Sluit een lijfrenteverzekering
Het is pensioensparen-oude stijl, maar het kan nog steeds: een lijfrenteverzekering. Een lijfrenteverzekering is vergelijkbaar met banksparen, met als verschil dat dit niet bij een bank hoeft, maar ook bij een verzekeraar of beleggingsinstelling kan. In beide gevallen bouwt u door middel van een periodieke storting een pensioen. Ook de stortingen (premies) voor de lijfrente vallen in box 1 en zijn daarmee fiscaal aftrekbaar. U betaalt elke maand of één keer per jaar een premie aan de verzekeraar of bank. Met uw inleg bouwt u een kapitaal op. Hiermee koopt u op uw pensioendatum een tijdelijke of levenslange uitkering aan. Dit bepaalt u zelf, vlak voordat u stopt met werken. Over deze lijfrenteuitkering betaalt u inkomstenbelasting. Bij een lijfrenteverzekering is overlijden vaak meeverzekerd (de nabestaandenlijfrente). Voor lijfrenteverzekeringen gelden strenge fiscale spelregels. Hierdoor zit u in een strak keurslijf. Ook de kosten zijn vaak hoger dan bij alternatieve oplossingen, zoals pensioensparen.
Verschillen tussen een lijfrente en banksparen zijn:
Verschillen tussen een lijfrente en banksparen zijn:
- Rendement: bij banksparen ontvangt u een vaste spaarrente en kunt u het eindsaldo over x jaar nu al berekenen. Bij een verzekeraar hangt dit af van de winst die deze maatschappij behaalt. Hoe hoog dit zal uitvallen is nooit exact te voorspellen;
- Uitkering aan nabestaanden: bij een lijfrenteverzekering niets wordt uitgekeerd aan de nabestaanden. Of er moet een overlijdensrisico zijn afgesloten. Bij banksparen ontvangen de nabestaanden automatisch het saldo dat nog op de rekening staat.
- Garantie: als de verzekeringsmaatschappij failliet gaat, bestaat er geen garantiefonds. Als een bank failliet gaat, is er een bedrag van 100.000 euro gegarandeerd.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 25 vragen en antwoorden over ZZP & Pensioen.