Jaloezie en incompetentie blijken een gevaarlijke combinatie.
- De manager ontslaat zijn beste, maar voor zijn positie wel bedreigende, medewerker en hanteert hierbij ‘het ontbreken van de gewenste kwaliteit ’ als criterium.
- Het jonge, net afgestudeerde studentje wordt op de werkvloer even de maat genomen.
- De promovendus wordt onterecht van plagiaat beschuldigd door een onbekende klokkenluider.
Jaloezie. Het is overal en altijd aanwezig en het komt in allerlei gedaanten voor. We danken er een groot deel van de wereldliteratuur en opera’s aan. Als jaloezie ook nog eens gepaard gaat met incompetentie, is het einde zoek. Dan krijg je injaloetitis. Gelukkig zijn er remedies.
De term injaloetitis, of zoals in de oorspronkelijke Engelstalige versie ‘injelititis’ genaamd, hebben we sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw te danken aan Cyril Northcote Parkinson (Northcote Parkinson, 1957). Wie de media overziet, ziet dat injaloetitis een tijdloos probleem is. Het basisidee is vele jaren later overgenomen door Laurence Peter in zijn Peterprincipe (in een hiërarchie stijgt iedereen tot zijn niveau van incompetentie) en de wet van Edward Murphy (als iets mis kan gaan, dan gaat het ook een keer mis).
Injaloetitis is volgens Parkinson een ‘ziekte’ die zich in vier stadia manifesteert. De eerste fase van de ziekte begint als er in de hiërarchie van de organisatie iemand opduikt die zowel incompetent als jaloers is. De persoon die hier aan lijdt zal er alles aan doen om medewerkers en managers die capabeler zijn zo snel mogelijk de organisatie uit te krijgen. ‘Monique is weliswaar heel slim, maar past ze ook binnen de organisatie?’ of ‘Hij heeft veel kwaliteiten, maar niet de kwaliteiten die wij in de toekomst nodig hebben.’ Welke kwaliteiten dit zijn, is natuurlijk alleen aan de ernstig zieke bekend. Wie de media enigszins volgt, ziet dat de ziekte een tijdloos probleem is. Inmiddels duikt in de vakmedia alweer een nieuwe vorm van de ziekte op, ‘toxic workers’, medewerkers die de boel verzieken door te treiteren en respectloos met mensen om te gaan.
Stap voor stap worden organisaties zo gevuld met medewerkers die allemaal minder capabel zijn dan de manager, die hierin de bevestiging ziet dat alleen hij/zij in staat is de organisatie te runnen. Uiteindelijk wordt volgens Parkinson de tweede fase van de ziekte bereikt, namelijk een waarbij bijna alle lagen van de organisatie hun slimste en beste medewerkers zijn kwijtgeraakt doordat ze zijn ontslagen of vertrokken. De derde fase is wanneer er helemaal geen competente mensen meer in de organisatie rondlopen en deze in een staat van coma raakt. De vierde fase is de dood van de organisatie.
Er zijn maar weinig remedies tegen injaloetitis bekend. Parkinson zelf noemt als mogelijkheden dat medewerkers de ontstane situatie belachelijk maken (denk aan de hofnar!) of het binnenbrengen van iemand die net lang genoeg injaloetitis kan acteren totdat hij de macht heeft gegrepen, waarna hij het masker afgooit en plotseling wel over kwaliteiten blijkt te beschikken. Soms helpt alleen rigoureus optreden en laat men een aantal van de door injaloetitis aangestoken medewerkers met een prachtige referentie naar de concurrent gaan.
Dit is deel 1 van een kleine serie over jaloezie en incompetentie op de werkplek, afgeleid het hoofdstuk 'Injaloetitis' uit mijn boek 'Het dodo- effect, over gedragsverandering in organisaties'. Meer info over dit boek kan je hier vinden:
Bestelinformatie: isbn 97890244038514 | 184 pagina’s | paperback en gratis-e-book| € 20,00. Verkrijgbaar via Managementboek.nl, Businezz.nl alsmede via Boekhandel Jimmink online, Het Martyrium Amsterdam, Van Stockum Den Haag en te bestellen in alle boekhandels in Nederland.
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro