De organisatietrainer en zijn hindernissen (17)

Deel 17 van het feuilleton over trainer Job Steenstra, met wie het al niet lekker ging, maar die nu ook nog lang wordt gelegd door zijn lichaam. Koren op de molen voor Ada, die het vak zegt van Job te moeten leren; iets wat niet iedereen gelooft. Het belooft een heftige aflevering te worden! 

Dit feuilleton is onlangs in boekvorm verschenen. Ook is er een e-book van. Dus als je niet kan wachten tot de laatste aflevering in de winter van 2025, dan kan je dit boek alvast kopen. Behalve veel humor en herkenning bevat het boek ook veel trainings-weetjes, -werkvormen en -methodes, dus onderweg leer je ook nog van alles. Ook over wat dat met trainers doet. 

 

Linken:

https://www.managementboek.nl/boek/9789403761107/de-gedragstrainer-bert-overbeek

https://www.managementboek.nl/boek/9789403760803/de-gedragstrainer-bert-overbeek

 

In het trainingslokaal ontstond na het vertrek van Job en Lies Hilde al snel een gesprek.

‘Ik vind dit heel vervelend’ zei Agnes met een verstoord gezicht ‘Je komt naar een cursus om iets op te steken en om elf uur zit je in een conflict van de trainer met een deelnemer.’

Ze had kennelijk een hoog afspraak-is-afspraak-gehalte. Toon deed dan ook een beroep op haar flexibiliteit; meestal niet de sterkste kant van mensen die denken dat er van alles misgaat als je je niet aan afspraken houdt.

Shit happens’ zei Toon en haalde zijn schouders op ‘Je moet er mee dealen.’

‘Ik snap haar wel’ zei Jolanda tegen hem ‘Hier kom je niet voor’

‘Het hoort bij het leven’ mompelde Toon ‘Mensen zijn geen algoritmes.’

Ada zat te knikken. Toon reageerde onmiddellijk met een inhoudelijk scherpe, maar qua toon vriendelijke vraag.

‘Waarom knik je precies? Ben je het ermee eens?’

‘Ik begrijp haar’ glimlachte Ada.

‘Dus je bent het er niet mee eens? Begrijpen is niet per sé instemmen, nietwaar?’

‘Hou eens op, Toon’ lachte Jolanda ‘Niets van aantrekken, Ada. Toon plaagt graag.’

‘Die trainer veroorzaakt dit allemaal zelf’ zei Hubert-Jan ‘Die man kan totaal niet omgaan met kritiek of zelfs met een grapje.’

‘Nou, jullie waren ook niet zo aardig, toch? Jij zat hem ronduit te provoceren, Huub’

‘Niet overdrijven, Jolanda’ grijnsde Toon ‘Het was geen provoceren maar uitdagen.’

‘Niet eens dat’ vond Hubert Jan ‘Een beetje verkennen, meer niet.’

‘Het was echt wel iets meer dan verkennen’ zei René binnensmonds.  Sangeeta knikte instemmend en Ada vond het kennelijk tijd voor een opmerking.

‘Ik denk dat hij het wel goed bedoelt, maar hij is gewoon een beetje uit zijn humeur.’

Hubert-Jan schudde zijn hoofd.

‘Ik denk helemaal niet dat hij het goed bedoelt. En trouwens, met goede bedoelingen is de weg naar de hel geplaveid. Hij is gewoon een autoritaire boomer. Past niet meer in deze tijd. Tegen jou doet hij ook niet normaal, toch, Ada?’

Ze lachte fijntjes.

‘Ik zeg even niets’

‘Maar ben je het met me eens dat Lies Hilde ook erg vervelend deed?’ vroeg Jolanda. Toon en René knikten, Sangeeta en Ada keken naar Jolanda maar gaven geen reactie.

‘Het zal allemaal wel’ zei Agnes, duidelijk geïrriteerd ‘Ik wil gewoon verder en het gezeur moet ophouden.’

Hubert Jan schudde met zijn hoofd.

‘Niet gelijk. Ik vind dat we Job wel even moeten vertellen wat we hiervan vinden.’

Ada knikte.

‘Heel goed om open te zijn als groep. Ik vind dat je wel iets mag zeggen, hoor. Een trainer moet daar mee om kunnen gaan.’

‘Maar wat vind jij dan?’ vroeg Hubert-Jan ‘Jij komt hier om te kijken vandaag. Hier leer je toch niets van?’

Ze kreeg niet de tijd om te antwoorden.

‘Ik denk niet dat je hier alleen bent om iets te leren’ veronderstelde Toon ‘Je zal wel een opdracht hebben’ 

Het leek geen vraag, maar het was het wel, want hij keek haar indringend en vorsend aan.

‘Als je wil, leer je overal iets van’ zei ze

‘Politiek antwoord’ was Hubert Jan’s repliek ‘Kom op. Je kan rustig zeggen wat je ervan vindt. Wij houden onze mond wel.’

‘Ik wil mijn collega niet afvallen’

‘Want als je zou zeggen wat je vindt, zou je hem afvallen’ poneerde Hubert Jan ‘Dat zegt genoeg.’

‘Als ik haar was, zou ik het ook niet zeggen’ zei Jolanda.

‘Ik vind het gewoon heel vervelend dat het allemaal zo gaat’ zei Ada ‘Het blijft raar om te zien dat mensen elkaar soms niet kunnen vinden’

Sangeeta knikte bevestigend.

‘Dat vind ik ook’.

Er viel een stilte.

‘Ze blijven eigenlijk wel lang weg. Misschien moeten we even buiten gaan kijken hoe het die twee vergaat.’ stelde Ada voor.  

‘Dat lijkt me een goed idee’ vond Jolanda.

Beiden maakten aanstalten om naar buiten te gaan en Sangeeta voegde zich bij hen.

‘Neem een paraplu mee’ zei Toon droog.

‘Ga jij niet mee?’ vroeg hij aan Jolanda, half serieus.

‘Hoezo?’

‘Voor de zielenrust. Of om de zorghormonen te temmen.’

Agnes keek hem kritisch aan.

‘Zorghormonen? Waarom begin jij over hormonen? Overschrijd je daar niet een grens, Toon?’

‘Hoezo? Wat is er mis met hormonen? Die hebben we allemaal, toch?’

Agnes knikte naar de vrouwen die inmiddels de deur uitliepen.

‘Wat heeft dat te maken met hun hormonen?’ vroeg ze Toon, die zijn hoofd afwendde.

‘Effe nadenken, jij’ zei hij.

‘Dat doe ik’ antwoordde Agnes ‘Maar ik zie de link niet.’

Toon reageerde nog steeds rustig, maar toch wat korter aangebonden.

‘Kijk even rond. Verlaten de mannen hier de ruimte?’

‘Nee, maar wat zegt dat?’

‘Dat ze er totaal geen last van hebben dat die twee daarbuiten lopen. Dat ze geen last hebben van zorghormonen, dus.’

Agnes wendde haar gezicht af en keek alsof ze zojuist hondenpoep in het lokaal had zien liggen.

‘Het is een redenering, maar niet de mijne’ zei ze ‘Ver gezocht.’

‘Minder ver dan je denkt. Praat maar eens met biologen.’

Toen ze buiten kwamen in de druilerige regen, zagen de drie vrouwelijke deelnemers dat Job en Lies Hilde op een bankje bij de parkeerplaats zaten. Lies Hilde zat een beetje naar Job toe gebogen. Hij zat wat onderuit en keek recht voor zich uit. Ze liepen naar het tweetal toe. Dichterbij gekomen zagen ze dat Job een hand op zijn hartstreek had gelegd. Kennelijk was er iets aan de hand.

 

‘Nou, vertel op. Wat moet je?’ had Lies Hilde gezegd. Met haar dominantie maakte ze het hem moeilijk om aardig te blijven, maar er was hem veel aan gelegen haar terug in de training te krijgen. Als dat lukte, dat voelde hij wel, zou de sfeer in zijn voordeel kunnen omslaan. Boosheid, directief gedrag, dominantie, al die wegen waren afgesloten. Hoewel hij haar graag de mantel had uitgeveegd, moest hij iets anders proberen.

Op het moment dat hij wilde reageren op haar vraag voelde hij plotseling een oude kwaal opkomen. De kwaal was enige tijd weggeweest; hij had er een poosje geen last van gehad. Dat was nadat ze hem hadden behandeld. Hij dacht dat hij ervan af was, maar ineens was het er weer. Afgezien van het vervelende gevoel dat de kwaal sowieso gaf, schrok hij er ook nog eens flink van.

Lies Hilde geloofde hem aanvankelijk niet, toen de hartritmestoornis begon. Ze dacht dat hij haar manipuleerde. ‘Voel mijn pols dan, mens’ riep hij licht hijgend uit. Ze liep naar hem toe en voelde zijn pols, die in een zeer hoog maar ook onregelmatig ritme klopte.

‘Verdomme, je hebt echt iets’ zei ze. Ze was kennelijk echt van plan geweest om weg te gaan, maar ieder mens begreep dat je dat in deze omstandigheden niet kon doen. Je kon een wat oudere persoon met hartproblemen niet aan zijn lot overlaten. Wat de verschillen ook mogen zijn, in tijden van nood help je je medemens.

Job had het intussen vreselijk te kwaad. Door de ritmestoornis was hij buiten adem en kon hij zich niet goed concentreren. De gedachten schoten wild door hem heen, maar het focussen lukte niet.

‘Wat is er?’ vroeg Ada.

‘Iets met zijn hart’ antwoordde Lies Hilde.

