Nederland heeft ander type manager nodig

Nederland sukkelt steeds verder achterop als het gaat om innovatie en groei. Waar we lang met polderen toekonden, heeft dat met de opkomst van lage lonenlanden zijn effect verloren. Loonkosten drukken is niet meer genoeg. Nederlandse managers denken te ‘verticaal’, ze zijn te gericht op kostenbeheersing en durven te weinig te experimenteren

Onder meer deze zorgwekkende constateringen zijn te lezen in de Erasmus Innovatie & Groei Monitor 2005, een wereldwijd onderzoek onder 9000 organisaties. We staan in het lijstje van 10 meest sterke economieën, dat (nog) wel. Maar als het om innovatie gaat, komen we zwaar tekort en laten we meer dan 80 landen voor ons. En dat kan ons duur komen te staan, nu de economie aantrekt. Managers van nu zijn kampioen kostenbeheersing en inkrimping, en ze denken in 'top-down en bottom-up'. Maar om te groeien is meer nodig. Zoals horizontale samenwerking stimuleren tussen verschillende afdelingen en disciplines. Of mensen op verschillende plekken inzetten en projectmatig werken. Processen stroomlijnen. Stimuleren van kennisuitwisseling en lef om te experimenteren en fouten te (laten) maken. Organisaties die het nu goed doen (vooral buitenlandse) werken met zelfsturende teams en geven veel ruimte aan de professionele autonomie van kenniswerkers. Dat is nog eens andere managementkoek. We moeten dus snel ‘om’. Gaat dat lukken?

Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen

Probeer het Pro-abonnement een maand gratis

En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.

Word een PRO 

Jan Karnebeek
Niet op korte termijn. Je lost het niet alleen op met samenwerking, projectmatig werken, kennisuitwisseling, etc.. Dit moet deel uitmaken van een groter geheel waarbij visie/beleid een belangrijk item is. Rest vloeit daaruit voort.
Het ontbreekt het een en ander bij vele organisaties.
1. Redundantie (schijnbare overcapaciteit);
2. Slechte/geen vertaalslag van visie naar operatie;
3. Geen primaire strategie (de onderscheidende factor)
4. Niet werken aan eindresultaat van geheel (slechts aan taak of (deel)proces))
5. Feedforward lussen in organisatie alsmede ook in IT.
Pas als geinvesteerd wordt in deze zaken te realiseren (tijd/geld) zal men er in slagen de viscieuze cirkel te doorbreken. Investeren om ....... te creeren. In de meeste organisatie zijn (operationele) managers bezig om brandjes te blusjes i.p.v. de toekomst ter hand te nemen. Dit mede veroorzaakt door kostenbeheersing/-reductie. Door te investeren in genoemde punten zal de opbrengst/kostenreductie vele malen hoger uitvallen. Daarnaast kan men zich de vraag stellen of je wilt excelleren op basis van kostenreductie of op basis van bijvoorbeeld Service naar de klant. De grootse besparingen/opbrengsten (ook op termijn) zijn te realiseren in de supply chain. Daarvoor moet wel invulling gegeven worden aan de genoemde punten.
Jacques Duivenvoorden
Grootste probleem is dat managers er op uit lijken te zijn de wil van hun medewerkers te temmen en uit te schakelen.
Het management in Nederland is erg gefocust op "moeten" en "kunnen". Bij "moeten" speelt de manager de rol van doorgeefluik van boven in de organisatie naar beneden. Het "kunnen" wordt met de hulp van P&O-afdelingen in POP's gekanaliseerd.
Ofwel: medewerkers worden gebrainwasht om in het gareel te lopen en te doen wat moet.
Innovatie ontstaat bij de gratie van de vrije wil. Als die door de managementcultuur juist getemd wordt en mensen leren alleen in hun vrije tijd hun wil te laten gelden dan is het probleem duidelijk.
In veel organisaties zie je dan ook een vlucht-cultuur ontstaan, waarin mensen elkaar stimuleren om creatief te zijn in hun vrije tijd en daar steeds meer energie in steken en hun baan als sleur en verplichting gaan zien (voor de broodnodige Eurootjes).
Bas Schenk
Ik denk dat we managers moeten hebben die wat minder van systemen en theorie af weten, maar véééééél meer van mensen en hun practische instellingen, gewoonten en veranderingsvermogen cq -gedrag. Ook zullen managers veel meer een luisterend oor moeten hebben in plaats van veel gekwek. Een medewerker weet vaak meer dan 5 managers bijelkaar!
Er wordt te veel gepraat, te weinig gezegd, en te weinig geluisterd naar elkaar. Leg die studie boeken nou eens eindelijk aan de kant; l.l eens wat minder en stroop je mouwen op!
Kom op managers van Nederland, we zijn toch MANAGERS en geen ouwehoeren!
Sorry hoor, het moest er even uit.