Ik kreeg drie maanden geleden (met financiële ondersteuning van mijn werkgever) mijn eerste elektrische fiets. Een Cowboy. De verhalen over de dramatische service bij van Moof waren de beslissende factor voor de Belgische fiets.
Ik geniet nu vrijwel elke dag van die fiets. Ik durf weer op de fiets nu ik weer mee kan komen met alle snelle jongens en meisjes in het verkeer. Zelfs de taxi laat ik staan. Dit had ik eerder moeten doen.
Elektrische fietsen domineren het straatbeeld over een paar jaar. Meer dan de helft van de nieuw verkochte fietsen in 2021 was een e-bike. In 2022 groeit dat aandeel (in heel Europa) verder en komen er steeds meer andere, niet traditionele voertuigen bij op de straten.
De Fietsersbond ziet het met lede ogen aan en wijst op de nadelen van de e-bike zoals onduurzaamheid, ongezond en lui. Het werd een hilarisch stukje op Nieuwsuur. Je hoort in je achterhoofd de slapstickpianodeuntjes van Charlie Chaplin. Wat zouden de sponsoren van de Fietsersbond vinden van al die ongefundeerde kritiek? De omafiets is als de vinylplaat voor liefhebbers. Maar, wel gewoon naast Spotify voor dagelijks luisterplezier.
Ik mocht in Nieuwsuur ook mijn visie geven. Simpel: over 4 of 5 jaar zijn de elektrische fietsen, bakfietsen, vrachtfietsen en fatbikes en stepjes dominant. Waarom: het gemak waarmee je ook in de stad mobiel bent tegen lage kosten. De eigen auto is onbetaalbaar geworden, een taxi te lastig en het openbaar vervoer wordt langzaam afgebouwd. En plezierig lopen wordt in Amsterdam daar waar het kan onmogelijk gemaakt. De stoep is het domein van de 'commerciëlen' geworden. Voor wie niet lopen wil, of kan, is de tweewieler het aangewezen vervoersmiddel in de stad.
Het fietspad? Dat verdwijnt. De discussie over nieuwe vormen van elektrische micromobiliteit roept vragen op over de legitimiteit van exclusiviteitsclaims van de Fietsersbond op de stedelijke verkeersruimte. Met de komst van 30 km/uur in steden, nieuwe micromobiliteit (stepjes, Hoverboards), steeds snellere elektrische fietsen, bak- en vrachtfietsen, elektrische (deel)scooters en de noodzakelijke ruimte voor de voetganger is de vraag of een apart fietspad voor ouderwetse fietsen nog wel het uitgangspunt moet zijn bij stedelijke mobiliteit.
We zullen echt ruimte moeten leren delen in onze steden; niet alleen fysiek, ook mentaal. Gedrag is de onuitgesproken olifant in de kamer. De vraag is niet ‘van wie is het fietspad?’ maar de vraag zou moeten zijn: ‘van wie is de stad’? Die discussie is door de Fietsersbond al jaren geleden de mond gesnoerd om de 'oprukkende voetgangers' te stoppen. Dat is jammer. Het gesprek over mobiliteit moet weer gaan over mensen en mensenstraten.
Walther Ploos van Amstel.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
Ontwikkeling en nieuwe dingen zijn leuk, althans dat vind ik zelf. Maar de wet en regelgeving blijft zwaar achter. Je kunt niet simpelweg een nieuw voertuig toestaan op straat zonder dat daar over nagedacht is en wellicht wet en regelgeving er op is aangepast. Of zelfs een wegennet er klaar voor is. Met dat soort steun kun je dat soort voertuigen ook weren uit onveilige situaties en speciale routes toewijzen of aanleggen. Maar nee, we maken wat en wachten dan tot het misgaat om er over na te denken. En intussen zit iedereen naar elkaar te wijzen en te lachen zoals je zelf ook aangeeft en aan meedoet. Lekker productief. Precies ook onze overheid. Die laat ook zich iets overkomen en hoopt dan dat mensen het zelf maar oplossen. Wat een treurige bevestiging van onze onbekwame maatschappij levert dit artikel.