‘Niets ernstigs hoop ik?’ vroeg Jolanda met een bezorgd gezicht.

Hij schudde nee.

‘Een ritmestoornis’

Weer dat lichte hijgen.

‘Ik ken het. Het gaat vanzelf over. Maar zolang het er is moet ik stil zitten.’

Hij pauzeerde even, buiten adem.

‘Ik kan jullie opdrachten geven, zodat de training gewoon door kan gaan’

De vier vrouwen keken elkaar aan.

‘Zeggen jullie het maar. Ik ga weg zodra ik deze zieke man aan jullie kan overleveren.’ zei Lies Hilde.

‘Hoe lang duurt zo’n ritmestoornis meestal?’

‘Moeilijk te zeggen. 3-4 uur.’

Ada keek op haar klok.

‘Tien over elf. Ik kan de training wel even overnemen’ zei Ada ‘Totdat hij weer goed is. Kan je dan gelijk weer aan de gang, Job, of zal ik de rest van de dag doen?’

‘Ja, maar ik wil niet dat je de training overneemt. Je bent nog niet geprofessionaliseerd, en dat vindt De Reis niet goed, denk ik.’

Die verdomde onmacht, die plotselinge afhankelijkheid, de stress.

‘Ik bel ze wel even. We kunnen de deelnemers nu ook niet naar huis sturen. Anders duurt het nog langer voordat ze klaar zijn en voordat ze hun certificaat halen’

Sneaky woman. Nu zag ze haar kans schoon. Job mocht dan uitgeschakeld zijn, want zo kon je het rustig noemen, het was voor hem volkomen duidelijk, dat ze een poging deed om zijn positie in te nemen. Maar voordat hij zich daarover kon opwinden, voelde hij een nieuwe storm ritmestoornissen door zijn borst trekken.

‘Bel maar’ zei Lies ‘Dan blijf ik ook’

Ze ging bellen en liep naar binnen.

Sangeeta ging voor hem zitten.

‘Ik heb mensen begeleid die dit hadden. Je krijgt je hart weer rustig als je diep ademhaalt door de buik.’

Hij schudde nee en vertelde nog steeds een beetje hijgend dat het niet kon.

‘De zuurstoftoevoer is onregelmatig, denk ik. En daardoor de ademhaling ook. Als ik diep ademhaal door mijn buik val ik flauw.’

‘Dat is angst’ glimlachte Sangeeta, met een spirituele blik in haar ogen ‘Je zit echt in je hoofd. Waarschijnlijk komt je ritmestoornis daar ook vandaan.’

Moest hij in deze staat nu ook nog naar adviezen luisteren uit de ijle wereld van de gebakken lucht? Naar onbewezen onzin uit de paramedische, spirituele koker?

Hij schudde niettemin nee, zo vriendelijk als hij op dit moment kon. Misschien had ze wel gelijk. Die liefhebbers van filosofie uit het verre oosten wisten vaak nogal wat van het lichaam. Alleen zo jammer dat je niet mocht denken van ze. Dat was allemaal ‘het hoofd’.

Nu kwamen ook de drie mannen naar buiten. De hele groep, met uitzondering van Agnes, dromde nu om hem heen in de inmiddels stromende regen.

‘Wat is er?’ vroeg Toon die een paraplu van het landgoed had meegenomen uit een van de bakken. Service van de Learning Lane.

‘Hij heeft een hartritmestoornis’

‘Oh, dat is niet zo leuk.’

Toon knikte en kwam bij hem staan.

‘Kan je lopen, Job?’

‘Als we het langzaam doen wel’

‘Kom maar, ik ondersteun je wel. Ik heb mijn EHBO.’

René schoot Toon te hulp.

‘Ik heb ook EHBO.’

‘Wat een gedoe’ hoorde hij Hubert-Jan zeggen tegen Lies Hilde.

‘Verschrikkelijk’ zei ze ‘Maar ik ben zo weg. Ik trek dit niet.’

De Reis is akkoord, mensen’ zei Ada, toen ze binnenkwamen ‘Ik kan de training overnemen totdat Job het zelf weer verder kan doen.’

De stoet liep naar binnen en ze zetten Job op een stoel achterin het lokaal, achter een tafel. Hij protesteerde en wilde gewoon op de trainersstoel zitten.

‘Het komt goed, Job. Doe nou maar even rustig’ zei Toon

‘En ademhalen, he, Job. Uit je hoofd. Naar je lijf,’ voegde Sangeeta er aan toe.

‘Als hij niet ademhaalt, gaat hij vanzelf uit zijn hoofd en waarschijnlijk ook uit zijn lijf’ grapte Hubert Jan, maar de kwinkslag werd niet gewaardeerd.

(wordt vervolgd) 

Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen

Probeer het Pro-abonnement een maand gratis

En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.

Word een PRO