Het is alweer een aantal jaren geleden dat Nederland op een donderdagochtend in juli 1999 via een krant werd geconfronteerd met de naam Ceteco. En werd geattendeerd op het bestaan van de provincie Zuid-Holland die er tot dat moment in geslaagd was als meest saaie bestuurslaag uit de publiciteit te blijven. Zó saai en zó weinig effectief bleek deze provincie te zijn dat begin 1990 van hogerhand zelfs serieus werd overwogen de provincie op te heffen en op te delen in twee stukken.
Met dat schrikbeeld voor ogen – daar gaan onze baantjes! – begonnen de provinciebestuurders te reorganiseren en nieuwe taken te verzinnen. Eén van de nieuwe taken die ze voor zichzelf zagen weggelegd was het verdienen van geld. En zo besloten Gedeputeerde Staten in oktober 1995 te gaan bankieren. Stiekem, in het ge...
Ceteco-affaire blijkt € 21,4 miljoen (ƒ 47,2) te hebben opgeleverd!
Probeer het Pro-abonnement nu 1 maand gratis
Upgrade naar een pro-abonnement
- Met onbeperkt toegang tot alle artikelen en de kennisbank
- Gratis Ebooks en Kortingen op events & webinars
- Een eigen bibliotheek met uw favoriete artikelen
1 maand gratis, daarna € 16,50 per maand of € 200,-- per jaar. (exclusief BTW)
Bent u al lid? Log dan in.
De column van J. Veeninga slaat de plank volkomen mis! Of er wel of niet en hoeveel geld er is verdiend met het 'bankieren' doet niet ter zake bij de beoordeling of de activiteit wel of niet geoorloofd was en of de desbetreffende uitvoerende ambtenaar wel of niet terecht heeft gehandeld. Het gaat om drie andere vragen die van belang zijn. Ten eerste of binnen een democratisch bestel een dergelijke activiteit kan worden besloten en jaren in het geheim kan voortbestaan zonder het bevoegde controlerende orgaan - Provinciale Staten - hierin te kennen. Ten tweede of er sprake is van toepassing van gezonde bedrijfsvoeringsmaatstaven rond mandatering en interne verantwoording en controle, zodat een individuele ambtenaar niet alleen met verantwoordelijkheden wordt opgescheept waaraan allerlei integriteitsrisico's vastzitten, En ten derde of een provincie die publieke middelen beheert, met die publieke middelen mag gaan speculeren en zich als bank gedragen. Het antwoord op alle drie vragen is nee. Dat heeft er in de politieke discussie dan ook toegeleid dat dit soort activiteiten in het nieuwe 'treasury-beleid' is uitgebannen. De affaire heeft bovendien de kop gekost aan enkele leden van het College van GS en aan enkele topfunctionarissen die eindverantwoordelijk waren voor Baarspul's handelen. Of er wel of niet winst is gemaakt speelde in de overwegingen volstrekt geen rol. Democratische legitimiteit, integer handelen en goed management, kortom: goed bestuur, is waar het om gaat. En niet het geld!