Diversiteit en leiderschap

Kunnen omgaan met culturele diversiteit is een wezenlijke leiderschapscompetentie in de wereld van vandaag en morgen. Om dat in te zien hoef je geen multicultureel romanticus te zijn. Sterker nog, het gaat er juist om de uitdagingen die de botsing van verschillende culturen tot gevolg heeft te erkennen, te doorgronden en af te wegen.

In 'dreams from my father' beschrijft Barack Obama hoe hij dankzij zijn jeugd en gemengde afkomst het vermogen heeft ontwikkeld om echt in de schoenen van 'de ander' te staan. Voor een moment in de huid van een ander te kunnen kruipen. In zijn geval is dat een natuurlijk proces geweest, een vanzelfsprekend uitvloeisel van de samenstelling van zijn familie. Voor anderen is dat niet zo vanzelfsprekend.

Normen, waarden, gewoonten en rituelen, ze worden bepaald door de gemeenschap waarin we opgroeien. Maar de wereld bestaat uit meer dan je eigen groep, en als je succesvol in die wereld wil opereren is het van belang dat je ook heel andere groepen tot op zekere hoogte leert begrijpen. Zo verken je nieuwe markten, zo beslecht je conflicten, zo leer je ook met een bepaalde nuance naar je eigen, vastomlijnde gedachten kijken en naar die gemeenschap waar je zelf vandaan komt.

Barack Obama heeft het geen windeieren gelegd, zijn vermogen om 'cultureel te kunnen schakelen'. Wat bij voorbaat een zwakte leek - in het begin van zijn campagne, weet u nog wel, was het niet duidelijk of zijn grootste nadeel nu het feit was dat hij zwart was, of juist niet zwart genoeg- heeft uiteindelijk tot een grootse triomf geleid. Een leider van het nu, die een leider kan zijn in wie iedereen zich kan verplaatsen omdat hij uitstraalt dat hij het beheerst, de kunst van het in de huid van de ander kruipen.