Bert Overbeek is trainer, coach en interim manager, maar tegenwoordig kan je ook zeggen: organisatiedokter en -innovator. Opgeleid door NS en Schouten en Nelissen, besloot Jongebazen-oprichter Bert Overbeek na 25 jaar loondienst om voor zichzelf te gaan werken. Hij wilde zijn klanten meer op maat bedienen, de basis van zijn werk verdiepen en de kwaliteit van zijn werk vergroten en had het gevoel dat hij daarvoor onafhankelijk moest kunnen opereren. Hij is er gelukkig van geworden. (Website met filmpje: www.pitchersupport.jimdo.com)
Prof. dr. Mastenbroek van Managementsite ‘ontdekte’ dat Overbeek meer kon dan bedrijven helpen met verbeteringen van resultaat en sfeer. Hij vroeg de schrijvende organisatieontwikkelaar of hij een weblog voor jonge managers wilde bijhouden, als partnerlink van het grote ManagementSite. Dat was tien jaar geleden. Sindsdien schreef Overbeek bijna 1500 artikelen en zes boeken. Ze werden uitgegeven door Haystack en door Futuro Uitgevers. Twee boeken werden bestsellers en eindigden in de top 10 (‘Het Flitsbrein’ en ‘Mannen en/of vrouwen’).
Overbeek vindt kosteloze kennisdeling en informatie-uitwisseling zo belangrijk, dat hij hier op jongebazen.nl nu 10 jaar de finesses van het managementvak deelt met vakbroeders en collega’s. Daarmee liep hij voor op de moderne social media trends waarin het ‘geven’ van gratis informatie een marketing tool is geworden.
Meer dan 100 000 mensen bezoeken Jongebazen per jaar. En het heeft hem veel respect opgeleverd in managementland. Alles wat te maken heeft met het verbeteren van organisaties, teams en mensen boeit hem. 21 jaar ervaring en intensieve studies helpen hem daarbij. Zijn humor leidt er toe dat mensen hem graag inhuren als spreker en inspirator, en zijn veelzijdigheid heeft hem het compliment van een topvrouw opgeleverd, dat hij altijd een eigen gezichtspunt kiest en je daardoor aan het denken zet.
Organisaties weten de weg naar hem te vinden. Hij zei daarover in een interview: ‘Het is niet altijd makkelijk om mijn werk te combineren met jongebazen, omdat je op zo’n blog wel eens inzichten los wilt maken die strijdig zijn met wat gangbaar is in mijn vak. Wat zegt hij daar nu weer?, denken opdrachtgevers dan. Maar ik kan ze gerust stellen. In mijn werk kan ik me goed op een opdracht richten.’
Bert twittert op Goeroetweets, een titel die is afgeleid van zijn boek ‘Goeroegetwitter’. Het woord ‘goeroe’ is duidelijk met een knipoog. Want hij is wars van goeroeneigingen, en prefereert laagdrempeligheid. Jongebazen heeft een eigen groep op Linkedin.
Correspondentie met Bert Overbeek via pitcher.support@hetnet.nl Zijn website is www.pitchersupport.jimdo.com
Wat mij betreft kan KPN de pot op.
Groeten,
mister Ako
Niet enkel bij de relatie met de externe klant geldt dit maar ook bij de interne klant. Het is ook voor een stukje aangegeven in de discussie: IT die niet werkt ...
Is dat bij IT niet meestal zo, veel IT'ers gedragen zich als vinologen. Je mag als business blij zijn dat je hen iets mag vragen. Dan moet je over de dienstverlening niet zeuren ...
Als klanten, gebruikers niet meer over zich heen laten lopen kan het veranderen anders is het inderdaad dweilen met de kraan open ...
Veel bedrijven hanteren bij het ontwikkelen van diensten de productbenadering of productiebenadering, ingegeven door het beheersen van kosten en bedrijfsprocessen. 100 jaar na Henry Fords "Any colour - so long as it's black" is dit toch een achterhaald principe.
Vreemd dat dienstenleveranciers (in spe) vaak geen differentiatie door middel van het centraal stellen van de klant in haar bedrijfsprocessen nastreven.
Chris Voets
helaas is je lamentering zéér herkenbaar. Ik kan zo uit de losse pols ook een heel riedeltje cases toevoegen. Ook van “solide merken” zoals HP
. Dat brengt, behalve dat het oplucht om zo’n verhaal op papier te zetten, verder niet veel. Wat DOEN we eraan?
Even samen kijken:
- kun je het logistieke systeem dóórdenken? Ja
- kun je het pre-testen? Jazeker
- kun je het real life testen? Zeker weten
- etc
Waarom het er dan toch vaak slecht uitziet op de vierkante meter bij de klant moet wel andere oorzaken hebben. Zoals daar zijn:
- rapportenschrijvende manager (interne windowdressing)
- carrieremakers
- apres nous la deluge mentaliteit
- interne, naar binnen gerichtte orientatie
- haast, haast, haast
En daarenboven: leren. Ook vorige generaties hebben fouten gemaakt, maar . . . er was tijd (prioriteit en geld) om ze te herstellen. Ik kan me ongelooflijk opwinden over de vervlakking, de onpersoonlijkheid, de haast, de gretigheid van bedrijven. Maar dat hoeft niet: de wal zal het schip keren. Bedrijven die er wèl wat van snappen komen vanzelf bovendrijven. En de rest? Die gaan gewoon failliet, zoals het hóórt als je wanpresteert en daar óók nog eens niets aan wil doen.
Groet,
Jos Steynebrugh
Change Enhancement, Zoetermeer
Wij als B+I Groep (beleid en innovatie) hebben veel met soortgelijke problemen te maken en daarom is het action learning programma Samen Ondernemen ontwikkeld.
De klant heeft het probleem en wil graag meedenken en meehelpen. Hier begint samen ondernemen. Als je het probleem samen met de klant goed in beeld hebt gebracht kun je zelfs derden inschakelen om samen met partners in de keten voor de oplossing zorg te dragen.
Het leuke is, dat het denken vanuit de klant eigenlijk zo simpel is. Als je het blijkbaar begrijpt dan zie je het ook nog. (Cruyff). En het verhoogt inderdaad de werkvreugde en het spekt de kaspositie. Waar wachten we eigenlijk op?
Op www.samenondernemen.nl staat meer over dit programma. Reageren kan okk via deze website, het onderwerp is belangrijk genoeg.
Wouter Jansen
Tja, ik dacht er ook altijd zo over. "dacht", want ik twijfel. De klachten over KPN duren al tijden. Zie: http://www.gekopklanten.nl/2007/06/15/gek-op-klanten/zelfs-de-consumentenbond-geeft-het-op-slechte-service-van-kpn/
Wat is dit? Onmacht, onverschilligheid, verloedering, laksheid, wanbeheer? Of ziet men het als een normaal bedrijfsprobleem: "Je kan het niet iedereen naar de zin maken; uiteindelijk betreft het maar een klein percentage van de klanten!" Kennelijk komen bedrijven daarmee weg. Want het is niet alleen KPN. Tal van andere bedrijven rommelen maar aan met hun service; zie de voorbeelden in Gekopklanten.nl. Dit probleem breidt zich alleen maar uit. Ook in andere vormen: het gedoe rond ABN/Amro lijkt mij ook niet erg ingegeven door zorg voor de klant.
Misschien moeten we ons instellen op een periode dat we blij mogen zijn dat we nog ergens terecht kunnen voor een internetverbinding, voor een bankrekening, voor de levering aan huis van wijn, energie of wat dan ook. Zo gek is dat niet want in grote delen van de wereld is dat nog lang niet mogelijk. En ook in onze eigen geschiedenis is deze "verwennerij" een vrij recent gegeven.
Case 1: PTT
Ik heb het helemaal gehad met alle afsplitsingen van wat óóit PTT was. De muffe lucht van ambtenaren hangt er na 50 jaar nog steeds. Bij mij in de buurt is/was een vestiging met 5 medewerkers. Lunchtijd: 1 loket is open, de andere vier doen iets onduidelijks met papiertjes. Lange rij voor dat éne loket, soms wel tot buiten.
Nu komt de strategische move: het filiaal wordt ondergebracht in de aangrenzende boekwinkel. Tja en die gaat pas om 10.00 uur open 's morgens, da's logisch hè? Buiten geen brievenbus meer. Als ie open is wordt de ramp bemand door één medewerker. Resultaat: nog véél langere rijen tot buiten. Da's héél knap bedacht, PTT (ik blijf jullie zo noemen tot jullie iets doen waardoor ik je nieuwe naam ga onthouden): dezelfde non-service als vroeger, maar met véél minder personele kosten.
Ik trek een nummertje en 16 minuten later ben ik aan de beurt. Mijn eerste vraag is: “Heeft u een klachtenformulier”. Nee? In dat geval wil ik er graag TWÉÉ.
