Nu er meer bekend is geworden over fenomenen als autisme, hyperactiviteit, dyslexie en aandachtsstoornissen, kunnen we die gegevens uitstekend gebruiken bij implementaties en andere vormen van verandermanagement. De vraag is namelijk telkens: zijn mensen veranderbaar?
Nu er meer bekend is geworden over fenomenen als autisme, hyperactiviteit, dyslexie en aandachtsstoornissen, kunnen we die gegevens uitstekend gebruiken bij implementaties en andere vormen van verandermanagement. De vraag is namelijk telkens: zijn mensen veranderbaar? De antwoorden op deze vragen liggen vaak in de sfeer van: wat je aanleert, kan je ook weer afleren; wat is aangeboren valt niet af te leren. Je komt dan ook managers tegen die niet geloven en managers die wel geloven in het veranderen van mensen.
Waarom ze erin geloven, is vaak moeilijk vast te stellen. Het gaat meestal om een geloof dat als waarheid wordt geponeerd en dat zo logisch zou moeten zijn, dat er eigenlijk geen discussie nodig is. Vaak zit er wel wat in zo’n geloof, al zit er meestal ook iets in het tegenovergestelde. Er zijn erg veel opvattingen over hoe mensen in elkaar zitten. Dat gaat van opvattingen uit het oude India, of uit de oude Joodse cultuur, via de laklaag van christendom of juist esoterie, hoppa, naar meer rationele benaderingen, zoals die uit de neurowetenschap.
Met name van die laatste, meer technische benaderingen van de menselijke geest gaat veel aantrekkingskracht uit voor het bedrijfsleven, dat dingen graag meetbaar maakt. En voor wie er niet van houdt, van meetbaarheid van de menselijke geest, moet zich eens afvragen wat HRM’ ers eigenlijk doen. Op verzoek van hun organisaties. Wat vinden jullie er eigenlijk van: moeten de rationele benaderingen van de menselijke geest meer ruimte krijgen?
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
Waar het om gaat is het volgende. Als we iets aanleren, zoals bij veranderingen, gebeurt er iets met de structuur van ons brein. Het landschap verandert, zeg maar. De voorheen vertakte rivier wordt een beekje, of omgekeerd. Als het landschap verandert, verandert ook onze beleving. En je competenties gaan lekker mee.
Dit is wat gebeurt bij veranderingen. Daarbij leren we iets. Kandel onderzocht drie effecten van leren: sensibilisatie (iets nieuws leren), habituatie (tot gewoonte worden) en klassieke conditionering (zie hond van Pawlow).
De hersenen veranderen bij leren. Zo neemt het aantal synapstische verbindingen bij sensibilisatie toe; bij habituatie nemen ze af. In het lange termijn geheugen ontstaan
Hoe rijker het hersenlandschap, des te groter de mogelijkheden. Wanneer iemand in zijn jeugd verwaarloosd is (maternale deprivatie), nemen die mogelijkheden af. Stompzinnig gezegd (en dat wisten we natuurlijk al): niet iedereen heeft dezelfde leermogelijkheden. En dat heeft ook betekenis voor de mogelijkheid tot veranderen.
Het is juist hier dat ik denk dat neurowetenschappers organisaties kunnen helpen. Praktisch? Piet, 34 jaar werkzaam op een langetermijnplanningsafdeling, geweldig in het ontwerpen van toekomstscenario's, heeft een hersenfysiologie, die het hem onmogelijk maakt om zijn baan te blijven doen, wanneer deze hectischer wordt. Hij kan veranderen, maar het tempo waarin is niet hetzelfde als bij Jan.
Wat ik nu veronderstel, en ik ben hier zoekende en heb beslist deskundigen nodig, is dat we binnen een paar decennia kunnen voorspellen aan de hand van meetapparatuur of iemand wel of niet mee kan in een bepaald veranderproces, een bepaalde context of dat iemand geschikt is voor een baan. We zijn echter nog lang niet zover. Dus moet de discussie open. Ik lever daaraan mijn bijdrage. In de hoop neurowetenschappers en psychologen te prikkelen hun bijdrage te leveren.
Ben ik begrijpelijk?
Nu kan ik een heel betoog gaan houden, dat wat je zegt een paar jaar geleden zo was, maar dat dat nu niet meer zo is, want en omdat en doordat, etc. Maar beter kan je het boek van Hans den Boer lezen. Je zal merken dat dat niets met machines te maken heeft.
Overigens kan het daarna nog steeds niet je 'cup of tea' zijn, maar misschien raak je een beetje van je vooroordeel bevrijd.
Ik snap ook wel dat deze nieuwe technologie niks met mensen en machines te maken heeft, alleen maak ik een kleine vergelijking tussen vroeger en nu. Ik heb ook geen vooroordelen, ik probeer alleen een nieuwe discussie op te wekken. En misschien is het niet goed voor de mensen als ze veranderen. Mensen zijn wie ze zijn en daarom zijn ze juist speciaal, en zo anders dan iedereen. Als deze niet goed op de werkvloer past, ontsla je hem of haar. Maar iedereen komt toch wel terecht op de plek waar hij of zij moet zitten.
1. Er is geen wetenschap die momenteel zo veel geld wegzuigt als de neurowetenschappen. Neurowetenschappen registreren feitelijkheden op het gebied van de menselijke psyche, die psychologische theorieen nooit hebben kunnen bieden. Worden we daar vrolijk van? Ik niet zo. Ben meer romanticus, maar ik ga geen feiten negeren omdat ik ze zo ongezellig vind. Ik heb ook niets met mensen die dat wel doen.
2. Er is een grote behoefte aan meetbaarheid binnen het bedrijfsleven. De neurowetenschappen gaan daar binnen afzienbare tijd in voorzien.
Mijn advies is om je er vooral mee te bemoeien als je het te robotterig en te mechanisch vindt. Laat er wat ethiek in vloeien. Lever je bijdrage aan de menselijke kant van wetenschap. Over drie jaar praten we er verder over. Op deze weblog...
Nee, maar serieus, Mark, je integriteit en behoefte aan grenzen voel ik wel. Ik wil daar ook serieus met je over debatteren. Maar dan op een manier dat we er deel van uit maken (dus ook jij!) en niet als principiele beschouwer, als rechter uit de hades zal ik maar zeggen.
Geld, zegt een fundament van onze cultuur, is de wortel van alle kwaad. De vraag hoe geld ter wereld kwam is een diepe. En de filosofen onder ons zullen een antwoord vinden. Ik heb mijn antwoord. Jij?