Kansen voor hergebruik bouwafval

Bij circulair bouwen staat de herbruikbaarheid van bouwmaterialen centraal. ING Economisch Bureau heeft de manieren en de kansen en bedreigingen voor ketenpartners van circulair bouwen in kaart gebracht.
Naar volledig hergebruik in plaats van “downcyclen”

35% van de Nederlandse afvalstroom bestaat momenteel uit bouwafval. De bouwsector recyclet hiervan 95%. Het gaat daarbij grotendeels om bouwpuin dat wordt verwerkt tot granulaat voor fundering onder wegen. Dit vernietigt echter voor een groot deel de waarde van de bouwmaterialen en daarom wordt ook wel gesproken over downcyclen. Beter is het om bouwmaterialen of juist zelfs complete gebouw(del)en op een hoogwaardige manier te hergebruiken. Een kozijn heeft namelijk een veel hogere waarde dan het hout. Nog circulairder is het als een heel gebouw door renovatie of transformatie een nieuw leven krijgt.

Potentiële markt minimaal 30% van de bouwproductie

Provincies, gemeenten, Rijkswaterstaat en woningcorporaties kunnen vanuit hun maatschappelijke taak het voortouw nemen bij circulair bouwen. Naar schatting is bijna 30% (€ 25 miljard per jaar) van de bouwproductie gerelateerd aan deze (semi-) overheidsinstellingen. Ook vanuit multinationals ontstaat er vraag naar circulaire bedrijfspanden omdat dit steeds vaker een onderdeel is van het MVO-beleid.

Kansen voor vooral groothandels en slopers

Voor slopers bestaan er bij circulair bouwen kansen door slim te slopen. Zij kunnen hele bouwdelen uit een slooppand halen door het gebouw te ontmantelen zodat deze hergebruikt kunnen worden. De distributie van deze gebruikte bouwmaterialen geeft nieuwe mogelijkheden voor groothandels. Zij beschikken over een netwerk van aannemers en kunnen zo gebruikte bouwmaterialen opkopen en opnieuw aanbieden. Als de trend van circulair bouwen doorzet levert dit voor toeleveranciers van nieuwe bouwmaterialen minder afzet op doordat “oude” bouwmaterialen hergebruikt worden.

Nieuwe businessmodellen met ‘van eigendom naar gebruik’

Bij een circulair model komen soms nieuwe businessmodellen om de hoek kijken. Onderhoud wordt belangrijker om de levensduur te verlengen en producenten leveren een dienst en verkopen geen product meer. Een liftenleverancier staat dan bijvoorbeeld garant voor een aantal liftbewegingen en blijft zelf eigenaar van de lift. De gedachte is dat de leverancier zo een extra incentive krijgt om te zorgen voor hoogwaardig hergebruik. Bij hightech bouwmaterialen heeft de leverancier door de complexiteit een kennisvoorsprong en kan daardoor vaak het onderhoud zelf efficiënt uitvoeren. Voor lowtech bouwmaterialen als bakstenen en kanaalplaatvloeren bestaan deze voordelen veel minder waardoor zulke businessmodellen minder kansrijk zijn.
Bron: ING

Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen

Probeer het Pro-abonnement een maand gratis

En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.

Word een PRO 

Jasmijn van der Gaag
Beste meneer van Amstel

Wij zijn twee studenten van de Haagse Hogeschool van de opleiding Ruimtelijke Ontwikkeling/ Climate & Management. Voor onze studie doen wij een onderzoek voor de gemeente Den Haag op wat voor manier de gemeente circulariteit binnen de stadsgrenzen van Den Haag maximaal kan faciliteren.

Het idee dat wij hebben bedacht om Den Haag circulairder te maken is om bij de afbouw van gebouwen de verschillende afvalstromen die hierbij vrij komen te scheiden. Op deze manier kunnen de verschillende afvalstromen als grondstof gebruikt worden voor nieuwe productieprocessen. Het idee hierbij is dat de bedrijven die de vrijgekomen grondstoffen kan gebruiken, dit voor een klein bedrag kan opkopen.

Voor ons onderzoek willen wij graag weten wat gemeentes kunnen doen om afvalbedrijven tegemoet te komen in deze manier van scheiden. Misschien dat u ons daar mee over kunt vertellen? Hierom willen wij graag een gesprek/interview met u aangaan, wat betreft de ontwikkeling rondom bouwafvalscheiding en op wat voor manier bedrijven door de gemeente tegemoet gekomen kunnen worden.

Heeft u in de komende weken tijd om met ons een gesprek/interview aan te gaan en van ideeën te wisselen?

Wij horen graag van u,

Met vriendelijke groet,

Mandy Bouwhuis
Jasmijn van der Gaag