Vorige week gingen leden van het kabinet verbaal met elkaar op de vuist. Hoekstra kwam met wat strooplikkerij om de band met zijn agrarische electoraat te herstellen. Sigrid Kaag zou daarbij een bekende troefkaart uit de stapel gehaald hebben: Hoekstra schaadde daarmee het ‘vertrouwen’. Als ik tegenwoordig ergens de slappe lach van krijg is het wel als een politicus dit woord in de mond neemt. En vooral als het een politicus is, die een schemerachtig rolletje heeft gespeeld in de toeslagenaffaire.
Het is tegenwoordig ook dolkomisch als de premier het woord ‘vertrouwen’ gebruikt. Als hij ergens vertrouwen in zegt te hebben, hoor je een verontruste zucht door het land gaan. Zelf val ik om van het lachen als hij het zegt. Ik geloof er werkelijk helemaal niets van, of zoals de angelsaksen zeggen: ‘I don’t buy it’
Ik draai het echt 10 keer terug om te zien hoe hij dat woord zegt. En ik merk dat de premier dan sneller gaat praten en ook een beetje zachter en dat hij het oogcontact verbreekt. Zulke dingen moet je bij hem niet negeren. Rutte heeft een zeer duidelijk non-verbaal. We kennen allemaal de vaak lachende premier, die ontspannen zijn tegenstanders te woord stond, een beetje als Sjors of Sjimmie van de Rebellenclub. Zelfs Wilders kreeg hem niet uit de plooi.
Mij valt op dat de premier niet meer zo heel erg vaak lacht. Het ontspannene is ook wel een beetje van zijn gedrag af. Vind ik dat leuk? Niet per sé. Ik gun iedereen zijn vrolijkheid. Maar zelfs in mijn welgestelde VVD-dorp is Rutte een twijfelgevalletje geworden. Door- en door-trouwe liberalen vinden het nu toch echt tijd dat hij opstapt. Een van hen zei het heel mooi deze week in een horecagelegenheid:
‘Je denkt bij Rutte tegenwoordig onmiddellijk: als hij ergens vertrouwen in heeft, is er enige reden tot zorg.’
Ik heb jaren terug eens gedacht dat hij voor een politicus wel meeviel, Rutte. Ik hield rekening met de harde Machiavelliaanse krachtenvelden van de politiek, ging er al vanuit dat de wereld in Den Haag een strijdperk was, waarin integriteit vooral een vorm van reputatiemanagement was. Reputatiemanagement dat trouwens onmiddellijk aan de kant werd gezet als er een belang in het geding was.
Om daar overeind te blijven, en iemand als Rita Verdonk te verslaan, moest je een tijger en een slang zijn. Tegelijkertijd. Want denk nou niet dat je veel kans zou maken een debat te winnen, daar in Den Haag. Daar moet je meer voor in huis hebben dan een slecht geheugen, een teflon laag, een lach die ontspannen moet ogen, maar altijd net iets te gespannen is, kortom: daar moet je iets meer kunnen dan de buitenkant van de premier laat zien. Zo moet je bijvoorbeeld zonder problemen de uitgestoken hand van Hoekstra weigeren. Kijk dat vooral terug en kijk hoe het gedaan wordt.
Veel te veel mensen roepen verbijsterd uit dat de premier weg moet en hoe het toch mogelijk is dat ie er nog zit. Dat is echter simpel. Zo werkt politiek. Als je weet hoe je moet overleven in een beklaagdenbankje, dan overleef je iedere crisis. Wat je ook gedaan hebt. De mensen hebben er trouwens geen enkel vertrouwen in dat we ooit van Rutte afkomen. Het idee is: stuur dit kabinet naar huis, en dan herhaalt het zich. Kaag I of Rutte V zal na een ingewikkelde periode met een demissionair kabinet straks gewoon weer op de trappen rondom zijne majesteit staan. Wat dat met het ‘vertrouwen’ in de politiek doet lijkt me logisch.
Vertrouwen en politiek gaan gewoon slecht samen. Wie zich staande wil houden in de residentie, zal over een behoorlijke geslepenheid moeten beschikken. Het hoort bij politiek om coalities te vormen als je iets gedaan wil krijgen. Dan moet je de ene keer iemand kunnen laten vallen, om hem vervolgens weer strooplikkend in je groepje te krijgen. Eerlijkheid loont niet.
Een dergelijke anti-sociale gespletenheid geldt in de politiek ook bij het woord ‘vertrouwen’. Bij vertrouwen reken je erop dat het ja dat je zegt ook ja is. Nou, vergeet het maar in Brussel en Den Haag. Als de wind van zuid naar noord draait, of van links naar rechts, zwabbert het ja van gisteren zomaar naar een ‘mwah’ of een ‘nee’. Dat heet opportunisme. Politiek volkomen geaccepteerd. Maar het biedt teveel ruimte aan niet integere sluipwegen.
Ik heb niets tegen leiderschap. Ik ben niet anti-autoritair, gooi geen leiders van het schild en ben ook niet zo heel rebels. Ik zit wat meer aan de vreedzame, misschien zelfs wat boeddhistische kant en voel me al langer onthecht aan al dit gedoe. Dat betekent ook dat ik weet dat woorden gemakkelijker gezegd zijn dan gedaan. En dat iets doen iets anders is dan iets zeggen.
Dus als Kaag roept dat ze Hoekstra niet meer vertrouwt, dan zijn dat loze woorden als ze niet van daden vergezeld gaan. En daden zijn meer dan een strenge juffenblik. Dan breek je de tent op. Het kabinet naar huis, dus. Wat tijd zal worden, want ik ben niet anti-autoritair, maar wel tegen leiderschap dat de verbinding met zijn volk kwijt is. En dat een systeem in stand houdt, waar zo langzamerhand iedereen achterdochtig van wordt.
Dus wat ‘vertrouwen’ betreft: laten we maar ophouden met dit woord. Betrouwbaarheid is een schaars goed. Mensenkennis is belangrijker. En het vermogen om met een realiteit om te gaan, waarin mensen marchanderen. Homo sapiens is een overlever. Het is een slimmerik, maar hij is erg slordig met integriteit als zijn belangen bedreigd worden. Of je nu een tokkie bent, een wappie of een kaagje, het maakt niet uit. Mensen jokkebrokken gemiddeld minstens 10 keer per dag. Wie dat weet en ermee leert omgaan, heeft meer rijkdom in handen dan iemand die zich op vertrouwen verlaat.
Bert geeft al 25 jaar veel leiderschapstrainingen, coachte ook veel leiders en schreef een aantal top 5-managementboeken over leiderschap. Zijn laatste boek 'De schakelaar' voorspelde 2, 3 jaar terug al dat de komende jaren het thema 'integriteit' zeer belangrijk zou worden. Waarvan akte.
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro
Toch hoop ik er nog steeds op, dat er een nieuwe lichting politici komt, die niet meer belooft dan ze kan waarmaken, maar daar dan vol voor gaat en vervolgens geen knikkende knieën heeft, maar 'doorpakt' als dat nodig is in het landsbelang en de langere termijn.
Misschien dat er politici komen, die zich optrekken aan de opstelling van Ruud Lubbers begin jaren 80, die ook tegen veel stroming in ging, doorzette, het land een nieuwe richting bood en werd beloond met een geweldige verkiezingsoverwinning.
Gelachen &
Geweend...
Dit is niet gejokt ;)