Het geheim van het succes van de honkballers

 

Commitment, de belofte van betrokkenheid en bevlogenheid in organisaties. Vergouw Commitment, de belofte van betrokkenheid en bevlogenheid in organisaties. Vergouw

Interview met Robert Eenhoorn, huidig technisch directeur KNBHB.

De Nederlandse honkballers doen het buiten verwachting goed tijdens de World Baseball Classic, het belangrijkste landtoernooi ter wereld waaraan nu eindelijk ook top-professionals uit de Amerikaanse en Japanse profliga's deelnemen. Oranje staat zelfs in de halve finale na onder meer de zeer sterke Cubanen (tweemaal!) en de vorige finalist Zuid-Korea te hebben verslagen. Achter deze ongekende successen zit een jarenlang strikt gevolgde visie van de Honkbalbond, ingegeven door voormalig topspeler (New York Yankees, New York Mets) en bondscoach (viermaal Europese titel op rij met Oranje) Robert Eenhoorn, momenteel technisch directeur van de Honkbalbond en ook opgenomen in de technische staf van Oranje. Voor mijn nieuwe boek ‘Commitment’ sprak ik hem enkele maanden geleden over de gevolgde koers, de bevlogenheid en passie van profs en de verschillen tussen de Amerikaanse en Nederlandse topsportcultuur. Het hier weergegeven artikel is een verkorte versie van het verslag dat in het boek staat opgenomen.

Op naar de wereldtop

Een voormalig sporter die de sprong tussen een succesvolle carrière op het veld naar die van de sportburelen heeft gemaakt is Robert Eenhoorn. Hij is een van de weinige in Nederland geboren honkballers die een succesvolle carrière in Amerika, de bakermat van zijn sport, wist op te bouwen (bij o.m. de New York Yankees en de New York Mets). Als bondscoach van het Nederlands honkbal team werd hij viermaal op rij Europees kampioen en drong hij met het team door tot de wereldtop. In zijn huidige functie van technisch directeur van de Koninklijke Nederlandse Honkbal & Softbal Bond zag hij zijn team in 2011 wereldkampioen honkbal worden in Panama door in de finale de onverslaanbaar geachte Cubanen te verslaan. Eenhoorn heeft door zijn carrière in de V.S. veel inzicht gekregen in de wijze waarop Amerikanen (sport)-organisaties aansturen, iets wat herkenbaar is in zijn eigen aanpak. In mijn ogen is dat sport- en teammanagement van een andere orde dan wij in Nederland (nog) gewend zijn en zijn de lessen die hij meegeeft prima inpasbaar in het bedrijfsleven.
Ga voor het hoogst haalbare!

Amerikanen gaan altijd voor het hoogst haalbare. Alle dertig teams in de Major League Baseball willen aan het begin van het seizoen kampioen worden. Natuurlijk kan er ook daar maar één kampioen worden, maar ze beginnen wel met dat ultieme doel voor ogen. In de V.S. kan je niet degraderen, maar als je daar bij wijze van spreken aan het begin van het seizoen zou zeggen dat het doel handhaving in de hoogste klasse is, dan wordt je op staande voet ontslagen. Het gaat maar om één ding en dat is winnen. Dat ligt ook dichter bij de oorsprong van de sport dan hoe wij er in Nederland naar kijken. Ook wij stellen doelen, maar alleen als de kans op het bereiken ervan groot is. Neem het voetbal. Aan het begin van het seizoen hoor je van trainers dat de doelstelling het bereiken van de nacompetitie is, het behoud van het lidmaatschap van de eredivisie, het linkerrijtje (de top negen) of zoals nu wordt gezegd, de top vijf halen. Dan speel je tenslotte Europees voetbal. Maar als we één plaats in de Europese competities meer zouden hebben, dan wordt het meteen weer de top zes. Het is misschien realistisch, maar niet uitdagend. Het is er niet erop gericht boven jezelf uit te stijgen.’

Prestaties leveren op de 1e plaats.

De cultuur in Nederland is er op gericht je veilig te voelen. We schijnen het best verzekerde land ter wereld te zijn. Dat zie je terug in de wijze waarop wordt gewerkt. Je denkt eerst aan je contract, dan aan je pensioen en verzekeringen en dan wil je ook nog gewaardeerd worden voor je inzet. Dan willen we wel gaan presteren. In de V.S. moet je prestaties leveren om veiligheid voor jezelf te creëren. Op het gebied van prestaties leveren zijn de Amerikanen beter, op sociaal vlak wij. Sport is echter niet zo sociaal. Toen ik in Amerika geblesseerd raakte kwam ik direct in een andere wereld, was ik een soort outcast. Als je in de VS niet presteert kunnen ze je dat melden op 1 augustus, vlak voor het seizoen begint. Dan krijg je maximaal nog één maand salaris en dat is het dan.
Geen discussies

In Amerika krijg je een taak toegewezen en die moet je goed uitvoeren. Daar is geen discussie over mogelijk. Daar scheiden ze zakelijk en privé ook veel strikter dan hier. Hier moet het na de wedstrijd of training leuk zijn en moet je met teamcollega’s op kunnen schieten. Toen ik bij de New York Yankees speelde kon ik niet met alle andere spelers even goed opschieten, maar je zorgde er wel voor dat je samen presteerde. In Nederland eten we als team met elkaar, in Amerika krijg je als speler elke dag etensgeld. Zoek het zelf maar lekker uit, ga de stad maar in.

