Soms begeef je je met graagte in het hol van de leeuw. Zo ook vandaag bij een bezoek aan het symposium 'De brug tussen wetenschap en praktijk', dat ter ere van het afscheid van Rein Baneke, directeur van het NIP (het Nederlands Instituut van Psychologen) werd gehouden. Als econoom moet je dan wel op je tellen passen, want zaken als valorisatie, validatie en protocollering worden in een adem genoemd als speeltjes van mijn 'bloedgroep'. Is sprake van een onzichtbare strijd tussen psychologen en economen?
Dat de wetenschappelijke waarde van managementtheorieën mij ter harte gaat zal de regelmatige bezoeker van 1minutemanager of lezers van ManagementSite niet verrassen. Met belangstelling keek ik daarom uit naar de bijdragen van de hoogleraren Hofstee, Van der Molen en Hutschemaekers alsmede van de afscheidnemende directeur zelf. Eén ding moet gezegd, voor een beroepsgroep die vooral bekend staat als 'goede luisteraar' was juist het spreken vandaag uitstekend verzorgd.
Prof. Hofstee kwam met de stelling dat de brug tussen wetenschap en praktijk 'de persoon zelf is'. De psychologen zijn in zijn optiek ‘weerloos volk met weinig gevoel voor systemen en macht’. De missie van de psychologie mag dan in zijn ogen het bewaken en bewaren van de vrijheid van het individu zijn, als het er op aan komt wie of wat de brug tussen wetenschap en theorie moet slaan, dan stelt Hofstee dat we dit gevoeglijk 'aan de cliënt zelf kunnen overlaten'.
Prof. Van der Molen sprak enthousiast over de studie-aanpak van de vakgroep Psychologie aan de Erasmus Universiteit, waar vooral case-gericht (lees: praktijkgericht) te werk wordt gegaan. Hoewel de successen evident zijn, met een lage uitstroom en veel 'rendement', bekroop een deel van het gemiddeld wat oudere publiek het gevoel dat de Erasmus-aanpak een nogal schools en ‘HBO-achtig’-niveau had. De brug tussen wetenschap en praktijk werd dan wellicht gedicht, maar het primaat leek toch vooral bij de dagelijkse praktijk te liggen waar studenten dan maar wat van moesten proberen te maken op basis van eigen literatuurstudie. Dat de met trots getoonde reader voor de studenten ‘Van baby tot bejaarde’ niet dikker was dan een weekeditie van Elsevier doet wat dat betreft het ergste vermoeden. Wellicht is het bewijs voor het niveau van de opleiding echter alleen proefondervindelijk te bepalen en ben ik te 'old school', ga ik teveel uit van de waarde van basiskennis. Over de wisselwerking tussen wetenschap en praktijk gesproken.
Hetgeen mij op het betoog van Prof. Hutschemaekers brengt, die op wat complexe wijze (en in andere woorden dan ik hier gebruik) het nut van het ook door mij vaak aangestipte iteratieve proces tussen inductie en deductie uit de doeken deed. Het gaat om een wisselwerking tussen beide, niet om het primaat van de een boven de ander. Zijn opmerking dat uit onderzoek van Beutler uit 2003 blijkt dat er ‘geen eenduidige relatie tussen kwaliteit van de beroepsuitoefening en de mate van scholing blijkt te bestaan' zorgde voor een licht ongemakkelijk gevoel in de zaal. Integendeel, de kwaliteit van de diagnostiek blijkt af te nemen naarmate de scholing (verder) toeneemt. Voer voor psychologen, dunkt mij!
Wetenschap of praktijk? Zolang er op het NIP vragen van verzekeraars binnen komen over het nut van 'waterdans-therapie' en duiveluitdrijving lijkt mij de zo gewenste brug nog niet geheel vaste bodem onder de peilers te hebben. Toch is dit niet onbelangrijk, want Nederland kent de hoogste psychologen-dichtheid ter wereld met 1 psycholoog op 450 inwoners. Hetgeen een van de inleiders deed verzuchten dat als je nu nog een probleem hebt, het toch echt aan jezelf ligt.
Wat is mij bijgebleven? Vooral toch het feit dat economen niet echt populair zijn, maar dat tegelijkertijd de hele middag gebruik werd gemaakt van economische begrippen. Sprak de een over rendement van de opleiding, de ander ging dieper in op validatie en valorisatie op basis van evidence based benaderingen. Zou Freud hier niet gewoon verzuchten: ‘Was sich liebt das neckt sich’?
Hoewel ik na het eerste uur van het symposium, als econoom, overwoog direct in therapie te gaan, kwam het uiteindelijk allemaal goed zonder nadere diagnostiek. De discussie onder psychologen over de brug tussen wetenschap en praktijk lijkt bijna net zo urgent en oud als die in de economische- en management-wetenschap. Zonder tot eenduidige oplossingen te komen. Zoals gezegd, spreken konden de inleiders als geen ander. Boeiend en vloeiend. Complimenten! Maar in de psychologie lijkt de tijd aangebroken, voor wetenschappers en praktijkmensen, om weer eens goed naar elkaar te gaan luisteren. De economen zitten tenslotte niet stil en hebben met vakgebieden als 'behavioral economics' al een belangrijk stuk van de psychologen-taart afgesnoept.
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro