Bert Overbeek is trainer, coach en interim manager, maar tegenwoordig kan je ook zeggen: organisatiedokter en -innovator. Opgeleid door NS en Schouten en Nelissen, besloot Jongebazen-oprichter Bert Overbeek na 25 jaar loondienst om voor zichzelf te gaan werken. Hij wilde zijn klanten meer op maat bedienen, de basis van zijn werk verdiepen en de kwaliteit van zijn werk vergroten en had het gevoel dat hij daarvoor onafhankelijk moest kunnen opereren. Hij is er gelukkig van geworden. (Website met filmpje: www.pitchersupport.jimdo.com)
Prof. dr. Mastenbroek van Managementsite ‘ontdekte’ dat Overbeek meer kon dan bedrijven helpen met verbeteringen van resultaat en sfeer. Hij vroeg de schrijvende organisatieontwikkelaar of hij een weblog voor jonge managers wilde bijhouden, als partnerlink van het grote ManagementSite. Dat was tien jaar geleden. Sindsdien schreef Overbeek bijna 1500 artikelen en zes boeken. Ze werden uitgegeven door Haystack en door Futuro Uitgevers. Twee boeken werden bestsellers en eindigden in de top 10 (‘Het Flitsbrein’ en ‘Mannen en/of vrouwen’).
Overbeek vindt kosteloze kennisdeling en informatie-uitwisseling zo belangrijk, dat hij hier op jongebazen.nl nu 10 jaar de finesses van het managementvak deelt met vakbroeders en collega’s. Daarmee liep hij voor op de moderne social media trends waarin het ‘geven’ van gratis informatie een marketing tool is geworden.
Meer dan 100 000 mensen bezoeken Jongebazen per jaar. En het heeft hem veel respect opgeleverd in managementland. Alles wat te maken heeft met het verbeteren van organisaties, teams en mensen boeit hem. 21 jaar ervaring en intensieve studies helpen hem daarbij. Zijn humor leidt er toe dat mensen hem graag inhuren als spreker en inspirator, en zijn veelzijdigheid heeft hem het compliment van een topvrouw opgeleverd, dat hij altijd een eigen gezichtspunt kiest en je daardoor aan het denken zet.
Organisaties weten de weg naar hem te vinden. Hij zei daarover in een interview: ‘Het is niet altijd makkelijk om mijn werk te combineren met jongebazen, omdat je op zo’n blog wel eens inzichten los wilt maken die strijdig zijn met wat gangbaar is in mijn vak. Wat zegt hij daar nu weer?, denken opdrachtgevers dan. Maar ik kan ze gerust stellen. In mijn werk kan ik me goed op een opdracht richten.’
Bert twittert op Goeroetweets, een titel die is afgeleid van zijn boek ‘Goeroegetwitter’. Het woord ‘goeroe’ is duidelijk met een knipoog. Want hij is wars van goeroeneigingen, en prefereert laagdrempeligheid. Jongebazen heeft een eigen groep op Linkedin.
Correspondentie met Bert Overbeek via pitcher.support@hetnet.nl Zijn website is www.pitchersupport.jimdo.com
https://research.tue.nl/en/publications/het-socio-technisch-ontwerp-paradigma-van-organisaties-een-biblio (download via TUe repository)
Door weinig doordachte implementaties van zelfsturende teams in die jaren kreeg de MST een imago als 'dat is iets met zelfsturing maar dat werkt toch niet'.
Als ik kijk naar de zich herhalende geschiedenis dan is onwetendheid over hoe een structuur eruit ziet die zelfsturing door een team betekenisvol kan maken nog steeds een belangrijke oorzaak van mislukkingen in de vorm van een 'draaimolendrama' zie https://www.linkedin.com/pulse/self-managing-merry-go-round-l-j-hans-lekkerkerk .
Het gaat om een gezonde geest (mensen) in een gezond lichaam (bedrijf).
1. De reden om zelfsturing in te voeren moet gebaseerd zijn op visie en langetermijndoelen: hoe kunnen we daardoor onze klanten beter bedienen?
Dat geldt dan ook voor het optimaal inzetten van gemotiveerde medewerkers. Bij het formuleren van organisatiedoelen beperken veel managers zich helaas vaak tot financiële en operationele doelen in termen van rendement, productiviteit en efficiëntie. Bij zelfsturing liggen de doelen primair op de kwaliteit van dienstverlening (w.o. klanttevredenheid) en effectief samenwerken van mensen (w.o. medewerkertevredenheid). Wanneer deze doelen gerealiseerd worden, vormen de financiële en operationele doelen een vrijwel logisch gevolg. Andersom geldt dit evenwel niet! Wanneer managers primair kiezen voor financiële doelen en zelfsturing zien als een middel om beheerskosten te verlagen en besluitvorming te versnellen, wordt zelfsturing geen succes. Begin er dan maar niet aan!
2. Zelfsturing opzetten als een ontwikkelingsproces.
Het opzetten van zelfsturing is geen sinecure en vergt ruime aandacht voor een drietal zaken: regelvermogen, taakvolwassenheid en motivatie. Regelvermogen: het team moet de ruimte en de bevoegdheden krijgen om zelf doelen te stellen en daarop te sturen. Daarbij hoort ook de beschikbaarheid over een budget voor ontwikkeling en opleiding. Taakvolwassenheid: het team moet over voldoende vaardigheden en zelfsturend vermogen kunnen beschikken. Lerend vermogen is hier onontbeerlijk. Motivatie: bij alle leden van een zelfsturend team moet een basis aan motivatie aanwezig zijn.
3. Aandacht voor mensen in gedrag, besluitvorming en opleiding, training en coaching.
Managers moeten echt delegeren en de taken van managers worden anders: niet meer op het proces sturen, maar op resultaten van dienstverlening en optimaal samenwerken. Ik ben eind jaren 90 directeur geweest van een organisatie met een vergaande vorm van zelfsturing. De voordelen van zelfsturing en de positieve resultaten heb ik daar kunnen ervaren. Mijn rol als manager van een organisatie met zelfsturing was vooral die van coach en het faciliteren van de uitvoering. Dat was in het begin zeker wennen, want dat is geen eenvoudige opgave. Tegen managers die dergelijke rollen niet kunnen of willen vervullen en blijven instrueren en controleren, kan ik wederom alleen maar zeggen: 'begin er dan maar niet aan!'
4. Zelfsturing vergt een aanzienlijke investering in tijd, geduld en doorzettingsvermogen.
Het succes van zelfsturing ligt besloten in de wijze van invoering en in ‘geduld’. De invoering kost vaak veel meer tijd dan men denkt en er komt altijd gedoe bij kijken. Gedoe is niet erg en kan een bron van vernieuwing zijn, maar de medewerkers moeten er wel bij gecoacht worden.
Om zelfsturing, motivatie en invoering te illustreren, dient het voorbeeld van Buurtzorg.
Buurtzorg is een thuiszorgorganisatie die met kleine zelfsturende teams, bestaande uit (wijk)verpleegkundigen en wijkziekenverzorgenden, zorg levert aan huis. Door de zelfsturing van de teams kan men beter aansluiten bij de specifieke wensen en behoeften van de cliënt. De teams zijn zelf verantwoordelijk voor de planning en uitvoering van de werkzaamheden. Ze worden op afstand ondersteund door een regiocoach en een klein landelijk hoofdkantoor. Jos de Blok, oprichter en topman, heeft de zelfsturing in de zorg bij Buurtzorg tot een groot succes gemaakt. Buurtzorg is uitgegroeid tot een organisatie met meer dan veertienduizend medewerkers en Jos de Blok geeft zelfs wereldwijd lezingen over het concept van zelfsturing. Een befaamde uitspraak van Jos de Blok is: ‘Je moet mensen gewoon hun werk laten doen.’ Het is meer dan alleen een manier om te organiseren zonder managers; het is een filosofie en een kijk op hoe mensen (willen) werken.
In 2016 werd het failliete TSN Thuiszorg met ruim 2.300 medewerkers overgenomen door Buurtzorg. De Blok zei tegen de medewerkers van TSN Thuiszorg: ‘Dit is hoe we werken, zien jullie dat zitten?’ Toen werden er in de zaal vragen gesteld zoals: ‘Krijgen we dan geen manager meer te zien?’ De Blok bevestigde dit. Er volgde een luid applaus. Niet iedereen was echter positief over de zelfsturing en uiteindelijk haakten er ongeveer twintig mensen af. De overige medewerkers werden ingedeeld in tweehonderd teams van maximaal twaalf personen. Ze werken nu in zelfsturende teams onder de naam Familiehulp (in sommige plaatsen bekend als Buurtdiensten) en volgens de filosofie van Buurtzorg. Het was voor de medewerkers een hele omslag. Ze waren gewend om individueel te werken en aangestuurd te worden door een manager. Nu vormen ze een zelfsturend team en zijn ze verantwoordelijk voor de planning, het regelen van vervanging bij vakantie of ziekte, urenregistratie, de resultaten van het team en het aannemen van nieuwe medewerkers. Door de nieuwe manier van organiseren worden cliënten beter geholpen, zijn medewerkers meer tevreden en zijn de overheadkosten tot een minimum beperkt. Hierdoor is een verliesgevende organisatie weer winstgevend geworden.
Bronnen: Bregman (2017); Van der Molen (2019)
Vanuit mijn ervaring heb ik ook zicht gekregen op een andere kritische succesfactor. Het zelfsturende team moet kunnen beschikken over de competenties, teamvaardigheden en verschillende persoonlijkheidstypen om effectief te kunnen functioneren. Teamsamenstelling en teambuilding zijn hier dus erg belangrijk. De samenstelling van het team wordt nogal eens bepaald door de eisen die de werkzaamheden stellen en in veel mindere mate door de samenwerking in het team. Wanneer de teamsamenstelling onvoldoende tegemoetkomt aan een effectieve samenwerking, vormt ze een bron van interne conflicten.