Gaat robotisering minder banen opleveren? Niet volgens Andrew Mc Afee, de grote goeroe op het gebied van digitale economie. In het NRC van 25 juli straalt hij juist een en al optimisme uit. Altijd als er technologische vernieuwing komt, roepen er mensen dat er banen zullen verdwijnen. Dat blijkt steeds niet het geval te zijn. Om te beginnen zijn er heel wat banen die zullen blijven. Kappers, hoveniers, vakmensen, dokters, logistieke medewerkers, winkels voor levensmiddelen, supermarkten, onderwijspersoneel en talloze andere banen blijven gewoon open staan voor mensen. Wel zal er een kaalslag optreden in de dienstverlening. Zowel op hoger als lager niveau. Minister Asscher ziet daar de komende decennia 2 tot 3 miljoen banen verdwijnen. (https://www.ted.com/talks/andrew_mcafee_what_will_future_jobs_look_like?language=nl)
Niettemin moeten wij die toekomst omarmen, en ons er niet tegen verzetten, luidt het advies. Vooral Mc Afee heeft de indruk dat we in Europa het verleden tegen de toekomst willen beschermen, in plaats van de toekomst tegen het verleden. Hij noemt de gewelddadige protesten in Parijs tegen de taxi-app Uber. Mc Afee spreekt geen onzin. Hij vindt dat overheden een economisch systeem moeten hebben dat enerzijds initiatief ondersteunt, en anderzijds zorgt voor mensen die te ver achterblijven. Je moet de werkende belonen, en voorkomen dat er een ‘onderkant van de samenleving’ ontstaat. Ik vind dat een mooie lange termijnvisie voor politici. Een combinatie van het liberale ondernemersprincipe en het sociaaldemocratische zorgen voor de zwakkeren.
Hij spreekt van een basisinkomen. Werk is nu nog gerelateerd aan arbeid. Wie hard werkt en hoog in de hierarchie staat, krijgt meer. Straks zal heel veel werk gedaan worden door robots en volgens Mc Afee leiden tot heel veel welvaart. Overheden zullen die welvaart verstandig moeten verdelen.
De berichten zijn nog een beetje tegenstrijdig. De een zegt: het gaat minder banen opleveren met die robotisering. De ander zegt: juist meer. Met een groeiende wereldbevolking en een opgetrokken pensioenleeftijd moeten we volgens mij rekening houden met minder werk en voor velen misschien wel geen werk. Als ik politicus was zou ik een paar scenario’s ontwikkelen. Een voor meer werk, en een voor minder werk en een voor weinig verandering.
Het idee van Andrew Mc Afee dat nieuwe technologie altijd meer banen heeft opgeleverd is onvoldoende om ervan uit te gaan dat dat nu weer zo zal zijn. In mijn boek ‘Het flitsbrein’ leg ik voldoende uit waarom: daar heb ik een heel hoofdstuk geweid aan valkuilen bij besluitvorming, en voorspelling op patronen uit het verleden is een echte valkuil. Toch vind ik het prettig dat hij niet vervalt in doemdenken.
Asscher doet dat trouwens ook niet. De samenleving moet nieuwe ontwikkelingen volgens de minister wel degelijk 'omarmen’. Robotisering levert volgens de bewindsman op termijn meer welvaart, veiligheid en een hogere levensverwachting op. Werk dat naar lagelonenlanden is verplaatst, kan bijvoorbeeld met robots worden teruggehaald naar Nederland.
De overheid moet er echter wel voor zorgen dat er voor mensen in de toekomst ook nog een inkomen is, erkent Asscher. "Daar moeten we nieuwe instrumenten voor verzinnen, dat gaat niet met ons huidige stelsel."
Al met al lijkt de toekomst er goed uit te zien. Wel zullen we de koppeling tussen arbeid en inkomen moeten gaan loslaten. En anders over werk moeten gaan denken. Dit laatste betekent ook dat we naar nieuwe vormen van werken kunnen gaan kijken. Op dit moment is het allemaal vrij rigide in banenland.
Taken liggen vast in functies, waardoor mensen jarenlang hetzelfde werk moeten doen, zich gaan vervelen, en waardoor de enige doorgroeimogelijkheid de positie van manager is. Zo krijg je topspecialisten op managementfuncties, waar ze eigenlijk niet zo passen, terwijl hun meerwaarde zit in werk dat ze niet meer doen.
En voor de generalisten is het helemaal lastig. Die vervelen zich na enige tijd als het werk monotoon blijft. Als je die te lang laat zitten op een functie, dan worden ze vervelend en mokkerig, of ze gaan hun vertier zoeken in andere zaken, zoals grappen of werk doen dat je niet wilt dat ze doen.
In de toekomst, als we uitgaan van een basisinkomen voor iedereen en een bonus voor werk die past bij de kwaliteit en aard van dat werk, kan je hierin schuiven. Je kunt als bedrijf dan gebruik maken van lijsten van kwalitatief hoogwaardige medewerkers. Je hoeft geen mensen in dienst te nemen maar kiest ze voor bepaalde klussen.
Fijn voor specialisten die zo kunnen groeien in hun werk door de klussen die ze doen, maar ook voor de generalisten die variatie in hun werk houden. Wat dat laatste betreft: daarvan ben ik zelf een voorbeeld. Ik heb als generalist door zelfstandig te worden enorm veel dingen kunnen oppakken, waardoor ik geweldig heb kunnen groeien en ook specialist op een aantal gebieden ben geworden.
Want als de generalist maar voldoende ontplooiingsmogelijkheden heeft, kan hij uiteindelijk prettig op zijn plek vallen. Nu wordt vaak gevraagd: waar ben je goed in? Of: in welke richting wil je groeien? Een generalist vindt dat een moeilijke vraag omdat hij dat breed wil houden.
In een digitale economie, waarin mensen meer tijd krijgen voor zichzelf en hun ontplooiingsmogelijkheden, is plaats voor de generalist, de specialist en is de positie van manager niet per se de enige doorgroeimogelijkheid. Ondertussen hebben we een goede vriend gevonden in iemand die ons meer welvaart oplevert: De Robot.
Bert Overbeek geeft dit najaar een cursus die je als manager echt beter maakt. Of je 25% resultaatverbetering haalt weten we niet, maar 15 tot 20 moet kunnen lukken. En daarbij heb je een tevreden team. Kijk hier: https://egobert.wordpress.com/2015/07/25/verbeter-je-intuitie-en-besluitvorming-cursus-om-beter-te-worden-in-je-werk/
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO