBE)

Centraal in deze systematiek staan de Hernieuwbare brandstofeenheden (HBE). Zowel de jaarverplichting als de reductieverplichting worden uitgedrukt in de benodigde hoeveelheid HBE’s. Eén HBE vertegenwoordigt de inzet van 1 gigajoule (GJ) hernieuwbare energie en een bepaalde, jaarlijks vast te stellen, broeikasgasemissiereductie. Brandstofleveranciers moeten jaarlijks voldoende HBE’s op hun rekening in het Register Energie voor Vervoer (REV) hebben om aan hun verplichtingen te voldoen.

Resultaten 2023

In 2023 bedroeg het verplichte aandeel hernieuwbare energie van de benzine, diesel en zware stookolie leveringen in Nederland 18,9%. Dit resulteerde in een totale jaarverplichting van 82 miljoen HBE’s, een stijging van ruim 7 miljoen HBE’s tegenover 2022. Hoewel er 3 miljoen GJ minder hernieuwbare energie werd geleverd dan de vereiste hoeveelheid, voldeden alle 41 bedrijven met een jaarverplichting door gebruik te maken van ‘gespaarde HBE’s’ uit het voorgaande jaar.

Elke HBE stond in 2023 voor 44 kg CO2-reductie, wat betekent dat alle brandstofleveranciers, dankzij de ingeleverde HBE’s, een CO2-reductie van ten minste 6% bereikten. De gemiddelde nationale reductie bedroeg zelfs 6,6%.

Biobrandstoffen

Het aandeel geavanceerde biobrandstoffen in benzine- en dieselleveringen was 10,1% in 2023, ruim boven de subdoelstelling van 2,4%. Dit hoge percentage hangt samen met de grote hoeveelheid biobrandstoffen geleverd aan de zeevaart, waarvoor alleen geavanceerde biobrandstoffen mogen worden gebruikt. Het aandeel conventionele biobrandstoffen was 1,5%, wat boven de Nederlandse limiet van 1,4% ligt. Het REV zorgt er echter voor dat de jaarverplichting niet meer dan 1,4% HBE-C kan omvatten, waardoor bedrijven deze limiet niet kunnen overschrijden. Daarnaast werd de limiet voor biobrandstoffen uit gebruikte oliën en vetten van 10% behaald, met een aandeel van 5,8% HBE’s. Alle bedrijven, op één na, hadden bij de jaarafsluiting voldoende HBE’s van de juiste soort op hun rekening om aan hun verplichtingen te voldoen.

Soorten en sectoren van hernieuwbare energie in het vervoer

Net als in voorgaande jaren bestond het overgrote deel van de geleverde hernieuwbare energie in 2023 uit vloeibare biobrandstoffen. Dieselvervangende biobrandstoffen vormden met 72,8% het grootste aandeel, gevolgd door benzinevervangende biobrandstoffen met 18,8%. Binnen de dieselvervangers zijn de aandelen van de verschillende biobrandstoffen ongeveer gelijk gebleven met vorig jaar, met FAME nog steeds als de belangrijkste biobrandstof.

Het aandeel biogas in 2023 was 3,9%, een lichte daling ten opzichte van 2022. Het aantal inboekers van elektriciteit is in 2023 flink toegenomen. Met een stijging van meer dan 60% ten opzichte van vorig jaar vormt elektriciteit een aandeel van 4,5%. Naast een algemeen hoger gebruik van elektriciteit in vervoer vinden ook meer bedrijven die elektriciteit aan vervoer leveren hun weg naar de HBE-systematiek.

Zeevaartleveringen zijn in 2023 licht gedaald tegenover 2022, maar maken nog steeds meer dan een kwart uit (28%) van alle biobrandstofleveringen. Dit betreft allemaal geavanceerde biobrandstoffen. Leveringen aan de luchtvaart zijn dit jaar sterk gestegen (van 3% naar 8%) en hebben nu een relatief kleine maar substantiële bijdrage aan de inzet van hernieuwbare energie. In de praktijk gaat dit om biobrandstoffen uit gebruikt frituurvet en dierlijk vet.

Biobrandstof voor de bestemming binnenvaart wordt nog steeds beperkt ingezet. De levering aan deze sector bevindt zich nog in een opstartfase.

Conclusie

De resultaten van 2023 tonen aan dat de Nederlandse systematiek “Energie voor Vervoer” effectief bijdraagt aan het behalen van de Europese doelstellingen voor hernieuwbare energie en CO2-reductie in de transportsector. Dankzij het gebruik van Hernieuwbare brandstofeenheden blijven brandstofleveranciers niet alleen voldoen aan de verplichtingen, maar dragen ze ook substantieel bij aan de verduurzaming van het vervoer in Nederland.

Bron: Ministerie

Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen

Probeer het Pro-abonnement een maand gratis

En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.

Word een PRO