Tijdens de Nationale Klimaattop hebben bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties afspraken gemaakt om de uitstoot van CO2 te verminderen voor het akkoord van Parijs. De transportsector heeft geweldig bijgedragen aan het verbeteren van de luchtkwaliteit in de afgelopen jaren. Maar, de uitstoot van CO2 is in de afgelopen 30 jaar helaas toegenomen, daar waar andere sectoren juist grote stappen hebben gezet.
Wereldwijd gaat nu 60% procent van de olie naar het transport van mensen en goederen. In Nederland groeit het goederenvervoer naar 2050 met 22 tot 50 procent volgens PBL en CPB. Als de sector niks doet dan stijgt de CO2-uitstoot in de transportsector verder.
Factor 6
Connekt stelt dat het goederenvervoer tegenover 1990 een factor 6 aan CO2-productiviteit moet winnen in 2050. TNO en CE Delft hebben berekend waar de CO2-uitstoot van goederenvervoer zit. Ongeveer een derde zit in het transitovervoer van grote volumes naar het achterland, een derde zit in nationaal goederenvervoer over het hoofdwegennet en een derde zit in het bevoorraden van steden. Een steeds groter deel van de CO2-uitstoot komt van 1 miljoen bestelbusjes. Dat zijn waardevolle cijfers voor een gerichte aanpak.
De geijkte maatregelen leveren geen factor 6 verbetering op. Transporteurs moeten samen met hun verladers snel en veel harder aan de slag met schone transporttechnologie, slimmere logistieke concepten om aan de vraag van klanten te voldoen, het delen van transport- en verkeersdata en stimulerend overheidsbeleid.
Harde cijfers over vervoersstromen vormen de basis voor een succesvolle aanpak. Waar zitten de lege kilometers, waar is intermodaal vervoer beter en wie kan het beste bundelen? Eigenlijk weten we over die cijfers te weinig; waar leg je dan de prioriteiten?
Bijvoorbeeld, in de Amsterdamse Oude Pijp, een steeds drukkere wijk van 800 bij 800 meter met 15.000 bewoners, komen dagelijks 1.000 vrachtvoertuigen. Een schokkende conclusie van recent onderzoek was dat 800 van die voertuigen met maar een enkele zending die wijk in rijden waarvan het overgrote deel met eigen vervoer. Dat is niet vol te houden. Met die cijfers kunnen we echt nu aan de slag.
Samenwerking
Meer CO2-productiviteit is te bereiken met techniek: lichte elektrische voertuigen voor stadslogistiek, platooning en schone vrachtwagens en binnenvaartschepen. Maar, dat is niet voldoende.
Verladers en transporteurs moeten hun multimodale capaciteiten delen en samen veel slimmer inzetten; meer lading met veel minder vervoersmiddelen. De logistieke sector moet inzetten op innovatieve dienstverlening om de groei van het eigen vervoer in steden te stoppen.
Daar wringt de schoen. Die samenwerking gaat te langzaam. Als transporteurs zelf niet het initiatief voor samenwerking nemen dan regelen straks aanbieders als Uber, PickThisUp en Trunkrs en marktplaatsen als Synple, Convoy en Quicargo dat voor wel voor hun. Of, nog erger, dan gaat de overheid het afdwingen met venstertijden, beprijzing en milieuzones. Dan ben je straks helemaal de controle kwijt met winkeliers en horeca-ondernemers.
Sociale innovatie
Bij factor 6 gaat het om het slimmer regelen van transport samen met de ontvangende klanten. Dat is nog steeds mensenwerk. Daarom is sociale innovatie eerst nodig op strategisch managementniveau; zijn de ondernemers in de sector klaar voor echte samenwerking? Zijn we in staat andere afspraken te maken met ontvangers? Het gaat behalve om hardware en software ook om mindware. Vervolgens is sociale innovatie nodig bij planners, inkopers en verkopers en niet in de laatste plaats bij de chauffeurs achter het stuur.
Walther Ploos van Amstel.
Lees hier meer over factor 6.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
M.I. moet de saamhorigheid in EUROPA (zonder de hersenloze engelsen) nog groter worden om niet "ondergesneeuwd te '(kunnen) worden