Om betere besluiten te kunnen nemen moeten we onze intuitie goed kennen. En om meer te begrijpen van intuitie, moeten we goed onderkennen welke ingevingen gebaseerd zijn op intuitie en welke op andere ‘bronnen’ in onze geest. Intuitie is een schitterend staaltje samenwerking van onze breindelen. De miraculeuze snelheid waarmee onze attractoren (of neuronetwerkstelsels) omgaan met informatie lijkt op de snelheid die je ook bij andere biologische en natuurkundige fenomenen ziet. Denk aan de snelheid van het licht, of de snelheid waarmee een krokodil een gems vangt. Die snelheid mag ons verbijsteren en betoveren, ze garandeert niet per se dat onze intuitieve keuzes goed zijn. Simpelweg omdat ons brein en dus onze attractoren niet volmaakt zijn. Het brein is niet met een hoge graad van perfectie gemaakt. De evolutie is geen volmaakte ‘schepper’. Het maakt iets en als de situatie er om vraagt, past het iets aan aan de nieuwe omstandigheden. Er zijn correcties achteraf.
Vergelijk het met een computer waarvan je de capaciteit wilt uitbreiden. Om dat te doen moet je de bestaande disc vervangen door een andere. Bij een computer gaat dat vrij makkelijk, maar de natuur kan niet zomaar even een onderdeel vervangen door een ander. Daar gaan duizenden, honderdduizenden en soms miljoenen jaren overheen. Oude delen die een miljoen jaar geleden nuttig waren voor de mens zitten er nog. De natuur heeft er een paar dingen in veranderd en aan toegevoegd, maar het had handiger gekund. Vandaar dat we met allerlei onhandige, dysfunctionele hersenfuncties en daardoor onhandige gevoelens opgescheept zitten.
Je neemt je voor om nooit te roddelen, en je doet het toch. Je wilt geen aannames doen, maar je doet het voortdurend. Je wilt niet zenuwachtig worden voor een toespraak, want je gaat er misschien van stotteren. Toch word je mond droog, voel je je maag en voel je je hartslag omhoog gaan. Je wilt niet verliefd worden op die collega, want ze heeft een leuk gezin en jij ook, en toch word je het. Je hebt een hekel aan liegen, maar net als ieder ander mens doe je het gemiddeld zo’n tien keer per dag. Je wilt afvallen, maar dat lukt maar een week of zes. Daarna schiet je gewicht als een komeet omhoog.
Ons prachtige brein is niet volmaakt en hetzelfde geldt voor onze analyses en onze intuities. Ondertussen maakt ons brein ons wijs dat ze wel juist zijn en durven we met de nodige zelfverzekerdheid onze meningen te verkondigen. We twijfelen maar zelden aan het waarheidsgehalte van onze opvattingen en als een ander zijn boodschap met zelfverzekerdheid vertelt, twijfelen we ook geen seconde aan zijn opvattingen. We roepen dat absolute waarheid niet bestaat, maar dat doen we zo zelfverzekerd dat het lijkt alsof we hoogstpersoonlijk de absolute waarheid staan te verkondingen.
Wie hieraan twijfelt moet de boeken van Daniel Kahnemann en Simons & Chabris lezen. Beide boeken geven een geweldig beeld van de grillen van onze waarneming, van ons geheugen en van onze opvattingen. Ze laten zien hoe ze tot stand komen, hoe ze gemanipuleerd kunnen worden en welke vergissingen we maken.
En dan hebben we ook nog hersendelen die reacties oproepen die als intuitie voelen. Maar het is geen intuitie, het zijn instincten die erop gericht zijn om te overleven. We hebben ze gemeen met het gedierte des velds. De amygdala geven net zo snel impulsen als onze attractoren, die door kennis en ervaring zijn gevormd. Omdat ons bewustzijn de snelheid van de impulsen niet bijhoudt, is het heel moeilijk voor ons mensen om te onderscheiden wat afkomstig is van de amygdala en wat uit intuïtie.
Dit is een fragment uit Overbeek's top 10 boek 'Het Flitsbrein' dat gaat over beslissen op intuïtie. Het boek is verkrijgbaar bij managementboek.nl en verder bij iedere andere boekhandel.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO