Nederland telt steeds minder managers, meldde het CBS onlangs. Om precies te zijn: in een jaar tijd daalde het aantal managers van 531.000 naar 490.000. Koren op de molen van de voorstanders van nieuwe, op zelfsturing en verantwoordelijkheid, gerichte manieren van organiseren.
Ook bij de redactie van managementsite bespeurde ik enig enthousiasme: weliswaar houdt men in haar column Minder managers. Trend of tijdelijke terugval? nog een slag om de arm – een van de onderzoekers van het CBS stelde namelijk dat met het aantrekken van de arbeidsmarkt ook weer managers zouden worden aangenomen – maar de algemene teneur is toch dat innovatief organiseren aan de winnende hand is.
Wie zo denkt, laat zich volgens mij teveel door de cijfers leiden: de discussie over managers zou niet moeten gaan over ...
Het schijnt schadelijk te zijn als het boven een bepaalde concentratie in de 'frisse lucht' zit. (zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Zuurstofvergiftiging ).
Een teveel aan managers is ook wel als 'giftig' te zien. Zouden ze dat ook in de metafoor hebben gestopt?
Managers-functies worden nog te vaak gezien als het hoogst bereikbare, al dan niet ingegegeven door het feit dat ze dan ook beter worden betaald dan hun medewerkers. Nu bemoeien managers zich vaak tot op detailniveau met van alles en denken voor de medewerkers ipv hen de ruimte te geven voor het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Ze formuleren te bereiken prestaties in inputtermen ipv sturen op output en daarmee medewerkers ruimte te geven voor eigen invulling.