Het gaat als volgt. Mensen willen iets. Bijvoorbeeld een hamburger. Of een auto. Of een vliegreis. Als mensen het willen, dan maken andere mensen dat. Tegen een prijs. Vroeger was dat niet zo. Toen ruilden mensen dingen. Een pannenkoek tegen een colaatje. Bij wijze van spreken, want toen was er nog geen cola of pannenkoek. Maar je snapt het wel, dat ruilen.
Als iets heel populair is, dan willen meer mensen het. En ze willen er meer van. Degene die het voor ze maakt is een smart guy en ook een lucky guy want hij kan er meer van verkopen. Op een gegeven moment moet hij personeel in dienst nemen.
Maar daarmee eindigt het niet. Steeds meer mensen willen het. En dus moet hij fabrieken en winkels bouwen. Niet alleen in zijn eigen land, ook in andere landen en uiteindelijk in de hele wereld. Omdat hij een lucky bastard is kan hij zijn bedrijf met al die fabrieken en winkels verkopen, zodat hij op een Canarisch eiland kan gaan luieren.
Maar zijn bedrijf is dan zo groot geworden, dat het te duur is voor één persoon. Dus kopen mensen delen van het bedrijf op. Deze delen noemen we aandelen, en de kopers zijn aandeelhouders. En deze aandeelhouders doen dat niet voor niets. Zij willen eraan verdienen. Als een aandeel de ene dag nog 2 euro waard is, willen ze graag dat het een tijdje later 4 euro waard is.
Omdat de eigenaar van het bedrijf luiert, worden er chefjes aangesteld, en die moeten er voor zorgen dat het aandeel van 2 in 4 euro verandert in bijvoorbeeld 3 jaar, maar liever sneller. Dat kan, als die chefjes ervoor zorgen dat de kosten van het product omlaag gaan en als ze er tegelijkertijd voor zorgen dat er meer van wordt verkocht.
Daarvoor maken ze het spul aantrekkelijker. Maar dat lukt niet zomaar. Daarvoor moeten ze een beetje suiker, vet, zout of een ander smaakje toevoegen. Omdat de kopers ook gevoelig zijn voor geur en kleur, moet het bedrijf ook een geurtje en kleurtje toevoegen waar mensen gevoelig voor zijn.
Het lijkt er dan beter uit te zien dan het oorspronkelijke product. Het is zelfs lekkerder, denken kopers. Dit komt doordat het bedrijf de smaak-, geur- en kleurstoffen heeft uitgevonden, die door mensen lekker worden gevonden. Maar wat ze eten is een deels biologische, deels chemische samenstelling van spul dat geen voedingswaarde heeft. En ze worden er dik van. Chips zijn niet van aardappelen gemaakt en chocola niet van cacao.
En al zegt het bedrijf dat belangrijk te vinden, bijvoorbeeld in reclames op congressen voor gezondheid, de aandeelhouders willen gewoon meer geld zien en dat staat dan ook centraal in het hele verhaal. Niet de gezondheid van de mensen.
Omdat de nieuwe productiemethoden veel goedkoper zijn dan de oude, kunnen de zaken goedkoper kunnen worden verkocht. En dat is precies de bedoeling, want daardoor wordt veel meer verkocht, tot grote vreugde van de aandeelhouders. Arme mensen houden op met het kopen van goed voedsel en ook de rijken vinden het wel lekker, al dat goedkope eten.
Voor het milieu zijn de nieuwe productiemethoden niet bepaald goed. Er moet veel regenwoud worden gekapt, er is veel water- en luchtvervuiling en energie nodig om producten te maken. Dat vindt iedereen heel erg maar aandeelhouders blijven om winst vragen, om meer productie nog, en consumenten blijven het kopen.
En zo zijn we dan aangekomen in de wereld van 2024. Een wereld die op veel punten geregeerd wordt door organisaties die ons voedsel en onze medicatie regelen. Dan wil je dat dat goed gebeurt. Maar de winstmaximalisatie gooit alles omver. Die organisaties moeten hun aandeelhouders tevreden houden, en dat staat helaas ook op nummer 1.
En alweer vallen -tussen de namen van anderen- de namen van Vanguard en BlackRock. Deze investeerders hebben hun tentakels breed uitgeslagen in de voedingsindustrie. En wie dit heel goed zichtbaar maakt is Chris van Tulleken in zijn boek ‘De voedselfuik’. Hij is een kritische arts en wetenschapper.
Zijn boek richt zich op de dingen die we eten. En onder andere daarom hoort het op een business blog thuis. Het gaat om je gezondheid. Om je verzorging. En verder gaat het over de integriteit van organisaties, en om de vraag of we willen dat we aan dit systeem van winstmaximalisatie vast blijven houden.
De meeste mensen deugen, zegt Rutger Bregman. En ik ben het met hem eens. Het is een kleine groep mensen die misstanden veroorzaakt. Maar…het is de consument die zelf kan kiezen wat hij consumeert. En die consument, dat ben jij. Dus kom op, laat dat ultra bewerkte voedsel voor wat het is. Laten we ophouden met die investeringsmaatschappijen rijker te maken en daarmee de armen armer.
Bron: 'De voedselfuik', Chris van Tulleken
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO