In het Klimaatakkoord is vastgelegd dat Nederlandse gemeenten de overstap moeten maken van fossiele vrachtwagens naar elektrische vrachtwagens. Natuur & Milieu bracht in samenwerking met experts in kaart wat er nodig is om dit voor elkaar te krijgen.
Bedrijven, netbeheerders en gemeenten moeten vooral goed samen gaan werken. Het is zaak komend jaar eerste stappen te zetten. In diverse Nederlandse steden is de luchtkwaliteit niet voldoende. Naast klimaatverandering is dit een reden om vrachtvervoer in de stad te willen verduurzamen.
Het rapport biedt netbeheerders en (lokale) overheden handvatten voor de aanpak van één van de aspecten ervan: laadinfrastructuur. Marjolein Demmers, directeur Natuur & Milieu, ziet het als een belangrijk begin: ‘Het wegnemen van onzekerheden en vragen over betrouwbare laadinfrastructuur is een voorwaarde om de transitie naar elektrisch vrachtvervoer op gang te brengen.’
Laadmogelijkheden nog minimaal
Een e-truck kan niet simpelweg laden bij bestaande laadpalen voor personenauto’s. In tegenstelling tot bij personenauto’s is de verwachting dat de eerste elektrische vrachtwagens overwegend laden op eigen terrein, in plaats van onderweg. Daardoor zal er op specifieke locaties een nieuwe vraag naar elektriciteit ontstaan.
Om de productie en de inzet van elektrische vrachtvoertuigen te versnellen, moet de mythe doorbroken worden dat het laden een probleem is. De uitdaging voor netbeheerders zit vooral in het op tijd realiseren van de juiste capaciteit op het elektriciteitsnet op specifieke locaties. Het rapport wijst op wat betrokken partijen nu al kunnen doen. Er zijn bijvoorbeeld verschillende mogelijkheden om laadinfrastructuur te delen en de bezettingsgraad van laadplekken te verhogen om het laadpunt rendabel te maken. Ook kunnen gemeenten bij de aanleg van snellaadinfrastructuur eisen stellen, zodat het punt ook geschikt is voor vrachtwagens.
Distributiecentra
Tot nu toe lijkt de behoefte aan publiek laadinfrastructuur beperkt vanwege de sterke voorkeur voor het laden op het distributiecentrum. Hierbij spelen de relatief korte afstanden in Nederland en de focus op zero emissie stadsdistributie een rol. De vraag is in hoeverre overige laadbehoefte door publiek laden moet worden opgelost en in welke mate laden bij afleverlocaties privaat zal worden georganiseerd. Ook onduidelijk is of de toename van de accucapaciteit in gelijke pas gaat met de opschaling van stadsdistributie naar regionaal en nationaal transport.
Een zekere mate van publieke laadinfrastructuur ondersteunt de transitie en vergroot de flexibiliteit van de inzet van elektrische vrachtwagens. In sommige gevallen is er sprake van noodzaak, in andere gevallen biedt de mogelijkheid om onderweg te kunnen laden zekerheid die helpt de stap naar zero emissie te maken, ook al is bijladen niet dagelijkse nodig. De beschikbaarheid van publieke laadlocaties op routes naar de stad of aan de rand van de stad is daarom belangrijk voor de transitie. De Nationale Agenda laadinfrastructuur (NAL) zou daarom een visie moeten bevatten over het belang en de positie van verzorgingsplaatsen, de in ontwikkeling zijnde Clean Energy hubs in combinatie met andere vormen van publieke laadinfrastructuur.
Netbeheerders hebben er belang bij om snel inzicht te krijgen in de plannen van transportbedrijven. Een aanbeveling voor de bedrijven is om zich voor te bereiden op de verwachte laadvraag bij distributiecentra. Zij zouden op korte termijn samen met gemeenten voor bedrijfsterreinen een integraal plan over vraag en aanbod moeten maken, denk aan eigen opwek door onder andere zonnepanelen. ‘Effectieve samenwerking tussen betrokken partijen is de sleutel voor tijdige beschikbaarheid van laadinfrastructuur tegen de laagste maatschappelijke kosten’, aldus de makers van het rapport.
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro