In een groot Nederlands bedrijf loopt momenteel een veranderingstraject. De nieuwe manager van het bedrijf, nieuw in zo’n rol, heeft daarbij bedacht dat het handig is om ‘een inspirerend leider’ te zijn. Op veel van de seminars over leiderschap word je geleerd hoe dat moet. Door trainers die even inspirerend willen zijn. Ik hou dat even algemeen, om niemand persoonlijk voor de schenen te schoppen.
We komen zo op de manager van het bedrijf terug, eerst even een uitstapje naar genoemde trainers. Als collega-trainer valt me namelijk op dat die inspirerende trainers vaak zo weinig voeling hebben met ‘de werkvloer’ en daar ook niet in geïnteresseerd zijn. Daar valt het geld niet te halen. Ze ‘richten zich op het middenkader en het hogere management’. Met, uiteraard, een ‘volstrekt unieke visie’, want dat verkoopt lekker. Die unieke visie blijkt bij nadere doorlichting ‘oude wijn in nieuwe zakken’ te zijn.
Hoewel managementgroepen heel kritisch kunnen zijn, zijn ze natuurlijk een stuk makkelijker te trainen en te coachen dan die weerbarstige werkvloer, waar het beleid uiteindelijk vorm moet krijgen. Binnen bepaalde trainerskringen wordt training van laaggeschoolde doelgroepen dan ook gezien als een lastig beginnetje. Het ‘echte werk’ begint bij het trainen van managers. En je loopbaan is pas echt geslaagd als je je in de rij van directie-adviseurs kunt mengen. Moet je wel eerst wat ‘vrindjes’ hebben in die kringen.
Zonder arrogant te willen zijn: I’ve been there. De waarheid mag gezegd worden. Heb alle lagen geadviseerd, en kan niet meer zo goed tegen mooie woorden. Vaak willen de hogere lagen een abstracte discussie over leiderschap voeren met me, als iets mis gaat. Ik ben maar opgehouden om dan de alwetende goeroe uit te hangen, want (a) dat ben ik niet en (b) dat wil ik ook niet zijn.
Wat ik wel graag doe, is samen met zo’n manager analyseren wat er misgaat in de praktijk van alledag. En wat hij daaraan doet of probeert te doen. En dan kijken of de kar een andere kant uit te bewegen is. Maar een abstracte discussie over leiderschap, met alle normen die daaraan hangen en daarover gesteld worden, laat ik graag over aan de intussen honderden trainingsbureaus die daar hun fortuin mee verdienen. Leiderschap begint steeds meer te lijken op het bezoeken van opleidingen over leiderschap.
Goed, terug naar onze inspirerende leider. Hij heeft een externe ingehuurd, een goeroe, die een op management toegespitste levensbeschouwing predikt, en daarbij bovendien een meer IT-aangestuurde organisatie voorstaat. Als ik er kritisch naar kijk, dan krijg ik het beeld van een techneut, die zijn geautomatiseerde speeltje wil wegzetten, maar beseft dat je er met automatisering niet komt, als je niet ook wat menselijks doet. Dit raakt onze inspirerende manager recht in zijn hart. En hij doet hetzelfde.
Want hij stuurt zijn mensen brieven en mails. Met wijze teksten; een verzameling oneliners en toiletspreuken, meestal vergezeld van een aanmoediging. Zijn mensen beklimmen, zo wil zijn metafoor, een berg. En straks, op de top, is het uitzicht verbluffend. Een heuse beloning voor je inspanning. Uiteraard regent het er nooit.
‘Ik wens jullie heel veel sterkte op deze tocht. Durf los te laten’
Loslaten. Wat loslaten? vraag je dan af. Stel je voor, je staat in je kantoor, voor je ligt een stapel papier, je hebt een overvolle planning die dag. En dan komt er zo’n bericht binnen. Oh, dat is het, denk je, we beklimmen een berg. Ik moet wat ballast kwijt. En je mikt de papierstapel in de prullenbak. Het loslaten is begonnen!
Maar zonder gekheid, waarom een metafoor? Geleerd op de cursus ‘leiderschap’! Dat soort cursussen zijn niet zelden gebaseerd op verzamelingen van uitspraken van wijsgerigen. Krishnamurti, Kong Foe Tse (Confucius), Socrates, Jezus of Siddharta (Boeddha). En als die wijzen spreken in metaforen.
Geeft allemaal niets, zolang die metaforen origineel zijn. Maar neem me nou niet kwalijk, een bergbeklimming, een reis, een sportwedstrijd, de metaforen zijn versleten en afgepeld tot heuse cliché’s. En ze worden belachelijk gemaakt door medewerkers. Niet openlijk zichtbaar voor de inspirerende leider, men kijkt wel uit. Want erg veel veiligheid straalt hij niet uit, deze pas begonnen leider. Niet gek, want de werkelijkheid is nogal tegengesteld aan de prediking. