Een belangrijk, maar lastig en vaak onderschat aspect aan veranderen is de communicatie. En dan bedoel ik niet alleen de informatievoorziening over de verandering, maar juist ook de communicatie, de dialoog tijdens het veranderingsproces. Met name voor het middenkader is een grote rol weggelegd om die dialoog vorm te geven, samen met de eigen teamleden. Helaas is dat geen vanzelfsprekendheid. Ondersteuning van deze groep is dan ook hard nodig, zo leert ons de verandergeschiedenis in grote organisaties. Maar wat nu als deze groep daar zelf niet om staat te springen?
- Twee voorbeelden
- Perceptieverschil
- Eigen werkelijkheid
- Interactie-visie in de praktijk
- Help mij het zèlf te doen
Twee voorbeelden
We schrijven 1991. ABN fuseert met AMRO: een mega-operatie. Voor de communicatie tijdens dat pro...
Tot zover bekend terrein en passend in het traditionele denken over organisaties en organisatieveranderingen. We spreken feitelijk over de transitie van de organisatie naar een nieuwe fase in de eigen ontwikkeling en daarin wordt zwaar ingezet op de traditionele communicatiemiddelen voor informatieoverdracht. De organisatiestructuur lijkt vooral die van het 'harkje' te zijn, het organogram waarin we een duidelijk Raad van Bestuur aan de top en verder naar beneden allerlei managementlagen kunnen onderscheiden tot we op de werkvloer zijn beland bij het operationele niveau, dus daar waar het vertrouwen in de leiding aan de top het minst is (blijkt uit onderzoek).
Voor een deel ga ik mee in de aanbevelingen om te investeren in de dialoog en zo tot een betere samenwerking te kunnen komen om allerlei percepties en beelden uit te kunnen wisselen. Zelfs communicatiecoaching van het middenkader wordt daarbij door hem genoemd en ik denk dat het daarin niet ver genoeg gaat om tot echte transformatie in de organisatieverandering te kunnen komen.
Echte transformatie van de organisatie vindt plaats door echte, persoonlijke, transformatie van de bestuurders, managers en medewerkers. De bovenstaande voorbeelden zijn vooral 'technische' en theoretische exercities aan de hand van managementhandboeken of de leer van John P. Kotter (MTI en Harvard) volgens het gangbare MBA-denken.
De introductie van het gedachtegoed van Karl Weick, ook door Erik Reijnders, helpt om de toestand van 'stasis' te doorbreken die managers zo graag wensen. Dit 'stagnerend eenheidsdenken' komt namelijk tot uiting in het veel gepredikte 'alle neuzen dezelfde kant op' en dan met zijn allen ons als lemmingen in zee storten ...
Transformationeel coachen helpt de bestuurders, managers en medewerkers zichzelf te helpen, zoals Maria Montessori dat ook vorm gaf in haar onderwijs en pedagogiek, en om los te komen van bestaande, hardnekkige patronen, overtuigingen en overlevingsmechanismen. En om los te kunnen komen van het idee dat elke organisatieverandering beheersbaar en controleerbaar is te maken op basis van meten en weten en de output via kengetallen en kritische succesfactoren valt te voorspellen.
De echte vernieuwing op dit gebied, waarop ik nu zo'n 25 jaar werkzaam ben, komt niet vanuit het hoofd maar vanuit het hart. Ricardo Semler is daarvan een voorbeeld met zijn bedrijf Semco in Brazilië en hij doceert aan de MBA-opleiding van Lausanne hoe het jezelf op termijn overbodig maken als bestuurder en manager, jezelf kan helpen om 'los te laten' en te durven vertrouwen op de bezieling en verbondenheid van de medewerkers met de organisatie en de organische wijze van organisatiegroei en -ontwikkeling. Dat vraagt echter om een vorm van 'risico's nemen en op glad ijs begeven' die de meeste bestuurders en managers niet aandurven. Dat brengt hen teveel uit hun 'comfortzone' en dat levert een strijd op met het 'ego', dat gehecht is geraakt aan de status en de macht. Wie durft?
Lex Hofstra, Alexander communicatie & organisatie
adviseur, coach & trainer
Ik als student technische bedrijfskunde bevind me momenteel ook in deze vervelende situatie waarbij ik als 'consultant/adviseur' in een team zit waarbij ik dit hele artikel zo goed als al in mijn verslag had verwerkt als constatering.
De werknemers hebben totaal geen zin in een werkoverleg en geen zin om hun kennis nog te delen met het management.