Bij professionals is de agressie groter, bij amateurs de sociale vaardigheden. Als je de wereldtop wilt bereiken moet het amateurisme eruit. Dat is jammer, maar anders win je geen wedstrijden. Bij iemand voor wie honkbal een bijkomstigheid is, een hobby, is een vervelende opdracht tijdens een training direct een obstakel. Bij de professionals wordt op cruciale onderdelen keer op keer getraind, week na week, alles om het erin te slijpen.

Draagvlak creëren? Hou op!

Daarom zegt zoiets als draagvlak creëren mij helemaal niets, dat associeer ik met te langzaam, met stroperigheid, met het zoeken naar compromissen. Dat heeft niets met topsport te maken. Daar gaat het om snelheid, om verantwoordelijkheid nemen. Dat is een wezenlijk verschil met het bedrijfsleven. In onze sport wordt je bijna dagelijks getoetst, iedereen kan zien hoe je ervoor staat qua techniek en fysiek. Je krijgt daar ook direct feedback over. In het bedrijfsleven is dat toch minder. Daar heb je het over kwartaal-resultaten, dat is iets anders dan dagresultaten.

Werk vanuit een concrete visie

Ik werk altijd vanuit een concrete visie, daar begint alles mee en daar zijn de strategie, de rollen, taken en functies, de cultuur, het leiderschap en de communicatie afgeleiden van. Als de visie niet helder is, dan wordt het dus met de rest ook niets. Als het pad dat je wilt bewandelen helder is, voelt het overigens helemaal niet als druk als je de lat hoog legt. Je hebt het uitgestippeld en je werkt het verder uit, voert het in. Dat verschilt ook erg met de politiek waar veel plannen niet overeind blijven, men kan er niet in volharden en als mensen dan wat roepen, dan wijkt men direct weer van het pad af.

Gedraag je naar je visie

Toen in ik 2001 het Nederlands team als bondscoach overnam koos ik als doelstelling: aansluiting met de wereldtop, behoren tot de top acht landen van de wereld. Dat betekende dan wel dat we elke dag op het veld moesten gaan staan, de beste materialen tot onze beschikking moesten hebben, maar ook dat we onze profspelers erbij gingen halen. Als je zo’n visie uitdraagt moet je je daar ook naar gedragen. Als we voorheen tegen de Cubanen speelden zetten wij altijd onze slechtste werper in. We wisten vooraf toch dat we die wedstrijd niet gingen winnen en dat gebeurde dus ook, vaak met grote cijfers. De goede werpers waren dan wel fris tegen mindere tegenstanders, maar zo kwamen we niet verder. Ik ben daarom begonnen om de beste werpers tegen de Cubanen op te stellen. In het begin verloren we ook, maar met veel kleiner verschil. De spelers begonnen te bespreken wat er fout was gegaan en wat er moest gebeuren om een volgende keer de Cubanen wél te verslaan. Daar kwam steeds meer geloof in. De uitstraling veranderde.

Hamer op details!

Om de cultuur in Nederland aan te pakken, ben ik een aantal jaar geleden begonnen met de Unicorn Academy, een opleiding naar Amerikaans model voor 12 tot 16-17 jarigen. Inmiddels hebben we zes Academy’s, halen de goede jeugdspelers uit de clubs en werken met hen naar een hoger niveau toe. Ze worden elke dag begeleid, trainen en spelen op niveau. Ik hamer op de noodzaak van de details, blijf herhalen op standaardsituaties. Tactisch moeten we daarnaast de beste zijn.

Commitment

‘De beste vraag die je iemand over diens commitment kan stellen is: ‘Waarom doe je dit nu, waarom ben je hier?’. Ik herinner mij nog de eerste keer dat ik het trainingscomplex van de Yankees betrad. Toen ik daar voor de eerste keer de deur opendeed, stond daar “Winning tradition begins here” op de muur geschilderd. Dat was het eerste wat je zag als je binnenkwam. Dat ben ik nooit vergeten.’

Mijn  boek ‘Commitment, de belofte van betrokkenheid en bevlogenheid in organisaties’ verschijnt medio mei en kan al besteld worden via uitgeverij Boom Nelissen en via managementboek.nl.

CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement 

Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro

Mario E. Croes
In de onlangs uitgebrachte film "42" wordt beschreven hoe Branch Rickey, general manager van de Brooklyn Dodgers een begin maakt met het doorbreken van de "color line" in de Amerikaanse major-league baseball, door Jackie Robinson in 1946 te laten spelen voor de Brooklyn farm team in Montreal. Aan de Rickey wordt de citaat toegeschreven dat "the greatest untapped reservoir of raw material in the history of our game is the black race". Wanneer Robert Eenhoorn in zijn streven om aan te sluiten bij de wereldtop besluit de beste Curacaose en Arubaanse spelers in te schakelen keek hij niet naar ras of huidskleur. Deze groep is doorslaggevend gebleken in zijn strategie. Kan men zich voorstelllen wat Nederland als land in zijn totaliteit kan bereiken indien zij dit principe ook op andere gebieden toepast?