Een middelgrote organisatie is vorig jaar gefuseerd. Dat heeft ingrijpende gevolgen: procedures worden omgegooid, er worden andere systemen gebruikt. Op de meeste afdelingen is weer een nieuw evenwicht gevonden, maar één afdeling wil niet mee. Er zijn al drie managers op afgebrand, zij krijgen geen beweging in het sterke team. Er wordt een interim manager aangetrokken, en niet zo’n zachtzinnige ook.
De managers hebben geprobeerd het vertrouwen bij de medewerkers te herstellen door met ze te praten, ze mee te laten denken, ze zo vroeg mogelijk te informeren. Dat lukte lang niet altijd, omdat de managers zelf voortdurend ‘achter de feiten aanliepen’. Het antwoord op hun goedbedoelde pogingen was cynisme en desinteresse. De interim manager heeft een voor de organisatie wezensvreemde aanpak. In de tweede week viel het eerste ontslag. Simon, een van de voorlopers van het smeulende verzet kreeg te horen: "Of je gaat mee, of je stapt eruit." Simon had een beetje schamper gelachen. Maar Simon ging eruit. De interimmer heeft met alle medewerkers gesprekken gevoerd. Niet om ze te betrekken, maar om ze te waarschuwen .Het is afgelopen met die flauwekul. Een organisatie betaalt je salaris en mag daar een tegenprestatie voor verwachten, die bestaat ook uit loyaliteit en inzet. Zegt de interimmer. En zint het je niet? Je weet wat je opties zijn. De schrik zit er goed in. Het is stil geworden op de afeling. Het werk wordt gedaan. De manager wordt met onverholen weerzin bekeken. Maar zijn werk zit er bijna op, de afdeling zit in het gareel en er is een vacature geplaatst voor een nieuwe manager. Van buiten. Die mag nu aan ‘de menskant’ gaan werken. Wat vinden jullie van zo’n aanpak?
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
Het werk van de interimmer zit er denk ik nog niet op. Zolang hij nog 'met onverholen weerzin' wordt bekeken heeft hij (en de medewerkers!) nog wat te doen. Hij hoeft niet aardig gevonden te worden, maar respect is toch wel het minste. Zolang dat nog niet bij de medewerkers tussen de oren zit, zou ik als directie hem nog even aanhouden.
Dit is een verschrikkelijk voorbeeld van zogenaamd transactioneel leiderschap. Ik geef je iets en ik bepaal wat je te doen staat.
Een leiderschapsstijl die gebaseerd is op korte termijnsucces en macht.
Niet mijn voorkeur!
Salut