Wat ik niet snap is hoe dit "kweekje" gewoon doorgaat met bestaan. Hallo, PTT, het is 2007 en 7x24 en . . . vijf voor twaalf. De eerste de beste concurrent die het één haar beter doet dan jullie, wint onherroepelijk. En da’s geen moeilijke opgave.
Case 2: Trust
Ik wil graag een teken-tablet kopen: A4 formaat en dan de goedkoopste.
Op merkniveau zijn er twee aanbieders in Nederland: Wacom en Trust.
Dus zoek ik naar een zaak die die dingen verkoopt om ze fysiek te betasten, en met “iets” te spreken van vlees en botten die er ook nog wat van weet.
Als ik Google op “Tablet” en “A4” krijg ik een hele reut (voornamelijk Engelstalige) websites met blogs en leken-geleuter. Ah . . . . Wacom is een merk en Trust ook. Trus zoeken. Mispoes: tig pagina’s. Dan maar op de gok “Trust” en “Nederland” en, jawel, www.trust.com bestaat. Ik kies op de site voor “producten” en “input devices” en zie: daar staan ze.
Natuurlijk geen prijzen. Welk een knop “waar te koop”. Mooi, ik geef postcode in en vind twee namen met adres. Geen telefoonnummer. Zou wel handig zijn. KPN CD-tje biedt soulaas en ik ga bellen. In gesprek, Jan is even weg, hebben we niet, weten we niet, Jan is vandaag vrij. Nee, hebben we niet in voorraad. Prijs? Moet ik uitzoeken. Levertijd? Geen idee. Weet u toevallig de importeur? Vraagt de verkoper. Wat dacht u van Trust Nederland, zeg ik. Weet u waar die zitten? Ik gooi de haak erop. Ik krijg hier het zuur van.
Via wat slinkse omwegen vind ik het telefoonnummer van de importeur voor Nederland van Wacom. Die willen mij (consument) niet te woord staan, maar na bot aandringen dan voor deze ene héle bijzonder uitzonderlijke keer dan. Prijsverschil met Trust is bijna 400 euro. Of ie me dat kan uitleggen. Kwaliteit zegt ie. Nou, voor dat prijsverschil kunnen ze 4 x kapot voordat ik één cent verloren heb. Voor een dealer word ik terug verwezen naar Internet.
Dan maar weer Internet op. Niet dus. Recenties zoeken. Ik vind er één. Dan maar gebruikers ervaringen. Dat is drijfzand. Commentaar is niet objectief, afhankelijk van onkunde, vermenigvuldigd met desinteresse en een flinke scheut azijnpis. Het spul zou kapot gaan, geen rechte lijnen kunnen trekken etc etc. Het wordt al een stevige deskresearch ondertussen. Potverdomme, ik wil gewoon zo’n ding hebben. Als ik nou toch geen expert info kan krijgen danmaar gokken en via Internet bestellen? Even Bol proberen, daar heb ik goede ervaringen mee. Ik vind de tablet direct en bestel em. Twee dagen later keurig afgeleverd.
Case drie: HP
Ik weet ik héél precies wat ik hebben wil: de goedkoopste scanner met scanningsoftware Read IRIS PRO erbij voor teksten direct naar Excel te kunnen scannen. Even Internet op.
Eerst moet ik een productcategorie aanklikken en u raadt het al: . . . . daar staat scanners niet bij. Dealer zoeken. Weer een zoekplaatje. Ook hier een hoop gezeur per telefoon en uiteindelijk, ja hoor, iemand die zegt dat ie niets van scanners weet, maar hij belooft het tot de bodem te gaan uitzoeken voor me.
Ondertussen is het ding gearriveerd bij de dealer, ik ga em ophalen. Op de doos staat NIET de gevraagde software (PRO-versie). De dealer belt met HP. Kastje, muur, kastje. Klapstuk van deze ervaring: de ander loket voor consumenten. Tja, de klant (ik) staat ernaast en is een éénpitter, dus zowel consument als bedrijf. Nee, toch opnieuw bellen (da’s voor de klantenstatistieken). De dealer schrijft het nummer op en constateert na drie schiksecondes dat het hetzelfde telefoonnummer is als waar hij NU mee spreekt. Ja, tóch moet de klant zelf bellen. Nou, die staat hier GVD naast me. Niks mee te maken. Na een reeks vloeken, bedreigingen en . . . lang zoeken wordt een technicus gevonden die snapt waar het over gaat. Dit contact is verboden, maar hij snapt het en doet het TOCH: praten met de klant.
