(Soms haal ik graag eens een artikel uit de oude doos, zoals deze van 10 jaar geleden.) Organisatieontwikkeling, zeg maar de trainings- en coachingsbranche, is onmisbaar geworden, zo lijkt het. Organisatieontwikkeling kan iets teweegbrengen, mits goed begeleid door het management, mits toegespitst op de praktijksituatie en mits goed is nagedacht of training wel het juiste middel is.
Bij training en coaching binnen organisaties gaat het om verbetering, oftewel om:
-lichamelijk en mentaal gezonde mensen
-die samenwerken
-en onderling helder communiceren
-om een optimale prestatie neer te zetten
-in een gezond bedrijf
-en die daar een eerlijke beloning voor krijgen.
Dat lukt meestal niet zomaar. Op al deze punten kan het misgaan. Wanneer mensen mentaal niet goed functioneren of niet lekker samenwerken en communiceren, komen de coaches en trainers, soms ook de mediators langs. Hun trajecten werpen zoveel vruchten af dat training en coaching een ware hype zijn geworden.
Kennelijk voorzien deze vormen van organisatieontwikkeling in een behoefte. Een behoefte die de organisatie niet zelf kan bevredigen. Niet gek; organisaties hebben zich bezig te houden met markten, sales, productiviteit, omzet en kostenreductie. Dat is vaak keiharde business. Van medewerkers wordt veel daarbij veel gevraagd.
Mensen hebben behoefte aan veiligheid en stabiliteit, maar organisaties bieden die maar beperkt. Managementwisselingen en veranderingen in werkinhoud en werkomgeving vragen veel flexibiliteit van de moderne werknemer, die in de privésfeer ook al aan allerlei verwachtingen blootstaat.
Coaching en training kunnen helpen tijd te maken voor reflectie en bezinning, maar ook helpen een attitude te ontwikkelen waardoor men al die verwachtingen met vertrouwen en in ontspanning tegemoet treden kan. Ook kan iemand worden ondersteund om kwaliteiten aan te boren bij zichzelf die beter bij zijn functie passen.
Coaching en training mogen nooit een vervanging worden voor aansturing; ze kunnen echter een prachtige aanvulling zijn. Maar ook hier gaat veel mis. Trainingen blijken bijvoorbeeld nogal eens te weinig afgestemd op de behoefte van de organisatie, of juist op de behoefte van het individu.
Veel coaches en trainers, ik schreef het al eerder, beschouwen zichzelf als een soort goeroe. Dat is een onbescheiden houding, die er toe leidt dat men een trainee wil omvormen op basis van de eigen levensbeschouwing. De eigen modellen worden dan als een absolute waarheid gepresenteerd. De kunst is natuurlijk om iemand vanuit zijn eigen persoonlijkheid en levensbeschouwing tot een verandering te brengen. Dat is iets anders dan van iemand een boeddhist, christen of NLP'er maken.
De verandering zou in mijn beleving niet los mogen staan van bovengenoemde punten. Dus: coaching en training moet een bijdrage leveren aan mentale, zelfs aan de lichamelijke gezondheid; moet leiden tot een betere samenwerking en communicatie; moet tevens bijdragen aan verbetering van de bedrijfsdoelstellingen.
Over dat laatste is niet iedere organisatieontwikkelaar het eens. Coaching kan er toe leiden, meent men, dat iemand een tijd minder presteert. En misschien zelfs helemaal niet meer presteert. Ik ben daar niet voor. Het kan gebeuren dat iemand in een levensfase zit waarin hij een tijdje minder met prestatie bezig is. Maar moet het bedrijf dat betalen? Misschien in sommige gevallen. Als iemand altijd een optimale werkinstelling heeft gehad. Of al jaren fantastische dingen laat zien.
Maar de voorbeelden zijn legio, dat training en coaching mensen voor maanden, soms jaren, een wanprestatie laat leveren. Dat heeft met niets anders te maken dan met de kwaliteit en instelling van de trainer of coach. Medewerkers krijgen in hun leertraject een illusie voorgespiegeld: bijvoorbeeld dat zij alleen nog maar dingen hoeven te doen waar ze zin in hebben, of dat ze niets ‘moeten'.
Dit doet de werkelijkheid geweld aan. Iemand die geacht wordt een prestatie te leveren, móet iets. Soms moet hij dingen doen die hij niet wil. In een omgeving die verandert op een manier die hij niet wil. Een aantal coaches en trainers zeggen dan: stap dan op. Accepteer het niet. Met als gevolg dat mensen vertrekken en elders weer van alles moeten.
Talloze mensen zijn op die manier een eigen organisatie begonnen. De markt is vergeven van de zzp'ers die ‘geen zin' hebben in ‘moeten'. Maar als iemand veel moet, is het de zzp'er wel. Ook hier zien we de illusie hoogtij vieren. De beloning die een zzp'er krijgt, maakt het echter draaglijk. Tijdelijk. Voor een paar jaar. Dan ziet men in dat er toch wel veel ‘moet' en dat men helemaal niet doet waar men zin in heeft.
Volgens mij heeft coaching en training pas zin als mensen beter leren omgaan met het feit dat ze dingen ‘moeten', als ze beseffen dat ze niet altijd kunnen doen waar ze zin in hebben. Wel kunnen ze op zoek naar een functie die beter past bij hun persoonlijkheid. De controller bijvoorbeeld realiseert zich dan dat hij beter geen leidinggevende kan worden, omdat hij cijferen leuker vindt dan mensen. En de geboren manager gaat niet in een staffunctie zitten.
Er is bij mensen altijd behoefte om vooral te doen waar ze zelf zin in hebben. Niets mis mee, maar je wint er geen oorlog mee en winst maken wordt ook lastig. En zonder winst geen bedrijf. Zo hard en simpel is het, ook in een markt die de storm van een crisis voelt.
Een bedrijf is geen behoeftebevrediger, integendeel: mensen verhuren zich (en laten zich betalen) om de behoeften van een bedrijf te bevredigen. Daarom heb ik altijd gevonden dat bedrijven niet alle persoonlijke ontwikkeling van hun medewerkers hoeven te bekostigen. Coaches en trainers die mensen helpen om hun behoeftes zichtbaar te maken, en op een realistische manier in verbinding te brengen met organisatiedoelen, helpen bedrijf én medewerker. Het leert het individu om optimaal en ontspannen te functioneren. Binnen een context die ook het bedrijf beter laat functioneren.
Training en coaching die de medewerker isoleert van de context waarin hij werkt, is alleen functioneel wanneer de medewerker helemaal op de verkeerde plek zit. Maar dat kan al heel snel worden vastgesteld. Eén gesprek laat dat voldoende zien. En dan moeten trainer en coach dat signaleren, in plaats van trajecten aan te bieden met een ‘open einde', louter en alleen om hun beurzen te spekken. Want ook de trainer en de coach moeten iets, en het zijn de managers die daarin een rol hebben. Stuur ze aan, die coaches en trainers, zorg dat je weet waar ze mee bezig zijn.
De Nederlandse schrijver Heere Heeresma zei ooit: ‘Veel mensen willen zijn als stromende wateren, maar met behoud van wedde (lees: maandsalaris)' Duurbetaalde goeroes zijn daarvan een voorbeeld. Laten we dit fenomeen aanpakken. Ik ben de laatste die vindt dat organisaties moeten verkillen. Warmte in de onderlinge werkrelaties is een groot goed. Maar laten we niet vergeten dat er ook gepresteerd moet worden.
Moeten is een vervelend woord. Coaches roepen dat ook vaak tegen hun medewerkers. ‘Ik hoor je vaak het woord ‘moeten' zeggen. Dat lijkt me niet goed.' Mijn waarde coaches, daarmee bewijs je niemand een dienst; hooguit je eigen denkbeelden. Mensen moeten wel degelijk iets. Daarin ontspanning te vinden, dat is de kunst.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
Het is de kunst willen en moeten zoveel mogelijk in een lijn te krijgen en zoveel mogelijk zelf de verantwoordelijkheid te nemen voor aangegane verplichtinen. Kleine verstoringen in die lijn vergen een zekere frustratietolerantie.
Daar waar willen en moeten echt uit elkaar gaan lopen is zelfonderzoek naar het "waarom moet ik en wat wil ik" heel nuttig.
Daarbij moet soms, tijdelijk, wat water bij de wijn. De maakbaarheid van het leven wordt vaak overschat en "shit happens", maar de zoektocht naar een goede balans tussen willen en moeten én het benutten van talenten en passie leid tot fantatische resultaten en tot geluk.
Ik vind het gek wanneer een collega van mij maanden minder presteert omdat hij in een zelf-ontdek-cursus zit. Heb ik last van omdat ik zijn werk er voor een deel bij moet doen. Bizar om dit als bedrijf te betalen.
Je schetst een nogal optimistisch beeld van trainers en coaches, met name in het slot. Ik ben minder positief. Ik loop nu 15 jaar rond in het vak, en ik heb fantastische trainers en coaches gezien, die inderdaad bewerkstelligden wat jij verwoordt. Maar er is ook veel ‘ramsj’ in het vak. En dan kom je op mijn betoog hierboven uit.
Ook ben je optimistisch over organisaties: die kijken echt wel kritisch, zo veronderstel je, naar wat ze 'binnen trekken'. Ook dat is helaas niet zo. Kennis onder erg veel managers over opleidingsmanagement is niet zelden gering. Toets het maar eens. Ook hier geldt weer dat er natuurlijk veel goede zijn bij wie het anders is.
Al met al ben ik door je verhaal net zo min overtuigd als jij waarschijnlijke door het mijne. Dat mag gelukkig. Misschien ligt de waarheid ergens in ons midden. Of daarbuiten. Wie weet? Maar kritische kanttekeningen blijf ik plaatsen. Of gaan we heilige huisjes bouwen? Nee toch. Het trainings- en coachingsvak is prachtig, als het gedesemd is met kwaliteit. Dan biedt het inderdaad een prachtig instrument voor organisaties. Maar het is juist mijn liefde voor het vak dat me kritisch maakt op ‘vervuiling’ en kwakzalvers, die het zo’n slechte reputatie geven.
En met louter optimisme bestrijd je dat niet.
Daar waar het gaat om het scheiden van kaf en koren.
Daar waar het gaat om de evenwaardige relatie die er dient te zijn tussen coach en coachee. Daar past geen alwetende goeroe. Volgens mij zit daar ook niemend op te wachten.
De client is expert van zijn situatie, die heeft geen goeroe nodig. Bevordering van zelfsturing, inzichtelijk maken van kwaliteiten, herkennen van belemmerende overtuigingen zijn zomaar drie punten uit de coachpraktijk die de coachee helpen keuzes te maken, want dat is waar het om draait. Keuzes maken. Kiezen als bewuste actie om doelen te bereiken. Die doelen mogen ook persoonlijk zijn.
In werk gerelateerde coaching is zeker van belang de doelstelling van de organisatie mee te nemen. De mens maakt nu eenmaal deel uit van systemen, werk is daar een van.
Per levensfase kan de keuze anders komen te liggen..
Loopbaanplanning, outplacement en dergelijke zijn belangrijke trajecten waarin beide partijen, werkgever en werknemer gebaat zijn bij goede keuzes. Niets is slechter voor de mentale gezondheid van een werknemer dan de dagen af te tellen in een niet (meer) passende job.
Een lichte aarzeling bekruipt mij bij de passage waar de manager wordt opgeroepen tot het aansturen van de coaches. Ik hecht sterk aan een goede verrtrouwensrelatie met zowel opdrachtgever als met de coachee. De onafhankelijke positie van de coach mag daarbij niet in het geding komen.
Kwaliteit is een goed criterium, vraag is alleen wie dat toetst. Ik hoop dat die toetsing breder is dan uitsluitend degene die de rekening betaald.
Coaching is in mijn ogen mensen helpen zich persoonlijk en professioneel te ontwikkelen. Persoonlijk en professioneel, omdat die niet los van elkaar kunnen worden gezien.
Bert Huisman
Zo, en dat is dan weer voldoende reclame.
Organisatieontwikkeling is niet gelijk aan training en coaching! Training en coaching kan, naast andere middelen en interventies, bijdragen aan de gewenste ontwikkeling. Meer dan dat is het niet.
De start van deze bijdrage is daarmee in mijn ogen een valse start.
Mensen die aan andere mensen vertellen wat moet of zou moeten zijn volgens mij geen coach of trainer, maar adviseur of degene die hoger in een hierarchie staan. Als de organisaties echter gekwalificeerde coaches en trainers inzetten, is je probleem waarschijnlijk zo opgelost. Iets een beetje verdraaien en dat dan gaan weerleggen is een voorbeeld van een drogredenering. Dat jij dat hier doet, is wat ik vooral opmaak uit je stuk.
Hartelijke groet