‘Wat is de functie binnen uw bedrijf?’, vroeg John F. Kennedy eens aan een werknemer toen hij bij de NASA in 1962 een rondleiding kreeg. Tot grote verbazing van de president en zijn omstanders antwoordde het personeelslid het volgende: ‘I’m helping to put a man on the moon sir!’ Het antwoord van de schoonmaker illustreerde goed hoe betrokken de man was bij zijn werkzaamheden voor de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie.
Die betrokkenheid van Amerikaanse werknemers is over het algemeen nog steeds hoog. Dat komt goed naar voren uit de ‘State of the Global Workplace’, die het Amerikaanse onderzoeksbureau Gallup regelmatig publiceert. Zo is in 2021 maar liefst 34 procent van het Amerikaans personeel actief betrokken bij zijn of haar werkzaamheden. Daarentegen blijven wij net als onze zuiderburen...
Het artikel in de Volkskrant over Sandel gaat hier o.a. op in:
https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/filosoof-michael-j-sandel-de-elite-ziet-te-weinig-dat-succes-ook-komt-door-toeval-geluk-en-aanleg~b1f3babe/
De Amerikaanse filosoof Michael Sandel komt tot de conclusie dat de sociale mobiliteit de laatste decennia in zijn land behoorlijk is afgenomen. De Amerikaanse droom dat je als krantenjongen miljonair kunt worden, is volgens hem een mythe! Dus dat kan volgens Sandel niet een afdoende verklaring zijn voor de hogere mate van betrokkenheid van werknemers.
Wat verklaart dan het grote verschil in medewerkersbetrokkenheid tussen bijvoorbeeld Nederland en de Verenigde Staten? Speelt bijvoorbeeld het verschil in bedrijfscultuur een belangrijke rol? Of zijn er nog andere factoren in het geding? Bijvoorbeeld een grotere mate van autonomie voor het personeel dan bij ons.