De vierde editie van NK Speed Docking – de grootste Nederlandse logistieke competitie waar tien weken lang verblijftijden worden gemeten bij ruim 600 distributiecentra in Nederland – is in volle gang. Boegbeeld Walther Ploos van Amstel doet verslag van de tussentijdse bijeenkomst waar hij - onder embargo - een eerste blik op de meetgegevens mocht werpen. “De verschillen zijn enorm.”
Vorige week vond een tussentijdse bijeenkomst plaats van deelnemers aan het NK Speed Docking 2014. Uit de data kwamen interessante uitkomsten. Zo zijn Nederlandse distributiecentra bijvoorbeeld sneller dan die in België en Tsjechië. De belangrijkste conclusie was echter dat de verblijftijd een indicator is van veel meer dan alleen de efficiency van de goederenontvangst.
Universitair docent logistiek Walther Ploos van Amstel, als ambassadeur voor het derde jaar verbonden aan Neerlands grootste logistieke krachtmeting, zegt op GS1 Actueel onder de indruk te zijn van de eerste resultaten. Ze laten volgens hem een steeds completer beeld zien van wat er nu werkelijk bij het laadstation van een distributiecentrum gebeurt. “Doordat het deelnemersveld zo divers is, krijgen we meer cijfers waar we betere lessen uit kunnen trekken.”
Het doel van Speed Docking is tweeledig. Enerzijds draait het om het terugbrengen van de verblijftijden van chauffeurs bij de DC’s van groothandels en retailers. Dat gebeurt door nauwkeurig te meten wat er gebeurt van slagboom tot slagboom, en het losproces dat daartussen zit.
Vertraging
Een ander doel van Speed Docking is inzichtelijk maken waar in het proces de vertraging en inefficiëntie nu precies plaats vindt. Komt dat doordat een chauffeur een half uur staat te wachten tot hij mag aanschuiven bij het dock? Of vindt de vertraging daarna plaats, als de goederen in ontvangst zijn genomen en niet efficiënt genoeg worden afgehandeld?
Ploos van Amstel: “We zien aan de eerste uitslagen dat partijen die werken met data-alignment, SSCC-labels en bijpassend GS1-verzendbericht beduidend beter presteren dan zij die dat niet doen. Daar is Speed Docking ook voor in het leven geroepen: deelnemers gekwantificeerd inzicht geven in hun logistieke processen. We maken het mogelijk dat ze hun prestaties kunnen vergelijken met de rest van het deelnemersveld.”
Grote prestatieverschillen
Dit jaar lopen er nationale kampioenschappen van Speed Docking in Nederland, België (en Luxemburg) en Tsjechië (en Slowakije). Bij alle drie de competities is CAROZ verantwoordelijk voor de data-analyse, hierdoor is het mogelijk vergelijkingen te maken tussen de landen. Uit de data blijkt dat Nederland veruit de beste cijfers heeft: gemiddeld zijn de distributiecentra in Nederland 2,5 keer sneller dan distributiecentra in Tsjechië. Waarschijnlijk is dit het gevolg van de hoog ontwikkelde logistiek in Nederland, versterkt door onderbouwing met data (zoals die tijdens het NK Speed Docking verzameld wordt).
Want dat is één van de belangrijkste inzichten van de eerste competitieweken: de verblijftijd is een indicator van de efficiency van alle processen die voorafgaan aan de goederenontvangst. Tijdens de overdracht van de goederen en de bijbehorende informatie worden vervolgens alle fouten, miscommunicaties en afwijkingen in de voorgaande bestel-, plannings- en orderverwerkingsprocessen in één keer zichtbaar. Zo is het is nu al duidelijk dat het gebruik van elektronische communicatie en scanbare labels pas het gewenste voordeel gaat leveren als er ook afspraken komen over de werkprocessen bij de overdracht. De winst van de SSCC-labels gaat verloren wanneer deze niet blijken te kloppen, of niet scanbaar blijken doordat ze verkeerd zijn geplakt. Voor deelnemers gaat de analyse van de oorzaken van het tijdsverlies veel opleveren, niet alleen in tijd, maar ook in kwaliteit, duurzaamheid en efficiency.
Het meest opvallend van de tussenevaluatie van Speed Docking 2014 vindt de universitair docent logistiek de grote prestatieverschillen tussen de deelnemende groothandels, leveranciers en retailers. Hij benadrukt dan ook dat hij erg blij is dat dit jaar niet alleen simpelweg naar de verblijftijden wordt gekeken, maar ook wat er daarna gebeurt, als de goederen eenmaal gelost zijn en hun weg vervolgen in het DC. “Het is fascinerend om te zien wat er achter de deur gebeurt. Studenten van Fontys Hogeschool hebben vele dagen en nachten doorgebracht in dertien distributiecentra die meedoen. Alleen al aan de foto’s die op de werkvloer gemaakt zijn, kun je zien met wat voor cultuur je te maken hebt. Bij sommige retailers is het ontvangstproces heel lean georganiseerd, bij sommigen niet.”
Productiviteitswinst boeken
Het doel van Speed Docking is natuurlijk om productiviteitswinst te boeken. Kortere verblijftijden, snellere afhandeling. Ploos van Amstel noemt een aantal redenen om dat meer dan serieus te nemen. Hij schetst het beeld dat velen die werken in de sector bekend zal voorkomen. Willen logistiek dienstverleners in de toekomst aantrekkelijke werkgevers blijven, zal er iets aan efficiency gedaan moeten worden. Marges en beloningsstructuur staan onder druk en de bedrijfstak is aan het vergrijzen. “Het belang van snelheid en snel kunnen reageren, neemt om verschillende redenen toe.”
Naast de verschillen tussen de deelnemers stelt Ploos van Amstel dat Speed Docking dit jaar ook anders is doordat er veel gedetailleerder naar de samenstelling van de zendingen wordt gekeken. Hij somt op: “We meten 40.000 zendingen bij 130 retailers en 475 groothandels. De zendingen vallen uiteen in droge geconditioneerde zendingen, kruidenierswaren en emballage. Vooral emballage heeft een negatief effect op het proces.”
Dit jaar wordt voor het eerst diepteonderzoek gedaan naar het verloop van de ontvangstprocessen in distributiecentra, dit was mogelijk dankzij de sponsoren ANCRA, BOM, Incore, Marcareon, Transporeon en Tesisquare. Door de waardevolle medewerking van retailers en groothandels is het mogelijk voor twee afstudeerders om mee te lopen in dertien verschillende locaties. Hier meten zij enerzijds de afzonderlijke onderdelen van de verblijftijd. Anderzijds ontdekken zij ook oorzaken voor de data die wordt verzameld door de deelnemende partijen aan het NK Speed Docking. Door dit onderzoek wordt onder andere zichtbaar hoe betrokken de chauffeurs en de ontvangstmedewerkers zijn, en hoeveel verstoringen en afwijkingen zij tijdens het ontvangstproces al op weten te lossen. Dit lijkt er op te duiden dat er nog veel meer problemen zijn dan gemeten, maar dat deze niet aan het licht komen doordat deze ter plekke worden opgelost door de vaak ervaren medewerkers bij de goederenontvangst.
Honderd miljoen beparen
Aan de mogelijke productiviteitsverbetering die Speed Docking als serious game aan het licht brengt, hangt een niet te negeren prijskaartje. “We zien dat sommige DC’s een volle vrachtwagen kunnen lossen voor twee tot vier euro per pallet. Terwijl anderen onder aan de streep wel vijftien tot dertig euro per pallet kwijt zijn. In een sector waar de marges dermate dun zijn, zijn dat enorme bedragen.” In totaal, zo becijferde hij, kan er jaarlijks in de keten zo’n honderd miljoen euro bespaard worden door betere goederenontvangst.
Tegelijk waarschuwt hij voor de naïviteit van de makkelijke oplossing: “Het is geen kwestie van quick fixes. Daarvoor is de realiteit te weerbarstig. We moeten de verbeteringen echt zoeken in maatwerk en beter luisteren naar de mensen die het doen. Daarom gaan we binnenkort ook aan tafel zitten met chauffeurs en mensen die in DC’s werken. Gezond verstand alleen is niet genoeg.”
Magazijn van de toekomst
Het NK Speed Docking duurt nog een paar weken. De winnaars worden bekend gemaakt tijdens een groot eindevenement op 26 juni aanstaande bij Connekt. Ploos van Amstel hoopt op een positief resultaat waarbij nog dieper wordt ingegaan op het proces ná de goederenontvangst: “Ik zie Speed Docking als een blik op het magazijn van de toekomst.”
Beter benutten
Voor het programma Beter Benutten van het ministerie van Infrastructuur en Milieu worden de verzamelde gegevens over ritten en afleveringen ter beschikking gesteld voor analysedoeleinden: hoeveel ritten in de spits plaatsvinden, en of dat door andere planning niet vermeden kan worden.
Ook bij de deelnemers leeft het idee dat er nog veel te verbeteren valt door goed te kijken naar de patronen in ontvangen en leveren. Zo zien veel retailers een piek in de ochtend qua belevering en stilstaande wagens in de middag. Ook blijkt uit de data dat ruim 25% van de zendingen aan de retail te vroeg aankomt op de afleverlocatie, vaak wordt er een behoorlijke marge ingebouwd. Door analyse van de data kunnen stappen worden gemaakt in het aanpassen van deze processen, zodat ze betrouwbaarder worden en daardoor beter te plannen.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO