Het verkeer in Amsterdam is de afgelopen jaren steeds drukker geworden. De regio wordt groter, mensen gaan zich steeds meer verplaatsen en het goederenvervoer binnen de stad neemt toe. Dat vertaalt zich in groei van alle modaliteiten, ook de auto waarvan men dacht dat het gebruik af zou nemen. Tijd voor beleid dat de verschillende modaliteiten binnen de beperkte ruimte in balans brengt. ‘De essentie is voorrang voor voetgangers en fietsers’, zegt Walther. ‘Daarnaast moeten grote voertuigen minder ruimte krijgen of met slimme technologie zo snel mogelijk door de stad worden geleid.’
Slimmer goederenvervoer
‘Door e-commerce wordt het goederenvervoer in de stad steeds fijnmaziger en de leveringen kleiner. Een schilder die ergens op een ladder staat kan een blik witte verf bestellen dat op die locatie binnen twee uur geleverd wordt. Hiervoor zijn voertuigen nodig die passen bij de maat van de straat. Kleine elektrische bestelbusjes en cargobikes. In de regio Amersfoort bezorgt online supermarkt Picnic bijvoorbeeld boodschappen aan huis met zulke voertuigen. En als we nog verder in de toekomst kijken dan worden het misschien autonome karretjes die met de bezorger mee rijden.’
Toch ontkomt de stad niet aan grotere vrachtwagens die bijvoorbeeld materiaal voor bouwprojecten vervoeren. Die maken nog altijd zo’n 30 procent uit van alle transportvoertuigen die in de stad rondrijden. Met slimme technologie zijn de nadelige effecten van die goederenstroom in de hand te houden. ‘Vrachtwagens kunnen worden uitgerust met een IP-adres waarmee ze een groene golf door de stad krijgen. Hoe korter ze zich in het stedelijk verkeer bevinden hoe minder ze de lucht vervuilen en hoe kleiner de kans op een ongeluk.’
‘Daarnaast speelt de opkomst van bouwinformatiemodellen (BIM) een belangrijke rol in de bouwlogistiek. Anders dan voorheen zijn alle onderdelen van een bouwwerk nu genummerd en gespecificeerd en is het vervoer beter te plannen. Door een BIM verplicht te stellen voor stedelijke bouwprojecten kan de gemeente de goederenstroom in grote mate beperken.’
Leveranciers en bedrijven in de horecabranche hebben weer andere vraagstukken. Een Michelin-sterrenrestaurant wil een heel ander stukje vis dan de diepvrieskabeljauw die de cafetaria bestelt. Er zijn zodoende veel verschillende leveranciers met leveringen van uiteenlopende grootte. De overheid kan hier op inspelen door ruimere venstertijden toe te kennen aan bedrijven die hun vervoer slimmer organiseren. Bijvoorbeeld door leveringen voor een restaurant aan de rand van de stad te bundelen zodat er nog maar een bestelwagen de stad in hoeft. Ook kunnen leveranciers worden gestimuleerd om hun wagens elektrisch te koelen door elektrische laadpalen met krachtstroom te installeren bij laad- en losplaatsen.
Minder auto’s
Ook de megatrend in het delen van voertuigen kan bijdragen aan het efficiënter delen van de ruimte. ‘En dan moet je niet denken aan consumenten die hun auto’s onderling delen – dat is heel lief hoor – maar aan professionals die dat groot aanpakken zoals Witkar, Greenwheels en Car2Go. Helemaal weg krijg je auto’s natuurlijk niet, en dat is ook goed want ze zijn nog steeds van groot belang voor de kansen van mensen op de arbeidsmarkt. Er moet wel parkeerruimte zijn, liefst onder de grond, en de gemeente moet mensen met beloningen stimuleren die te gebruiken. Je kunt automobilisten bijvoorbeeld een luxe parkeerplek bieden op voorwaarde dat ze niet met de auto in de binnenstad komen.’
Rustige fietsroutes
‘Ook bij voetgangers en fietsers zullen we moeten sturen op gedrag. Nu lopen er dagelijks 250.000 voetgangers als een blinde het Damrak op vanaf het Centraal Station – het lijkt elke dag wel Koningsdag. Vooral toeristen kunnen beter gebruik maken van station Amsterdam Zuid, dat ligt dichter bij de meeste hotels. Met slimme informatievoorziening kunnen we de drukte spreiden. Voor fietsers zouden er apps kunnen komen die voor hen de ideale fietsroute geeft op basis van persoonlijk gedrag. Rustige fietsers uit de stad maken waarschijnlijk liever geen gebruik van dezelfde routes als forensen uit Purmerend op e-bikes.’
Toch verlopen ook ontmoetingen tussen verschillende modaliteiten goed. Achter het Centraal Station is een shared space gebied ingericht dat aanvankelijk sceptisch werd bekeken maar uiteindelijk prima functioneert. Het lijkt Ploos van Amstel een goed idee om dit op meer plaatsen in de stad te doen. Uiteindelijk draait mobiliteit in de grote stad immers om het delen van de ruimte.
Bron: Verkeerskunde
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO