Naar een beter gesprek over nieuw organiseren

Columns

Afgelopen week raakte de discussie over nieuwe organisatievormen verhit. Maar we moeten waken voor onze traditionele neiging tot modellenfetisjisme. Pas als we het gaan hebben over de onderliggende principes, komen we bij de kern uit.

Nieuw organiseren lijkt zowaar in een strijdtoneel te kunnen veranderen. Afgelopen week steeg het kookpunt in de discussie rond organisatievormen zoals zelfsturing, holacratie en het Spotify-model. In een artikel in Trouw opende Sioo-rector Ard-Pieter de Man de aanval op de ‘duistere kanten’ van dergelijke modellen. Onder meer een maatschappelijke tweedeling en toenemende sociale druk zouden ermee gepaard kunnen gaan, aldus de knuppel die De Man in het hoenderhok gooide. Waarop (uiteraard) snel een reactie kwam van Ben Kuiken, oprichter van Nieuworganiseren.n...

Lenette Schuijt
Pro-lid
Helemaal mee eens. Het is flauw om eerst nieuwe organisatievormen te bejubelen als de oplossing voor alle organisatiekwalen en dan vervolgens te schamperen dat de nieuwe modellen geen hemel op aarde betekenen. Ik vind overigens wel dat het goed om oneigenlijke argumenten zoals Ard Pieter de man ook in mijn ogen gebruikt, te weerleggen, zoals Ben Kuiken doet. Maar laten we er inderdaad geen welles-nietes discussie van maken. Laten we het gesprek richten op de vraag hoe nieuwe organisatievormen succesvol kunnen werken. Daar is best wat voor nodig en wie het lichtzinnig invoert, komt van een koude kermis thuis. (zie ook: https://www.managementsite.nl/nieuw-organiseren-organisatieontwerp)
Er zijn genoeg boeken verschijnen over de condities waaronder zulke organisatievormen tot een succes kunnen leiden, zoals het zeer degelijke Het Nieuwe Organiseren van Herman Kuipers e.a. (Acco, 2010) En in mijn eigen boek Wat bezielt ons? Van verstarring naar vitaliteit (Vakmedianet, 2015) geef ik tientalen voorbeelden van organisaties die meer en minder succesvol met deze concepten werken en trek ik lessen over de tien basisprincipes voor nieuw organiseren.
Ben Kuiken
Pro-lid
Hé Peter, goed stuk. En ook helemaal mee eens. Nieuw organiseren is in mijn ogen geen model, maar een manier van denken. Het gaat erom dat we (onder meer met http://www.nieuworganiseren.nu) mensen willen inspireren om op een andere manier naar hun organisatie (of beter nog: organiseren) te kijken. Daar kunnen we wat leren van de voorbeelden, zoals Semco, Buurtzorg, Finext, Hollands Kroon, maar niet om blind te kopiëren. Het zijn de ideeën en principes die belangrijk zijn, niet de organisaties of modellen zelf.
Over jouw drie principes wil ik nog wel een keer een goed gesprek voeren, want volgens mij kunnen we nog wel een slagje dieper (bijv. het idee dat managers verantwoordelijkheden moeten loslaten suggereert dat zij iets vast hebben. Dat is maar helemaal de vraag).
Dhian Sioe Lie XS
Spijker op de kop Peter! Zou het er van kunnen komen....een open gesprek over de onderliggende organiseerprincipes met mensen die zo uiteenlopende brillen op hebben? Ik deel helemaal jouw waarneming/analyse dat 'openheid' de meest cruciale en lastigste is. In mijn visie zit het kernvraagstuk van nieuw organiseren in de vraag hoe persoonlijke sturingskracht/verantwoordelijkheid (in een context van ruimere autonomie) te verbinden is met de schijnbaar autonome, nauwelijks te beïnvloeden dynamiek van organisatiesystemen. Tenminste, met minimale hiërarchie dan. Je zou ook kunnen zeggen: hoe kun je bottom-up sturing vanuit de persoonlijke ervaring laten samengaan met top-down sturing vanuit leiderschap voor het geheel?
L.J. Lekkerkerk
Lid sinds 2019
Ad principe 1: Om de autonomie van groepen mensen (afdeling, team) in organisaties te verruimen moet je kijken naar de afhankelijkheden die ze hebben t.o.v. andere groepen. In een functionele structuur is de autonomie vrijwel nihil door de enorme onderlinge afhankelijkheid; volg een order door de organisatie .. hoe meer groepen eraan bijdragen, des te groter de afhankelijkheid. Ofwel, zulke groepen zelfsturende teams noemen maakt ze net zo zelfsturend als de 4 peuters die elk een stuur hebben in de brandweerauto op de kermisdraaimolen; ze kunnen sturen wat ze willen, maar de molen dicteert hun rondjes. Dus kijk ook naar de huidige structuur van arbeidsverdeling en versimpel die zodanig dat de behoefte aan coördinatie zoveel mogelijk verdwijnt; bedrijfje binnen het bedrijf

Ad 2 Strategisch opportunisme: dit klinkt naar ambidexterity; zowel je huidige markten goed bedienen en daarvoor passende incrementele innovaties realiseren, als ook open blijven staan voor (technologische) ontwikkelingen die radicalere innovatie vragen en wezenlijk zijn voor blijvende levensvatbaarheid. Zeker in grotere organisaties is het organiseren van innoveren een lastig vraagstuk.

Ad 3 Openheid; als kennis en info over het financiële reilen en zeilen macht is en dus voorbehouden aan DGA of topmanagement, dan heb je mogelijk te maken met 'controlfreaks' aan de top en dat verdraagt zich al slecht met het decentraliseren van bevoegdheden wat voor betekenisvolle zelfsturing onmisbaar is (princ. 1).

Een blauwdruk als one size fits all bestaat zeker niet (anders hadden we aan de barbapappa's van Mintzberg genoeg), maar een manier om tot een blauwdruk (in de zin van een maatwerk-structuurontwerp) te komen is er wel; men leze 'Het nieuwe organiseren. Alternatieven voor de bureaucratie' (Kuipers et al. 2010, uitg. Acco)
Willem Mastenbroek
Pro-lid
Beste Peter

Het hype-gehalte van nieuw organiseren valt volgens mij wel mee. Ik zie het als een <a href="https://www.managementsite.nl/discipline-verantwoordelijkheid-zelforganisatie-innovatief-organiseren" target="_blank">evolutie</a> van al bestaande principes. De coöperatie, de franchise-organisatie en de netwerk organisatie dateren al van generaties terug. Principes als platter organiseren, streven naar eenvoud en transparantie, klein binnen groot, minder top-down controle en regelgeving, een grotere verantwoordelijkheid bij de uitvoerende professionals, meer autonomie en een toenemende resultaatverantwoordelijkheid voor onderdelen, zijn dan al duidelijk zichtbaar.
In de praktijk zijn de afgelopen jaren deze principes verder ontwikkeld en op steeds grotere schaal aangewend.
Inderdaad een goede reden om ze serieus te nemen en onze kennis ervan verder te ontwikkelen.

Deze evolutie gaat niet zo snel als velen wensen. De belangrijkste reden is dat het in de kern een verandering van houding en gedrag betreft. Dat heeft tijd nodig en roept weerstand op. Wat ook niet helpt is de bevlogenheid en de grote nadruk op geluk, liefde en ‘weg met de managers’ bij sommige enthousiastelingen. Niet zo vreemd dat men het dan als een hype ziet en als ongeloofwaardig ervaart. We zijn er ook al lang achter dat allerlei vormen van sturing nodig zullen blijven. Op een andere manier dan voorheen maar toch!

Dat er ook nadelen te bespeuren zijn, waar veel te weinig over geschreven wordt, is tevens een factor. Wie heeft er zin in altijd flexibel zijn, in continu verbeteren, in immer toenemende verantwoordelijkheid voor resultaat en klant, in aangesproken worden op het eigen gedrag door collega’s, in altijd maar blijven leren? Dat valt niet mee.
En hoe moet het met de mensen die afhaken? De groep outsiders die nu al niet aanklampt wegens onaangepast gedrag en onvoldoende opleiding is aanzienlijk. Zullen ze wegzakken in armoede en wrok? Bron: https://www.managementsite.nl/semco-innovatief-organiseren-semler-werk-vrijheid-geluk

Willem Mastenbroek

Marc Meijs
Lid sinds 2019
Ik zie dezelfde ontwikkeling Peter. Je kunt je ook nog afvragen waar onze hang naar modellenfetisjisme vandaan komt. Volgens mij zijn al die modellen net als diëten. Ze zijn modegevoelig en veranderen per goeroe en per (wetenschappelijk) onderzoek. Terwijl de diëten veranderen, verandert het probleem eronder niet: Verslaafd aan eten om gedoe in onszelf niet onder ogen te komen. Diëten helpen dan om (tijdelijk) minder te eten, maar het probleem eronder blijft bestaan.

En zo is het ook met onze hang naar de modellen. Ze helpen aan de oppervlakte, maar meestal zijn het afleiders van het werkelijke probleem: Verslaafd aan veranderen om het gedoe in de organisatie niet onder ogen te hoeven komen. Gedoe onder ogen komen is volgens mij de enige weg naar verruiming van autonomie en echte transparantie.
Peter van Lonkhuyzen
Auteur
Dank reageerders. Zoals Willem Mastenbroek terecht schrijft, valt de ontwikkeling van 'nieuw organiseren' soms tegen omdat het in de kern om houding en gedrag gaat. Dat is een punt waarmee we bij het hart van de discussie uitkomen.

Kun je nieuw organiseren, dat wil zeggen medewerkers meer autonomie geven en dan meer betrokkenheid, inzet en ideeën oogsten, door alleen houding en gedrag en niet de organisatie te veranderen? Misschien wel. Je kunt medewerkers bijvoorbeeld een welomschreven verantwoordelijkheid geven, zonder managementstructuren overhoop te gooien.

Andersom, kun je nieuw organiseren door de organisatie wel en houding en gedrag niet te veranderen? Nee, kansloos.

Mijn punt is dat de discussie te veel over modellen, d.w.z. de organisatie wordt gevoerd. Modellenwerk is de abacadabra van onervaren consultants. Ze denken dat je een organisatie omtovert, in een mal giet, en dan komt alles goed. Het is ook een veilige discussie: het gaat over bouten en schroeven aandraaien in plaats van een eng onderwerp zoals menselijk gedrag.

Aan gedrag, met name communicatiegedrag, werken is moeilijk en komt dichtbij onze sterke en gevoelige kwaliteiten. Als je het overslaat, kun je succesvol nieuw organiseren echter wel vergeten (zoals ik <a href="https://www.managementsite.nl/nieuw-organiseren-nieuw-leiderschap-nieuw-communiceren" target="_blank">hier</a> betoog).

Meer over Management modellen