Er wordt nog veel getraind in organisaties in Nederland. En daar bedoel ik mee dat bedrijven en overheidsinstellingen hun mensen de hei opsturen om een verkooptraining, leiderschapstraining of een training slecht nieuws gesprekken te doen, om maar eens een paar voorbeelden te noemen. De grote en kleine trainingsbureaus varen er wel bij.
Al 15 jaar geleden was niet iedereen meer overtuigd van het fenomeen trainingen. Dat kwam hierdoor. In de jaren negentig werd voor ieder probleem een training ingehuurd. Het was een gouden tijdperk voor de gedragstrainers, die managers en medewerkers op trainingslocaties aan het werk zetten en ‘hun gedragsrepertoire’ uitbreidden. Je moest aan het begin je aandachtspunt neerzetten, dat waar je aan wilde werken, dat waar je niet zo goed in was. En daar zou je dan de rest van de dag mee bezig zijn.
Het is anders tegenwoordig. Nu geldt veel meer: ga van je kracht uit, ken je beperkingen, maar zorg dat je dat doet waar je goed in bent. En training kent vele concurrenten: learning on the job (contextleren), e-learning en internetlearning bijvoorbeeld. Het internet, in de jaren negentig nog niet zo sterk, zorgt er bovendien voor dat mensen zichzelf dingen aanleren en lezingen zelf kunnen zien van deskundigen. De kennistoename is de afgelopen 20 jaar enorm geweest.
Dus hoor je links en rechts mensen roepen dat het gedaan is met de trainingsbijeenkomsten op de hei. De transfer van de trainingsruimte naar de werkpraktijk zou te moeilijk zijn. Leren doe je het beste in je dagelijkse contexten en je leert daar ook dingen die nodig zijn voor die contexten. En uiteraard kan dat best onder begeleiding van een trainer, intern of extern. Wat je verder nodig hebt leer je in je vriendenkring, bij de sportvereniging, in het publiek domein en natuurlijk vooral: op het internet.
Maar gooien we met het badwater ook het kind niet weg? Ik bedoel: zijn die bijeenkomsten op de hei nu echt passe? Het zijn namelijk prima momenten voor netwerkuitbreiding of voor nadere kennismaking. Er ontstaat vaak een ontspanning tussen de teamleden die in de dagelijkse wanen niet ontstaat. En je hoort in die bijeenkomsten weer eens hoe een ander er in zit.
Ik vind dat we genuanceerder mogen zijn. Wanneer kies je voor contextleren, wanneer voor internet, wanneer voor e learning en wanneer voor een trainingsbijeenkomst op de hei? Dat zou volgens mij de vraag moeten zijn. Dat vind ik eerlijk in de richting van de opdrachtgever, en ik heb gemerkt dat opdrachtgevers het ook fijn vinden als je op dit punt met ze meedenkt.
De trainingsruimte is bijvoorbeeld heel geschikt voor basisopleidingen management, mediation en sales- en adviesvaardigheden. Mijn ervaring is dat mensen daar altijd blij mee zijn. Dat geldt ook voor verdiepende reflectiesessies, zowel op individueel als teamniveau. Je kunt deze sessies zowel aanwenden voor terugblikken als voor vooruitkijken.
Weg van de snelweg van de dagelijkse wanen kan ook bijzonder nuttig zijn voor teams. Je kunt dan met elkaar de samenwerking bespreken, evalueren hoe het gaat, inzicht krijgen in elkaars motieven en argumenten en profielen (bijvoorbeeld met Birkman, Belbin of DISC) en kijken waar je elkaar kan versterken. De een kan meestal iets waar de ander moeite mee heeft.
Aan de hand van praktijkvoorbeelden je repertoire uitbreiden in uitwisseling met je collega’s staat echt niet zo ver van de werkelijkheid af. Juist de rust van een bijeenkomst onder begeleiding van een externe (die niet in de politieke verhoudingen deelt van de deelnemers) kan hier veel verbetering brengen. Dat is niet alleen mijn ervaring, maar vooral die van mijn tientallen opdrachtgevers.
En in een toekomst van robotisering en computerisering, waarin mensen steeds virtueler zullen communiceren, wordt de lichaamstaal straks een schaars goed. Dat ondervangen we nu enigszins met emoticons, maar het is bekend dat face to face contact uiteindelijk nog het beste effect heeft op de relatie. Of dat nu een klant-leverancier-verhouding is, een manager-medewerker-relatie of een collegiale.
De informatie die je elkaar via feedback geeft op elkaars lichaamstaal en het effect van je gedrag kan door geen computer vervangen worden. Maar feedback is iets dat ik nu juist wel weer zou trainen op de werkvloer. Want laat een ding duidelijk zijn: training is altijd een middel dat overwogen moet worden en niet maar te pas en te onpas van stal moet worden gehaald. Leeradviseurs en managers moeten goed nadenken welke leervorm het beste past bij de doelen. En daarbij niet altijd alleen maar naar kosten kijken. Kwaliteit is ook belangrijk.
Bert Overbeek doet training on the job en op locaties, coach teams en individuen en schreef twee top 10 boeken. Hij adviseert organisaties ook over leervraagstukken en communicatie. Contact: pitcher.support@hetnet.nl
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO