Ministerie vraagt inspraak over oplossing rijbewijs zware bestelauto's

Het Ministerie vraagt om inspraak over een vrijstelling van het bezit van rijbewijs C bij het besturen van alternatief aangedreven voertuigen tot 4.250 kg. Het is een lang slepende kwestie. Er ligt nu een voorstel voor een tijdelijke oplossing. Dat is voorlopig goed nieuws, in afwachting van een Europese definitieve oplossing. Er is overigens een duidelijke wens bij de deelnemende partijen, andere mobiliteitspartijen en de politiek om een permanente vrijstelling van rijbewijs C te krijgen voor zero-emissievoertuigen met een toegestane maximum massa (TMM) van meer dan 3.500 kg maar ten hoogste 4.250 kg.

Als de overheid niets doet loopt per 1 juli 2025 de huidige gedoogsituatie af. Dit betekent dat alle bedrijfsvoertuigen boven de 3.500 kg TMM met een rijbewijs C bestuurd moeten worden en dat daarnaast de tachograafplicht in acht genomen moet worden. Zonder overheidsinterventie loopt de verduurzaming van dit deel van het wagenpark vertraging op tot de nationale implementatie van de vierde rijbewijsrichtlijn is afgerond (eind 2026/begin 2027).

Historie

In december 2011 werden de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 aangepast om de derde rijbewijsrichtlijn te implementeren. Een van de belangrijkste wijzigingen betrof de rijbewijscategorieën. Voor rijbewijs B bleef de toegestane maximum massa 3.500 kg, maar EU-landen kregen de mogelijkheid om bestuurders met een B-rijbewijs alternatieve bestelauto’s tot 4.250 kg te laten rijden, mits het extra gewicht boven de 3.500 kg uitsluitend te wijten was aan de zwaardere alternatieve aandrijflijn in vergelijking met een voertuig van dezelfde afmetingen met een verbrandingsmotor. Het laadvermogen mocht echter nooit worden verhoogd.

Gedoogperiode

In Nederland geldt tot 1 juli 2025 een gedoogperiode, waardoor bestuurders van emissievrije bedrijfsvoertuigen met een totale massa van 3.501 kg tot 4.250 kg zonder rijbewijs C (met code 95) en zonder tachograaf deze voertuigen mogen besturen.

Het probleem dat ontstaat tussen het einde van de gedoogperiode op 1 juli 2025 en de verwachte verruiming van de wetgeving met de vierde rijbewijsrichtlijn vanuit de EU, vormt een obstakel voor ondernemers die hun voertuigen willen verduurzamen.

Daarom is er op politiek niveau besloten om een tijdelijke oplossing te vinden. Hierbij moet rekening worden gehouden met de verkeersveiligheid, vooral bij de opleiding en kennis van chauffeurs. Het Openbaar Ministerie heeft bovendien geëist dat er uitzicht moet zijn op legalisatie om akkoord te gaan met de verlenging van de gedoogperiode tot 1 juli 2025. Dit vooruitzicht wil het ministerie nu vastleggen in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), die de vrijstelling formeel regelt.

Europa

De vrijstelling die onder de derde rijbewijsrichtlijn mogelijk is, blijkt niet uitvoerbaar en moeilijk handhaafbaar (dat zeggen RDW en OM). Bij de Europese Typegoedkeuring (ETG) wordt het gewicht van de alternatieve aandrijflijn niet geregistreerd. Daarnaast produceert niet elke fabrikant een equivalent voertuig met een verbrandingsmotor, waardoor een gewichtsvergelijking vaak niet mogelijk is. Dit maakt het lastig om aan te tonen welk deel van het extra gewicht door de alternatieve aandrijflijn komt. Ook mag deze ruimte in het maximale gewicht niet worden gebruikt voor extra laadvermogen, wat tot complicaties leidt.

Daarnaast is de vrijstellingsmogelijkheid verbonden met andere wet- en regelgeving, die voertuigen met een TMM boven 3.500 kg als vrachtwagens beschouwt (bijvoorbeeld voor regels over rijstroken, snelheden en verkeersborden). Voor bestuurders met een rijbewijs B is het vaak onduidelijk welke verkeersregels van toepassing zijn wanneer ze een voertuig boven de 3.500 kg besturen, wat doorgaans als vrachtwagen wordt geclassificeerd. Dit zorgt voor risico’s bij verkeersveiligheid, aangezien deze bestuurders zwaardere voertuigen besturen zonder de daarvoor vereiste training (normaal is een zwaarder rijbewijs nodig voor voertuigen boven 3.500 kg).

Ook speelt dde tachograafplicht voor deze voertuigen een rol. Onder de gedoogperiode zijn de voertuigen vrijgesteld van deze plicht binnen een straal van 100 km rondom de vestigingsplaats (feitelijk vanaf de vertrekplaats). Met het aflopen van de gedoogperiode vervalt deze vrijstelling, en moeten voertuigen met een TMM boven 3.500 kg weer aan de tachograafplicht voldoen.

Politiek is besloten dat een permanente vrijstelling van de tachograafplicht in de AMvB niet wenselijk is, tenzij de sector bij de indiening van de AMvB een uitvoerbaar en handhaafbaar plan presenteert. Dit plan moet de naleving van de Arbeidstijdenwet waarborgen, zodat de gezondheid en veiligheid van werknemers beschermd blijft, en de risico’s voor de verkeersveiligheid aanpakken. De beoordeling van dit plan ligt nog bij de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Om hoeveel voertuigen gaat het?

Momenteel gaat het om 800 tot 900 elektrisch aangedreven bedrijfsvoertuigen. Bij volledige elektrificatie van het wagenpark zullen alleen de zwaarste voertuigen de grens van 3.500 kg overschrijden door het gewicht van de elektrische aandrijflijn. De vierde rijbewijsrichtlijn zal bovendien de doelgroep uitbreiden naar alle alternatief aangedreven voertuigen met een TMM tussen 3.501 kg en 4.250 kg, wat vooral van toepassing is op doelgroepenvervoer en kampeervoertuigen.

Een belangrijk aspect waar bij een permante vrijstelling rekening mee moet worden gehouden is het feit dat door de toegestane technische maximum massa boven de 3.500 kg de voertuigen waarvoor de vrijstelling van rijbewijs C gaat gelden, volgens andere regelingen nog steeds vrachtauto’s zijn en geen bestelauto’s. Deze eisen zijn internationaal zo vastgelegd en kunnen niet eenzijdig in Nederland worden aangepast. Daarom is het van belang dat ondernemers en hun chauffeurs, maar ook particuliere eigenaren van zwaardere voertuigen die gebruik maken van de vrijstelling, op de hoogte zijn van de voor zwaardere voertuigen geldende verkeersregels, de toegenomen complexiteit voor wat betreft de besturing en het besef dat er een grotere kans op ernstig letsel bestaat bij een botsing met andere weggebruikers of objecten.

In een convenant zullen het ministerie van IenW en betrokkenen vastleggen welke eisen nodig zijn voor bij de additionele cursus bij rijbewijs B om de verkeersveiligheid beter te borgen bij de besturing van deze voertuigen. Er is dus een aanvullende opleiding nodig (echter niet wettelijk vereist).

Belangrijk zijn nog deze aanvullende regels. Het voertuig mag niet wordt gebruikt in combinatie met een aanhangwagen. En het voertuig moet worden bestuurd door een bestuurder die in het bezit is van een rijbewijs voor de categorie B dat ten minste twee jaar daarvoor voor de eerste keer is afgegeven.

Huidig beleid en evaluatie

Nu nog wordt het rijden in emissievrije bedrijfsvoertuigen met een TMM van 3.501 kg tot 4.250 kg met een rijbewijs B gedoogd, evenals de vrijstelling van de tachograafplicht voor voertuigen die binnen een straal van 100 km van de vestigingsplaats blijven. Uit deze gedoogregeling is geleerd wat nodig is voor een handhaafbare en uitvoerbare vrijstelling. De vierde rijbewijsrichtlijn van de Europese Commissie (EC) biedt mogelijkheden om een dergelijke vrijstelling mogelijk te maken. Hoewel dit voorstel nog niet definitief is, heeft de EC positieve verwachtingen over de afronding, en ook het Europees Parlement (EP) heeft zich gunstig uitgelaten.

DG MOVE begrijpt de Nederlandse wens om vooruitlopend op de implementatie van de vierde richtlijn nationaal een oplossing te vinden in het kader van verduurzaming. Deze gesprekken hebben geleid tot voldoende basis om te starten met het opstellen van een AMvB om de permanente vrijstelling in nationale wetgeving vast te leggen.

Bron: Ministerie IenW

Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen

Probeer het Pro-abonnement een maand gratis

En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.

Word een PRO