Ik GENIET !!!!
De zure smaak over de werkwijze van de importeur blijft lang hangen. Ga zo door, HP, de Lexmonds, Canons en Epsons komen je links en recht voorbij. Niet omdat ze beter zijn, niet omdat ze goedkoper zijn, maar omdat ze iets van klanten snappen. Dell zet de toon en gooit HP uit het assortiment. Bravo, heren, ga vooral zo door. Ik lees het wel in de Staatscourant.
Groet,
Jos Steynebrugh, Change Enhancement, Zoetermeer
Gedreven als ze zijn op het behalen van hun targets, die meestal zo hoog worden gesteld dat ze die alleen halen als ze op hun tenenen blijven lopen, is hun blik vooral gericht op wat zich boven hen bevindt en niet op de 'werkvloer' in het call center.
Daar zit je dan als welwillende klantcontactmedewerker. Van de klanten krijg je de wind van voren omdat je namens het bedrijf de dienst niet kan leveren die de klant wordt beloofd. En van de teamleider (middlemanager) krijg je de wind van achteren, omdat jij zijn/haar targets niet weet te realiseren.
Dat je ondertussen heel veel mensen wél helpt, wordt voor het gemak vergeten. En dat je tussen de telefoontjes door, voor zover je dat zonder het gehijg van je teamleider in je nek kunt doen, ook nog eens met je collega's een efficiënter manier van werken afspreekt, wordt evenmin opgemerkt.
Alleen outputgericht werken heeft tot gevolg dat aan de input onvoldoende aandacht wordt besteed. Wie vertelt de klantcontactmedewerker hoe die zijn werk moet doen? Dat is meestal niet de directeur noch de bedenker van het concept, maar de teamleider die de informatie gefilterd tot zich neemt. Die vooral de onderliggende boodschap meekrijgt dat er bepaalde normen (lees: afgesproken in geld uit te drukken targets) gelden. Die teamleider ziet vooral de beloofde bonus voor zijn neus en kijkt vervolgens niet naar de klantcontactmedewerker, die achter die worst hoog en laag springt.
Een beetje meer LSD en een beetje minder bonussen, misschien helpt dat om andere waarden te ontdekken in klantgericht werken.
Eigenlijk vond ik het wel welletjes met mijn inzendingen. Maar Willem Mastenbroek raakt een wel héél erg mineure snaar: DE bank. Dus ééntje nog, dan.
Ik heb alweer een tijd geleden een hypotheek op mijn toen nieuwe huis genomen. ABN werd het. Later werd duidelijk waaróm. “Tja, beetje dom”, zou Maxima zeggen. Ik heb me laten piepelen door de tussenpersoon dus. Er moest een Overkruis Overlijdens Risico (OOR) verzekering op (AXA).
Dat OOR liet ik mij onwetend (hoevaak sluit je nou een hypotheek af?) aannaaien. Kosten: 4000 euro per jaar.
Times they are achanging zong Bob Dylan, en dat is ook zo. Maar niet alleen de tijd veranderde: óók de AEX waar de verzekering “aan hangt”. Ingestapt bij 512 en vlak daarna de stijle duik naar twee-zoveel. Het “potje” (meeropbrengst van het oude huis) dook naar 50% van de inlegwaarde. Om verschillende redenen wil ik eraf. Mijn inkomenspositie verandert over 3 jaar (dan sluit ik mijn zaak), we willen ons huis “opeten” (geen nakomelingen, dus zlef leuke dingen doen van dat geld) en de verzekering heeft voor òns derhalve geen functie meer (eigen spaarpotje is groot genoeg). Naar de bank dus.
Mijn “bloed-eigen” account manager ontvang mij. Ik wil 20% aflossen (mag contractueel) en dan de verzekering eraf omdat de executiewaarde dan hoger is dan het restbedrag en de verzekering voor de bank derhalve geen functie meer heeft. Neen !!! Wat wel? Helemaal doorhalen (renteboete) en . . . een nieuwe aflossingsregeling (10% per jaar ipv 20). Dat verdien ik dus niet meer terug, ik wil juist looptijdverkorting, NU mijn potje redden (AEX staat weer goed). Kortom: wil ERAF op termijn!!! Neen !!!! Motivatie? Redelijke onderbouwing? Niet dus. Argumenten hiervoor? ÉÉN: “We werken volgens het boekje”.
Heeft dit voor de bank een functie? Korte termijn gedacht wel (klant vasthouden). Lange termijn niet, want ik ga natuurlijk naar de concurrent. Niet omdat ik daar veel mee win, maar omdat het enige is dat ik kan doen om mijn gram te halen. Zelfs als het me méér kost dan bij ABN. Pissige mensen doen nu eenmaal irrationele dingen, soms . . . .
Het is nog maar een jaar geleden dat de nieuwste vorm van creatieve klantenbinding mij schuddebuikend aan het lachen bracht. Ik werd aan de voordeur van de bank ontvangen door een in V-vorm opgestelde haag van medewerkers. Alle bureaus waren onbemenst. “Goedenmorgen” klonk het in koor. “Overvalletje gehad?” grapte ik. De hoofd-chasseur maakt een stap vooruit en zegt “Nieuwe stijl service van de ABN. Wij zijn er voor de klant en we verwelkomen u graag al bij de deur. Kopje koffie? “Hier in de rij?”, dacht ik nog.
Een week later was alles “back to normal”. Maar wat hier “in het klein” beschreven is zie ik nu “in het groot” gebeuren. En dat AXA-potje verhaal? Daar hoef ik waarschijnlijk niets aan te doen: dat lost TROS-RADAR voor ons op.
Heren ABN, is uw marketing-boordcomputer een beetje in op tilt? Uwes lijket steeds meer op een ongeleid projectiel . . . Hoezo DE bank?
Jos Steynebrugh
Change Enhancement, Zoetermeer
Ik deel de mening van Barbara dat het veel te maken heeft met een gebrek aan éénduidige communicatie. En dan vooral als het gaat over de kwaliteit ‘luisteren’, waarbij vooral (middle) managers het laten afweten. De customer servicemedewerker is een speerpunt in de markt en is daarmee een belangrijke informatie¬bron voor account management. Signalen komen hier veelal het eerst binnen. Maak daarvan gebruik. Het gaat om informatie over bijvoorbeeld verzendingen naar klanten, serviceniveau en manco's per account, verloop van acties en promoties (vooraf, tijdens en achteraf, hoeveel is weggegeven per deal?) en calamiteiten die relevant zijn voor de communica¬tie van de account manager met de betreffende klant. De klant moet uiteindelijk de customer servicemedewerker beschouwen als een volwaardige partner van de account manager. Te vaak zien we dat bij moeilijke problemen met afnemers (lastige vragen, financiële perikelen, irritatie, klachten) een oplossing vaak pas tot stand na tussenkomst van de algemeen directeur of de verkoop directeur. Men mag of kan deze problemen klaarblijkelijk zelf niet oplos¬sen. Terwijl een goed besef van welke klant er-nu-echt-toe-doet een startpunt moet zijn. Van top-naar-down lijkt de norm te vertroebelen van klantgerichtheid naar sturen op enkel efficiency en regeltjes.
En Chris stelt terecht dat de dienstenleveranciers (in spe) vaak geen differentiatie door het centraal stellen van de klant in haar bedrijfsprocessen nastreven. En dan helpen mooie posters met loze kreten aan de muur van de customer service afdeling echt niet meer.
En Hendrik heeft groot gelijk als hij stelt dat die basisgedachte ook moet gelden voor interne dienstverleners. Of misschien wel juist voor hen willen ze hun monopoliepositie behouden,. Ik ben ook blij dat mijn eigen werkgever, het Ministerie van Defensie, nu daadwerkelijk werk gaat maken van het uitbesteden van ondersteunende diensten. Weliswaar bedacht vanuit een besparingsvisie, maar je zult zien dat we uiteindelijk meer-voor-minder gaan krijgen door die externe concurrentiestelling.
Mijn krant schreef over een website als moderne schandpaal voor dierenbeulen. Ook een prima idee voor stoute leveranciers. Met naam en toenaam aan de schandpaal. Anders voelen ze het nooit en leren ze het nooit. En dat gebeurt nu een beetje na mijn artikel. Nu maar hopen dat ze nog wat willen leren…
Toch wil ik iedereen ook uitdagen om andere voorbeelden te geven van bedrijven waar het goed gaat. Dat is toch minstens zo leerzaam! Jos geeft al wat suggesties: Even samen kijken: het logistieke systeem goed dóórdenken en vooraf testen en daarna vooral de vinger aan de pols blijven houden.
Walther Ploos van Amstel
www.waltherploosvanamstel.nl
p.s. naar aanleiding van de reactie ga ik nadenken over een bijdrage over de eerste kilometers van de supply chain; hoe bereik je een perfecte order? Ik hou me aanbevolen voor suggesties!
Bij deze een stukje van de gevraagde input.
Bij de ontwikkeling van dienstverlening (of het gebrek eraan) ligt er vaak een spanningsveld tussen de operationele afdeling -verantwoordelijk voor een foutloze uitvoering- en verkoop -verantwoordelijk voor het genereren van zoveel mogelijk orders-. Voor het onderwerp van je volgende artikel -het bereiken van de perfecte order- zou je dit spanningsveld m.i. moeten meenemen.
In feite is de perfecte order (althans wanneer hiermee bedoeld wordt de ideale input voor een foutloze levering waarmee de klant tevreden is) de order waarin enorm veel -nee, zelfs alle benodigde- informatie is verzameld en waarbij deze op een ideale manier binnen de organisatie van de dienstverlener wordt overgedragen. Echter, deze manier van werken eist veel van je verkooporganisatie (kennis!) en de interne communicatie(systemen).
Lat but not least vergt de perfecte order veel medewerking van de klant, en laat deze nou niet altijd genegen zijn om veel werk te besteden aan het genereren van de benodigde informatie.
Dienstverlening is een samenwerkingsverband tussen leverancier en klant. Wanneer de leverancier aan de klant weet "te verkopen" dat diens volledige medewerking vereist is voor een goed resultaat wordt dienstverlening een succes.
Chris Voets
www.chrisvoets.nl
Een negatiefimago is niet zo verwonderlijk.
Het vertrouwen in goede logistiek is verdwenen. Met gemengde gevoelens bestel je iets, als dan niet via Internet. Eigenlijk verwacht je al dat het niet goed gaat komen. Levertijden worden beloofd, maar zelden waargemaakt. Goede informatie kan niet worden gegeven, met frustratie tot gevolg. Er liggen nog grote uitdagingen, dat maakt ons beroep weer interessant!
Reinier Hillebrink
Webwereld meldt vandaag: De bezorgmethoden zijn klantonvriendelijk en niet van deze tijd, zo bestempelt Jacob Verschuur. directeur ICT Leadership bij Ernst & Young de pakketdiensten. Het onderzoek biedt leuke lessen voor e-logistics.
Zie:
http://www.webwereld.nl/ref/rss/47739
Lees vooral ook de vermakelijke reacties van de lezers van Webwereld!
Verschuur wijst naar het buitenland, waar veelal flexibeler wordt omgegaan met bezorgtijden. “In Amerika en, dichterbij, in Duitsland is het veel beter geregeld”. Volgens Verschuur zou het al veel schelen als klanten ervoor zouden kunnen kiezen hun pakketje ’s avonds te ontvangen. “Dan kiest half Nederland ervoor om ’s avonds een pakketje te ontvangen en dat zou de mobiliteit en het milieu ook op een enorme manier sparen” Overigens houdt Verschuur niet de bezorgdiensten, maar de webwinkels verantwoordelijk voor de ‘achterhaalde’ bezorgmethoden. “Mijn kritiek is gericht op de verzender. De pakjesbezorger voert gewoon zijn opdracht uit, dus de webwinkel moet als opdrachtgever afdwingen dat pakketjes ’s avonds bezorgd kunnen worden”.
Wanneer men belt met een probleem is de verwachting van te voren al dat er geen zinnig antwoord uitkomt of dat er eerst tijden gewacht moet worden op een antwoord. Dit tot grote ergenis van de klant.
Wanneer de medewerkers van de klantenservice op de zogenaamde '1e lijn' niet tot een oplossing kunnen komen wordt het probleem naar de '2e lijn' overgeheveld. Deze verhelpen het probleem wel. De oplossing is heel simpel; kennis door opleiden. Wanneer de medewekers op de '1e lijn' wel in staat zijn deze problemen op te lossen is de gehele '2e lijn' niet meer nodig.
Het verwachtingspatroon van de klant is erg laag. Wanneer de klantenservice dit verwachtingspatroon weet te overtreffen zal dit de klant extra tevreden stellen. Een negative verwachting ombuigen in een positief resultaat zal het vertrouwen ten goede komen.
Zo werkt het ook in de laatste meters van de supply chain. De kennis is er maar wordt niet op de juiste manier ingezet. Wanneer het negatieve verwachtingspatroon 'overtroffen' kan worden zal dit leiden tot meer vertrouwen in de logistiek!
Stefan van der Hagen
Student Logistiek & Economie