Opleiding: Build distributed apps with .NET Aspire (AZ-2009)
Algemene omschrijving Build distributed apps with .NET Aspire (AZ-2009)
De training Build distributed apps with .NET Aspire (AZ-2009) biedt jou als softwareontwikkelaar de theoretische kennis en praktische vaardigheden om robuuste, cloud-native gedistribueerde applicaties te ontwikkelen. In de AZ-2009 training zul je leren hoe jij .NET Aspire optimaal kunt benutten voor het ontwikkelen van schaalbare en onderhoudsvriendelijke applicaties. Verder zul je in de AZ-2009 training ontdekken hoe jij integraties kunt stroomlijnen, hoe jij de prestaties van applicaties kunt optimaliseren en hoe jij de betrouwbaarheid van applicaties kunt waarborgen.
Daarnaast zul je in de AZ-2009 training gebruikmaken van de krachtige mogelijkheden van .NET Aspire en Visual Studio. Je zult leren om databases effectief te beheren, strategieën met betrekking tot caching toe te passen en om messaging te implementeren met RabbitMQ. Door een combinatie van theorie en praktische opdrachten, zul je inzicht krijgen in de verschillende hulpmiddelen en technieken die essentieel zijn voor het ontwikkelen van moderne gedistribueerde applicaties.
Met de juiste aanpak en technologieën zorg je ervoor dat jouw applicaties optimaal presteren binnen een cloudomgeving. Door gebruik te maken van telemetrietools, efficiënte dataverwerking en messaging-oplossingen, zul je de schaalbaarheid en betrouwbaarheid van jouw applicaties verbeteren. Na afloop van de AZ-2009 training heb jij de benodigde theoretische kennis en praktische vaardigheden opgedaan om kwalitatieve, cloud-native applicaties te ontwikkelen met behulp van .NET Aspire.
Doelgroep voor de AZ-2009 Training
De AZ-2009 training is geschikt voor ICT-professionals die zich willen specialiseren in het ontwerpen en ontwikkelen van cloud-native applicaties met .NET Aspire.
Dit betreft met name de volgende mensen:
- Cloudarchitecten die verantwoordelijk zijn voor het ontwerpen en implementeren van schaalbare, veilige en efficiënte cloudarchitecturen.
- Cloudontwikkelaars die applicaties ontwikkelen en optimaliseren binnen cloudomgevingen.
Leerdoelen AZ-2009
Door de AZ-2009 training te volgen zul je de volgende kennis en vaardigheden verkrijgen:
- Het ondersteunen van .NET Aspire cloud-native gedistribueerde applicaties.
- .NET Aspire-integraties implementeren voor functionele applicatiebehoeften.
- .NET Aspire-projecten ontwikkelen en het oplossen van problemen met Visual Studio.
- De prestaties van applicaties monitoren met OpenTelemetry en .NET Aspire telemetrietools.
- Verbinding maken met en gebruikmaken van databases, zoals PostgreSQL, MySQL, SQL Server en MongoDB.
- Prestaties verbeteren met Redis-caching in .NET Aspire-applicaties.
- Microservicescommunicatie mogelijk maken met behulp van RabbitMQ message brokering.
Voorkennis
Voordat je deelneemt aan de AZ-2009 training, is het van belang dat jij ervaring hebt in het ontwikkelen van webapplicaties in de programmeertaal C# en het framework Microsoft .NET.
Onderwerpen AZ-2009
Module 1: Inleiding op .NET Aspire
- Leer hoe .NET Aspire het ontwikkelen van cloud-native gedistribueerde applicaties vereenvoudigt.
- Selecteer de juiste .NET Aspire-integratie om een functionele eis in een cloud-native applicatie aan te pakken.
- Gebruik Visual Studio om een nieuw .NET Aspire-project te maken en uit te voeren.
Lab: Gebruik de .NET Aspire eShop
Module 2: Een .NET Aspire-project maken
- Maak nieuwe cloud-native applicaties met behulp van de .NET Aspire-sjablonen in Visual Studio.
- Voeg de .NET Aspire-stack toe aan een bestaande .NET-applicatie voor orkestratie en eenvoudige cloud-native integraties.
- Gebruik het .NET Aspire-dashboard om verbindingsproblemen tussen services te diagnosticeren.
Lab: Een nieuw .NET Aspire-project maken
Lab: Een bestaande ASP.NET Core-webapp integreren
Module 3: Telemetrie gebruiken in een .NET Aspire-project
- Begrijp de relatie tussen .NET Aspire en OpenTelemetry.
- Verken de beschikbare telemetriegegevensbronnen in .NET.
- Gebruik het .NET Aspire-dashboard om telemetriegegevens van een cloud-native applicatie te monitoren.
- Voeg ILogger-berichten toe aan de applicatie.
Lab: Telemetrie gebruiken in een .NET Aspire-project
Module 4: Databases gebruiken in een .NET Aspire-project
- Leer over de databasesystemen waarmee .NET Aspire verbinding kan maken via ingebouwde integraties.
- Gebruik .NET Aspire-integraties om gegevens te lezen en te schrijven naar PostgreSQL-, MySQL- en Microsoft SQL Server-databases.
- Gebruik .NET Aspire-integraties om gegevens te lezen en te schrijven naar MongoDB-databases.
- Begrijp de basisprincipes van testen in .NET Aspire.
- Maak een testproject met xUnit.
- Schrijf en voer tests uit voor .NET Aspire-projecten.
- Maak gebruik van de .NET Aspire-testprojectsjablonen.
Lab: Database services gebruiken om gegevens op te slaan vanuit een .NET Aspire-project
Module 5: Prestaties verbeteren met caching in een .NET Aspire-project
- Kies het juiste type Redis-caching voor een specifieke prestatieoptimalisatie.
- Gebruik een Redis-gedistribueerde cache om de prestaties in een .NET Aspire-project te verbeteren.
- Gebruik een Redis-outputcache om HTML-responses te versnellen in een .NET Aspire-project.
Lab: Gegevens cachen in Redis
Module 6: Berichten verzenden met RabbitMQ in een .NET Aspire-project
- Kies uit de beschikbare werkrijen, onderwerpen, abonnementen en routes op een RabbitMQ-server om berichten naar de juiste microservices te verzenden.
- Voeg berichten toe aan een wachtrij op een RabbitMQ-exchange server met behulp van de .NET Aspire RabbitMQ-client message broker.
Lab: Berichten verzenden tussen microservices via RabbitMQ

