Bert Overbeek, eindredacteur van Jonge Bazen, heeft een nieuwe dichtbundel gepubliceerd. Het boek heet ‘ Waar ooit het loof en zee’ en gaat over de jaren zestig en zeventig. Overbeek bracht een deel daarvan door in Harderwijk, de stad die het decor vormt voor de poezie.
Gisteren presenteerde hij de bundel in besloten kring. Een fragment uit zijn inleiding publiceren we vandaag. Volgende week, op zaterdag 20 mei, zal hij aanwezig zijn op Kulting Harderwijk om de bundel officieel aan het lezerspubliek te presenteren.
‘Waar ooit het loof en zee’ is vanaf 20 mei te koop bij de Bruna-boekhandel (voormalige Repro) in Harderwijk tegen de prijs van € 9,95. Ook is hij te bestellen door een mailtje te sturen naar pitcher.support@hetnet.nl. Hierin vermelt u uw adresgegevens en doet de mededeling dat u het vereiste bedrag van € 11,95 (prijs plus verzendkosten) heeft gestort op de ABN Amrorekening 49 81 36 906 onder vermelding van ‘ Pitcher, Harderwijkse bundel’. U krijgt het dan zo spoedig mogelijk toegestuurd. (zie ook www.bertblog.nl)
' Op 26 oktober 1967 werd mijn vader, officier bij de landmacht, overgeplaatst van Den Haag naar Kamp Stroe, midden op de Veluwe. Voor ons, zijn kinderen, was dat een omwenteling van enige omvang. Wij kwamen uit de op dat moment zeer hippe residentie, waar ronde, lichtpaarse brilletjes, lange haren en wijde broekspijpen het straatbeeld bepaalden. Bands als the Golden Earrings, the Troggs en the Shoes timmerden aan de weg, en als jongen van acht vond je dat spannend, vooral ook omdat je hun muziek via de zeezendpiraten op een transistor kon ontvangen. En een Haagse jongen van acht had een transistor.
Harderwijk was op dat ogenblik een oude gereformeerde vissers- en garnizoensplaats met een inwonertal van 27 000. Die inwoners bestonden hoofdzakelijk uit leden van de Familie Fatsoen, een volksstam die de Braafheid als hoogste doel had gesteld. Het was een wereld van regelmaat en van aardappels, jus en vlees. Overzichtelijk en voor een Haagse jochie van acht verpletterend saai. In ‘Tussen stadsdennen en tweelingstad’ schets ik die situatie
er stond stamppot op het gasfornuis
met slagersworst en kanen
en drift en angst werd opgepot
en opgedroogde tranen
de oorlog te vergeten
was het nagestreefde doel
ik liep er zoekend tussen
maar vond nergens een gevoel
Dat bleef niet zo, want in die conservatieve vesting aan het Randmeer, daar waar de geest van Luther en Calvijn zo lang de vrijzinnigheid op de pijnbank had gelegd, daar ontstond iets in de negen jaar dat ik er woonde. Uit de kieren van al die bedrukkende protestanterigheid kwamen vrijbuiters geslopen, die mij iets teruggaven van de Haagse trends die mij waren ontnomen. Het schip van de kerk begon in zijn voegen te kraken.
Binnen een aantal jaren, maar dan zijn we toch al in de seventies, vonden de provo-idealen ook hun ingang in Harderwijk. Lief zijn voor elkaar, lekker blowen, harde popmuziek, met elkaar discussieren over Marx en Nietzsche, opstandigheid op de middelbare school, en weglopende kinderen, kortom de tijden begonnen zich te roeren.
Er was een Umwertung van Werten. En dat heb ik proberen vast te leggen in de bundel ‘Waar ooit het loof en zee’.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
Ooit trof ik je in het seinwachtershuisje in Zwolle en dat was niet jouw roeping. Jij werd schrijver. Dat heb ik altijd onthouden en dus zocht ik maar eens op of het je gelukt is.
Gefeliciteerd, het is gelukt. Je dichtbundel over 'ons' Harderwijk heb k voor mijn verjaardag gevraagd.
Groet en succes
Maarten Augusteijn