Mensen doen wel eens wat denigrerend over praten en woorden. Spreken is immers zilver, waar zwijgen goud is. Non-verbaal gedrag zegt meer dan de woorden die je spreekt. Het gaat om hoe je het zegt, niet zozeer om wat je zegt. Dat leren we op trainingen. Sverker Johansson, een bekend natuurkundige en linguïst, nam onze gesproken taal een stuk serieuzer en schreef een boek met de duidelijke titel ‘De oorsprong van taal’.
Bijna 400 pagina’s lang onderhoudt hij lezers met een boek, dat uitleg geeft over waar, wanneer en waarom de mens begon te praten. We krijgen een college in de ontwikkeling van mensentaal, en daarbij past ook een overzicht van de evolutie van ons brein. Dat het niet makkelijk is om de ontwikkeling van taal in kaart te brengen lijkt me duidelijk, want er zijn geen bandjes opgenomen of televisie-opnamen van een paar miljoen jaar oud.
Het schrift is pas een paar duizend jaar oud, dus wat er in het brein van mensen uit die tijd rondging, weten we maar een heel klein beetje. Het vermoeden bestaat echter dat het gesproken woord al zo’n 3 miljoen bestaat en we zullen op andere wijze moeten achterhalen wanneer de mens begon met praten en waarom hij dit deed.
Sverker Johansson doet dat charmant. Hij leidt ons in zijn boek langs de belangrijkste theorieën over het ontstaan van taal en vertelt zeer interessante dingen over de ontwikkelingen van het menselijke brein. Die ontwikkelingen kunnen we afleiden uit fossielen en gevonden skeletten. Het mooie is dat Johansson die breinontwikkelingen afzet tegen de werktuigen en voorwerpen die gevonden zijn uit de tijd van de skeletten. Dat gaat van stenen vuistbijlen via de ontdekking van vuur (en daarmee van koken) tot aan boten.
Gedurende het lezen van het boek ga je steeds meer begrijpen van mensentaal en zijn ontstaan. Het ligt voor de hand dat homo sapiens taal nodig heeft gehad om te kunnen overleven. Ons reukvermogen is zeer beperkt, gevolg van het feit dat onze neuzen in de loop van de eeuwen steeds korter zijn geworden; we zien slechter dan vogels; we zijn fysiek veel minder sterk dan bijvoorbeeld chimpansees; ons gehoor is een stuk slechter dan dat van een hond; kortom: we hebben onze taal hard nodig gehad om ons zodanig aan te passen aan de natuur dat we konden overleven.
Ooit, heel lang geleden, was onze voorvader niet groter dan een spitsmuis, kun je lezen in een boek van de bioloog Richard Dawkins. Hij had zijn soortgenoten hard nodig om te overleven. Samenwerken was een belangrijk middel om dit te bereiken. We moeten niet vergeten dat samenwerking een belangrijk overlevingsmechanisme is van prooidieren. Naar mate de tijd vorderde, leidde die samenwerking ertoe dat de soort overleefde en zich afsplitsten in andere soorten, en via allerlei afsplitsingen leidde dat uiteindelijk tot het ontstaan van homo sapiens, zoals wij die kennen. Voor de goede orde: dat zijn wij.
Al hebben de meesten van ons een klein voorraadje neanderthalergenen in hun bloed, andere menssoorten dan homo sapiens bestaan niet meer. Toen homo sapiens op het toneel verscheen, was volgens Johansson de mensentaal allang ontdekt. Hij leidt dit af uit werktuigen en voorwerpen die voor de komst van homo sapiens gevonden zijn. Zaken die niet hadden kunnen ontstaan als er geen taal was geweest.
Het kan dus zomaar zo zijn geweest, dat homo sapiens taal nodig heeft gehad om zijn beperkte zintuiglijke kwaliteiten te compenseren. Voor zijn overleving is het een briljante uitvinding. En hoewel dit mij heel logisch toeschijnt, mag ik de veronderstelling niet als een feit opnemen. Het is maar één van de hypotheses, die de ronde doen over het ontstaan van taal.
