400 jaar New York. Tijd om een bezoekje te brengen aan de hoofdstad van de (zaken-)wereld. Dat heb ik geweten. New York is alles in de overtreffende trap. Wat een business dynamiek is daar te zien. En prachtig die multiculti maatschappij, waar iedereen geweldig samen langs elkaar heen leeft. De 1minutemanager was voor zaken een weekje in The Big Apple en is onder de indruk van de mentaliteit van de New Yorkers. In deze eerste aflevering richt ik mijn op eten en drinken in New York.
New Yorkers, dus niet te verwarren met het Amerikaanse volk, want dat zou hetzelfde zijn als Amsterdam de maatstaf te laten zijn voor heel Nederland, zijn een positief ingesteld volkje. Om bijvoorbeeld te zeggen dat de crisis direct merkbaar en voelbaar is in de stad waar het toch allemaal is begonnen, nou nee. De restaurants zitten nog steeds propvol, de winkelstraten zijn overvol en de wegen vol met taxi's. Kortom, waar in Nederland iedereen de mond vol heeft van de crisis, lijkt New York gewoon door te gaan waar het was gebleven. Een dynamische metropool in de meest ware zin van het woord. Het is begrijpelijk dat zelfs Volkskrant redacteur Jan Tromp, toch niet van huis uit een hyperkapitalist, onder de indruk is van de economische veerkracht van de stad en haar bewoners.
En inderdaad, die kracht van New York ligt toch vooral in het zaken doen. Er wordt erg hard gewerkt. Op straat, in kroegen en restaurants, eigenlijk overal. New York is echt de 'city that never sleeps'. En het draait om geld. Geld verdienen en geld uitgeven. Dat moet ook wel, want een huur- of koophuis in Manhattan is onbetaalbaar naar Nederlandse maatstaven. Etages van enkele miljoenen dollars zijn eerder regel dan uitzondering en een appartement huren komt al snel tussen de $ 5.000 tot $ 10.000 per maand. Kortom, er moet snel en veel geld verdient worden.
Dat heeft zo zijn gevolgen. Een bezoekje aan restaurants en fastfoodketens biedt dan zo zijn inzichten. Neem een etentje in een uitstekend Mexicaans restaurant (Rosa Mexicana, in het theaterdistrict). De kwaliteit van het eten is er uitstekend, er wordt nog echte mole geserveerd en de guacomole wordt vers aan tafel bereid. De bediening op en top professioneel en zakelijk. Daar ligt ook direct het probleem voor Europeanen. Eten is voor ons een feestje. Voor Amerikanen is het een noodzaak in het drukke tijdschema van de dag. Geen wonder dat Amerikanen in Europa klagen over de slechte service. Waar zij in anderhalf uur een driegangenmenu wegwerken, zit een gemiddelde Fransman nog aan de amuse. Omgekeerd werkt het dus ook moeilijk. Terwijl ik nog midden in een voorgerecht zit, wordt het hoofdgerecht al op tafel gezet. Om overigens keurig teruggenomen te worden als blijkt dat ik daar nog niet van gediend ben.
Kortom, zelfs goede en top-restaurants lijken te denken in termen van Henri Ford en McDonalds. Hoe sneller de gasten eten, hoe vaker de tafel bezet kan worden. En New Yorkers lijken dat geperfectioneerd te hebben. Een tafel in de genoemde Mexicaan werd op zaterdagavond liefst 4 maal bezet. Die avond werden 900 couverts bediend, aldus mijn ober, en dat in een restaurant met zo'n 220 stoelen.
Vergelijkbare ervaringen deed ik op tijdens een een zakelijk etentje in een Braziliaans restaurant, waar genoeg vlees werd geserveerd aan de klanten om Tyrannosaurussen weken te voeden. De kwaliteit en kwantiteit is altijd goed op orde. Stipt om 19.00 werd begonnen en iedereen was ruim voor 20.30 klaar. Kortom, Time is money en alles is geperfectioneerd in tijd, service en kwaliteit. Obers zijn nog echt obers. Kom daar eens om in Nederland, waar je blij mag zijn als een eerstejaarstudent zich over jouw biefstuk ontfermt die het verschil tussen medium en welldone kent.
Teleurstellend daarentegen waren bezoekjes aan succesformules als Starbucks (koffie), Subway (broodjes) en McDonalds (junkfood). Starbucks maakt voor Europeaanse begrippen wel erg matige koffie, terwijl je er ook niet echt gezellig kunt zitten. Toch staan er bijna de gehele dag nog rijen Amerikanen te bestellen. Het feit dat het merk het moeilijk heeft verbaasd mij echter niet. Wat in 1975 wellicht wereldkoffie was, is nu toch wel een erg slap bakje. Het lijkt erop dat de fastfoodketens hun beste tijd achter zich hebben.
Dieptepunt was een bezoek aan twee McDonalds. In het land dat de hamburger toch zo'n beetje heeft uitgevonden, kreeg ik werkelijk de slechtste burgers die ik ooit heb gegeten. En ik durf mij toch echt een kenner te noemen van slecht eten. Lauw, smakeloos. Je kan de keten in ieder geval niet meer verwijten smaakversterkers te gebruiken.
De lessen? Ik zag een enorme jalloersmakende power bij de bewoners. Een inspiratie voor ondergetekende om bij terugkomst er zelf ook weer een schepje bovenop te doen. Ook zag ik de professionaliteit bij obers voor wie het bedienen van gasten nog echt werk was, en niet zoals in veel Nederlandse restaurants een bijbaantje. Het tempo lag wel veel te hoog voor een gemiddelde Europeaan. Gezellig tafelen, het kan wel, maar je mag er wel maximaal 1,5 uur over doen. De kwaliteit en kwantiteit, alsmede de prijs/kwaliteit-verhouding was in de goede restaurants ook goed op orde. Waar ik afgelopen weekeinde twee minuscule stukjes vlees op mijn bord kreeg in een restuarant in Ouderkerk aan de Amstel, daar krijg je in een goed Amerikaans restaurant altijd meer dan voldoende.
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro
Dat van professionaliteit, kwantiteit & prijs/kwaliteit herken ik ook van mijn US bezoek.
Nu nog de <em>power</em> overnemen om er weer bovenop te komen, of doen wij Europeanen daar ook langer over, net als met het eten? ;-)