Aandacht voor professionele ruimte in het onderwijs

Cover stories

Vraagstuk

In dit artikel wil ik aandacht besteden aan een mijns inziens verwaarloosde kant van het onderwijsproces en wel de aandacht voor een levendige en voortdurende dialoog tussen docent en studenten. Ik zie vanuit mijn rol als lector aan een Hogeschool een verband tussen dit gebrek aan dialoog en de actuele problemen in onderwijsinstituten, zoals het behoud van motivatie en vitaliteit bij leerkrachten en studenten als ook de geringe aandacht voor persoonlijkheidsvorming van studenten in verhouding tot de overweldigende aandacht voor kennis gerichte leerstof programma’s. Deze vraagstukken kunnen in verband gezien worden met de door de Minister van Onderwijs Plasterk gevraagde aandacht voor professionele ruimte in Hogescholen.
Een zingevingvraagstuk.

Historie

George Steiner beschrijft i...


kuup muts
Geweldig artikel, geen enkel punt in dit artikel duidt gewoon niet op waarheid. Ikzelf ben 3de jaars student Technische bedrijfskunde. Ik merk nu tijdens mijn eerste stage, dat door de manier waarop wij zijn gevormd op de opleiding, dat we zelf onze ligische kennis niet meer goed toekunnen passe, omdat overal een model bij gebruikt dient te worden. Is er geen model die past bij jou manier van onderzoeken, dan klopt je manier niet en moet je toch maar gaan werken volgens het model.

Hoe willen wij ons ooit voorbereiden op het daadwerkelijke beroepsleven dat ons over anderhalf jaar al te wachten staat. Studenten worden alleen nog gewezen op hun fouten en er wordt zelden nog echt persoonlijke aandacht aan je besteedt.
'Dit is niet nodig want alle regeltjes en wat gedaan moet worden is toch al voorgeschreven'.

Wij als studenten zijn goed instaat zelfstandig informatie te verzamelen van internet, want de meeste studenten zijn beter thuis in de ICT dan docenten. Maar wat de docenten rest is het aanleren van discipline en het betrekken en motiveren van de student. Te weinig contact uren vul deze dan niet op met zinloze theorie lessen, laat studenten aan het werk gaan en ga bij ze zitten, zodat meteen kennis overdracht kan plaatsvinden. Veel opleidingen lijken meer op zelfstudie. Het belangrijke is net als binnen andere oraganisaties, het leidinggeven zorg dat een student gemotiveerd raakt en blijft bij het vak waar hij mee bezig is. Alleen dan haalt een student het beste uitzichzelf naar boven. Zorg dan ook dat hij trots kan zijn op zijn werk.

Heel mooi voorstel wordt hier boven al gedaan om verandering te brengen in deze Blauwe denkwijze(zoals dhr. Caluwe dit verwoord). Niet alles is voorgeschreven en docenten moeten werken ana het ontwikkeltraject van de student, waardoor meer kennis gedeeld zal worden en de docent nieuwe inzichten van leerlingen tot zich kan nemen.

Ook vakken als psychologie zouden zeker op een management studie meer opgenomen moeten worden. Wat is er nu belangrijker om als toekomstig leidinggevende te leren over je medewerkers. Hoe herken ik hun belangen, wat speelt er in hun hoofd, hoe dring ik tot ze door etc etc. het is toch 1 psychologisch spelletje? Ken je iemands belangen en weet je wat er speelt dan is het pas mogelijk iemand daadwerkelijk te motiveren. Ook docenten dienen over deze kwaliteiten te beschikken en hier aandacht aan te besteden.
Claudia
Nog een aanvulling/toevoeging: Wat ik vanuit de rol van stagebegeleider (in het bedrijfsleven) vaak merk is dat studenten zichzelf vaak niet goed kennen. Wat wil ik bereiken? Wat wil ik leren? Welke persoonlijke vaardigheden bezit ik wel/niet en wat kan ik hierin verbeteren? Met deze vragen hebben ze heel veel moeite. Daarentegen weten ze vaak heel goed wat de school van hen verwacht t.a.v. hun stage. Dit wordt volgens mij mede door het gehanteerde systeem in stand gehouden. Ga als docent in gesprek wat een leerling wil bereiken met een vak i.p.v. regeltjes op te leggen die de leerling dan maar moet volgen. Tuurlijk zijn er kaders, maar een creatieve leergierige docent, weet binnen de kaders genoeg ruimte te scheppen om zijn/haar studenten te prikkelen.
Henk Vos
Weer eens een artikel van een enthousiaste docent. Zo enthousiast, dat hij even wat vergeet. Hij vergeet dat veel docenten enthousiast zijn voor hun vak, en dat moet ook, want anders kun je de studenten niet warm krijgen voor je vak. Hij vergeet ook dat een docent -als het goed is- is opgeleid om studenten te enthousiasmeren, les te geven, aan het werk te krijgen, te belonen, maar niet om zijn collega's les te geven. Als enthousiaste docent kun je eigenlijk alleen andere enthousiaste docenten opzoeken en elkaar vertellen over je successen, je tegenslagen, de tijd die het kost om saai onderwijs te vervangen door leuk onderwijs, het plezier dat dit oplevert. In bovenstaand artikel, en dat is geen uitzondering, wordt niet gesproken over de hoeveelheid tijd die de overgang kost, en wat het oplevert voor de docent. Wel wordt de opmerking gemaakt dat zowel studenten als docenten hun tijdsbesteding optimaliseren. Daarvoor moet je weten hoeveel iets kost en wat het opbrengt, en ik denk dat veel docenten dat best weten, en daarom de zaak maar laten zoals hij is. Voor mij persoonlijk was (ik mocht niet langer dat tot mijn 65-e werken) het belangrijkste argument dat ik het prettiger vond als ik enthousiast was voor mijn werk, ook al kostte me dat vaak "vrije tijd". En dat mijn vrouw dit accepteerde. Maar voor elke docent ligt dit weer anders: ze zitten niet in dezelfde klas. Een docent zit trouwens helemaal niet in een klas. Hij kan wel leren van zijn studenten wat het verschil is tussen concreet en abstract, als hij dat wil.
Gert Nooteboom
Adriaan Bekman heeft helemaal gelijk.
Zelf werk ik bij de CHE (Christelijke Hogeschool Ede) aan de opleiding P&A/MER (academie Mens &Organisatie genoemd!)
Het mooie onderwijslandschap dat hier geschetst wordt proberen wij toe te passen. Dat het werkt, blijkt uit het feit dat wij al jaren de beste hogeschool van Nederland zijn. Het genoemde voorbeeld van praktijkonderzoek naar leiderschap binnen een bedrijf vinden onze studenten heel normaal.
Dit artikel stimuleert mij om door te aan op de ingeslagen weg en af en toe strijd te voeren. Want ook bij ons is het moeilijk om genoeg contacturen te realiseren.
Christel Hartkamp-Bakker
Een beproefde methode om mensen gemotiveerd te maken en om samenwerking tussen leerlingen en leraren te bevorderen is gebruik te maken van Democratische methoden in het onderwijs. Er bestaan scholen die volledig democratisch georganiseerd zijn, waar leerlingen inspraak hebben op alles wat hun school en leren aangaat. Dit is wellicht voor veel scholen nog een brug te ver. Maar de ervaringen die hier worden opgedaan spreken wel voor zich. EUDEC (European Democratic Education Community) is een beweging in Europa die Democratisch onderwijs promoot en ondersteunt. Democratisch onderwijs is ontstaan rond 1920, toen A.S. Neill de Summerhill school oprichtte. Israel en in de United States zijn veel scholen van dit type, maar ook in Europa krijgt het meer voet aan de grond). De vaardigheden die studenten in dit soort scholen opdoen is naast het standaard curriculum vooral gericht op persoonlijke ontwikkeling (de zingevings vraagstukken onderzoeken wat je met je leven wil en hoe je dat wil berijken). Vandaaruit komt de eigen intrinsieke motivatie voor het leren. Leren gaat dan vele malen sneller en efficienter (het geleerde wordt geinternaliseerd omdat het voldoet aan een eigen behoefte). Voor iedere leraar is het werken met gemotiveerde leerlingen veel leuker en zal het vak veel interessanter en uitdagender worden. Kortom, het kan wellicht een interessante ontwikkeling zijn om toch eens naar te kijken.
Rob Steenhoff
Ik kan alleen maar constateren dat docenten meer met zichzelf bezig zijn dan met de maatschappij. De wolligheid druipt er van af. De vraag is hoe onderwijs zo veel expertise opbouwt bij hun discipelen dat ze van dag 1 af aan in hun verworven positie een bijdrage kunnen leveren die klinkt als als een klok. Het eerste bezwaar is al dat de leerstof verouderd is en voorbij gaat aan de techniek. Letterlijk de techniek. 'Hoe stelt de techniek die ik hier aantref mij hier in staat om mijn verworven kennis te gebruiken '. Het eerste probleem is dat de techniek niet onderwezen is. Het tweede probleem is dan nog dat eventuele bijdragen irrealistisch zijn en vooral dat ze niet snel kunnen worden gewijzigd en worden aangepast aan heersende omstandigheden.
Dat los je niet op door als Hogeschool een Exact pakket aan te te schaffen.
Recentelijk is geconstateerd dat : "Kredietcrisis veroorzaakt door Performance Management ; Middelmanagement wordt op disfunctionele manier aangestuurd "(AG 30.10.09); "Gartner sceptisch over de praktijk van Business Intelligence "
( AG 23.10.09) ; "Manager weet niet waar hij mee bezig is" (AG) ; "Afgestudeerde studenten tonen volgens onderzoek groot gebrek aan ethisch normbesef - "Het gaat fout als ze zelf een beslissing moeten nemen' " (Limburger 21.10.09) ; "Bruikbare analyses door visualiseren van data" AG 30.10.09).
Het lijkt er op dat de linkerhand niet meer weet wat de rechterhand doet. En daar kom je niet doorheen als het onderwijs zijn twee linkerhanden koestert.
Jan Piet Baas
Lid sinds 2019
Misschien zit het probleem wel in het vasthouden aan de rollen van leraar en leerling. Welke beelden, regels en overtuigingen zitten aan die rollen vast? Uit de voorbeelden hoe het tot oplossingen leidde zie ik dat de leraar zijn rol loslaat en bereid is te leren van zijn leerlingen. Deze openheid om weer leerling te zijn zorgt voor de verbinding waarin weer de aansluiting plaatsvindt met de leerlingen die nodig is om het leerproces op gang te brengen.

In deze tijd zijn we vaak bezig om te voldoen aan alle verwachtingen die de buitenwereld (ouders, leerlingen, het schoolsysteem, de politiek etc.) van onze rollen heeft en vergeten daarbij wie werkelijk zijn. Wie was die persoon die geïnspireerd raakte voor het vak? Hoe en wanneer ben je die kwijtgeraakt? De angst om niet te kunnen voldoen aan al die verwachtingen brengt ons in allerlei strategieën om te proberen er toch aan te voldoen. Hierbij raken we steeds verder van onszelf en onze passie verwijderd. Het kost een hoop energie en het levert niets op. Dat is de hoofdreden waarom veel docenten overspannen of burnout raken. De enige manier is om alle angst en onzekerheid toe te laten en weer te gaan doen wat ons hart ons ingeeft en ons energie geeft. Pas dan keert de passie en de verbondenheid met de omgeving weer terug.
Vergeet niet dat je altijd jezelf mee brengt, welke professie je ook uitoefent.
Adriaan Bekman
Pro-lid
Hartelijk dank voor de reacties tot zover. Ik leid eruit af dat het vraagstuk dat aangesneden is hout snijdt voor hen die reageerden. Het is ook mooi te horen dat er voorbeelden zijn waar een andere weg ingeslagen is en dat de samenwerking docent - student in het centrum van de aandacht staat. Dat er gesproken wordt over contacturen laat overigens mooi zien dat het accent van het werk van docent en student ergens anders ligt nl er worden ons uren gegeven waarin we contact met elkaar hebben. In mijn eigen praktijk als IMO adviseur werken we met het principe alles samen met de klant te doen, dus geen eigen aparte voorbereiding enzovoort. Zelfs het contract schrijven we samen als we dat nodig vinden. Zo trek ik al jaren dan met klanten op, stap voor stap en blijven we samen leren. Zou het mogelijk zijn, ik stel het maar even extreem, dat docent en student het hele proces samen doen, van voorbereiden tot en met evalueren. In mijn boek adviseren in verandering laat ik zien hoe het in de advies praktijk kan werken.
Dat er veel docenten zijn die met hun vak bezig zijn is mooi als ze hun passie ook willen delen met studenten. Een voorbeeldje: een docent beklaagde zich dat de studenten zo passief waren als hij zich inspande hun het vak bij te brengen en te enthousiasmeren. Hij spande zich uitermate in en werd gaandeweg gefrustreerd. Ik suggereerde dat hij eens een experiment zou doen, namenlijk de student neemt hem mee aan de hand en legt hem uit hoe het zit, wat hij waarneemt, wat zij e van vindt en leert. Na de eerste schrik bleek het een verfrissende ervaring, er ontstond een geheel ander gesprek met zijn studenten. Een beetje het een en een beetje het andere was zijn conclusie.
In het vraagstuk van professionele ruimte is het mooi als docenten en studenten samen op onderzoek en experiment uitgaan hoe zij die ruimte kunnen scheppen en innemen. Wat is mijn volgende stap in mijn vakontwikkeling en ook didactische ontwikkeling. Zelf zie ik veel in het steeds weer een beetje anders zien en steeds weer een beetje anders doen. Dat houdt het open voor de verrassing en de ontdekking. Dat balanceert het dagelijkse gedoe.
adriaan bekman

Meer over Zingeving in werk en organisatie