Wie denkt dat taal niet zo belangrijk is, moet het boek beslist in huis halen. Zelfs mensen die op stilte hameren doen dat met taal. Verspreid over de 400 pagina’s van het boek komen we echter nog veel meer kwaliteiten van (verbale en gebaren-)taal tegen. Ga er maar even voor zitten.
-Taal speelt een enorme rol bij leren, zowel van techniek als van gedrag en samenwerking.
-Taal kan mensen helpen bij de jacht door imitaties van dieren.
-Taal stelt ons in staat om elkaar dingen uit te leggen en om elkaar te begrijpen.
-Taal geeft ons de gelegenheid om naar zaken te verwijzen die buiten het ‘hier en nu’ liggen.
-Taal helpt ons om overtuigingen te delen.
-Taal biedt de mogelijkheid van ‘mental time travel’. Je kan in het hier en nu verwijzen naar dingen buiten dat hier en nu. Daarmee zijn dingen in ons heden te relativeren of om te buigen. Ook kunnen we ervaringen uit het verleden gebruiken om problemen op te lossen.
-Taal biedt geweldige informatie-uitwisselingsmogelijkheden.
-Taal is een sociaal bindmiddel. Het verbindt ons. Door verhalen te delen, door hetzelfde dialect te spreken, ons te openen, ons gedrag te verklaren aan anderen en door het evalueren van anderen en onszelf.
-Soms praten we maar wat, zonder ons erg te bekommeren om de luisteraar. We doen het dan toch om dingen die ons op onze lever of maag liggen, te uiten. Anders hebben we er alleen maar last van. Taal is behalve een communicatiebron dus ook een middel om onze problemen te verwerken.
-Taal is volgens Johansson niet per sé iets dat we erg nodig hebben of hadden voor seksualiteit, maar het speelt volgens mij wel een rol bij hofmakerij, zoals zang dat doet bij vogels.
-Taal helpt ons bij het vertellen. Verhalen zijn vaak leerinstrumenten, maar soms ook middelen tot vermaak.
-Mogelijk heeft taal ooit gefunctioneerd als een middel om territorium af te bakenen. Gibbons doen dat door te zingen.
-Taal helpt ons om onbewuste dingen bewust te maken. Dit is een noodzakelijke kant van gedragsleren en van omgaan met feedback. Dit laatste is weer een belangrijke eigenschap van functioneren in sociaal verband.
-Taal, zoals mensen die kennen, is een specifiek kenmerk van mensen. Andere dieren communiceren wel, maar anders. Taal biedt geweldige mogelijkheden. Helaas ook risico’s, zoals we in oorlogen en onze omgang met het milieu zien.
-Taal is ook een statusinstrument, maar dat is meer een conclusie van mij die ik trek uit het boek. Wat Johansson vertelt, is dat vertellers competitiever zijn dat luisteraars.
Omdat taal zo’n belangrijke rol speelt bij samenwerken, technologische ontwikkeling (hulpmiddelen-ontwikkeling), leren en bewustwording, kunnen we er niet te gemakkelijk aan voorbijgaan. We moeten niet vergeten dat die bewustwording op alle gebieden van ons menszijn speelt. Of het nu gaat over het verder perfectioneren van schonere en milieuvriendelijkere technieken, het stimuleren van meditatietechnieken, het overbrengen van de laatste ontwikkelingen in managementland of het aanleren van ander gedrag: taal is onmisbaar.
Het boek van Sverker Johansson gaat diep in op hoe de taal ontstaan is. Daar bestaan verschillende theorieën over. Ik noem een aantal mogelijkheden.
-Taal ontstond tijdens de jacht. De jagers moesten geluiden van dieren imiteren. Onze anatomie leent zich beter voor taal dan die van bijvoorbeeld chimpansees. Ons strottenhoofd stelt ons in staat om meer medeklinkers en klinkers te combineren en bovendien sneller dan andere dieren dat kunnen.
-Taal ontstond uit een oertaal. Dat hoeft niet de enige taal te zijn geweest die er op dat moment was, maar waarschijnlijk bestond die oertaal nog niet uit complexe grammatica. Denk aan een kind, dat net kan praten, dat naar de lucht wijst en dan ‘Vliegtuig’ zegt. Naar mate het ouder wordt, leert het woorden als ‘boven’ en ‘onder’. Lidwoorden lijken ook nuttig, net als werkwoorden. Het is handig voor de overleving om woorden te hebben die iets over de beweging van een voorwerp vertellen. Zo kan een taal die aanvankelijk uit op zichzelf staande woorden (klanken) bestond, uitgroeien tot de taal zoals wij die kennen.
-Taal kan zich ontwikkeld hebben uit stamstrategieën. Denk aan geheimtaal die alleen werd begrepen door een paar individuen, en waarin hardop met elkaar gesproken kon worden over eventueel aanwezige vijanden.
-Taal heeft zich ontwikkeld omdat dingen uitgelegd moesten worden aan nageslacht en medestamgenoten. Ook hier geldt weer overleving. Kinderen en medemensen moesten dingen leren die nodig waren voor de instandhouding van de soort. Met name werktuigen en wapens hielpen homo sapiens om zijn beperkingen te compenseren; iets waar we als soort heel goed in zijn. Ook was het belangrijk bij voedselverwerving en voorkomen dat mensen dodelijke producten aten. Het is daarbij natuurlijk een voordeel dat we rechtop zijn gaan lopen en onze handen vrij hebben.
-Doordat we die handen vrij hadden, konden we de technieken van voorwerpen en wapens verbeteren. Ook bij het koken hielp het enorm. Maar ook daar gold weer: taal was nodig om de dingen goed over te brengen.
-Taal is niet per sé nodig voor seksuele interactie, stelt Johansson. Ook zonder taal kan dat prima, al wil ik opmerken dat het delen van fantasieën door middel van taal zijn eigen meerwaarde kan hebben. Maar taal kan wel zijn ontstaan uit hofmakerijen, zoals ook vogels die kennen.
Sverker Johansson merkt op dat taal zich vermoedelijk geleidelijk heeft ontwikkeld, en niet als een mutatie of een donderslag bij heldere hemel moet worden gezien. Dat wordt hier en daar nog wel aangenomen. Het is een dynamisch systeem, dat steeds weer verandert, woorden uit andere talen in zich opneemt en uiteindelijk streeft naar duidelijkheid en simplicity. Er is menselijk contact nodig om een taal te leren. De bereidheid om elkaar te willen begrijpen of iets begrijpelijk te willen maken moet ook een rol hebben gespeeld.
Johansson merkt dan ook op dat we van nature behulpzaam zijn. Wat ik persoonlijk daarbij jammer vind is dat die behulpzaamheid zich vooral richt op de eigen soort, de eigen veiligheid en het eigen overleven. Hierdoor bekommeren we ons te weinig om zaken die wel van belang zijn voor onze biotoop en die van organismes, die buiten onze stam vallen. Waarbij stam breed opgevat moet worden. Mensen zien geestverwanten namelijk ook als hun stam.
We hebben taal nodig om onszelf van dit soort destructieve natuurdriftige mechanismen te bevrijden. Zowel zakelijk als privé. We zullen onszelf bewust moeten zijn van de effecten van destructief gedrag, thuis en op het werk. En zelfs bij de vraag wat destructief gedrag is hebben we taal nodig. Taal kan ons verder helpen, mits we ons bewust zijn van de valkuilen en risico’s die taal met zich mee brengt.
Sverker Johansson, 'De oorsprong van taal'
Zie: https://www.paagman.nl/product/73066082/de-oorsprong-van-taal-door-sverker-johansson?utm_source=awin&utm_medium=cps&utm_campaign=awin_73066082&gclid=EAIaIQobChMIsL79gdmJ9QIVtY1oCR3y5QluEAYYBiABEgImwvD_BwE
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro
bedankt voor het delen.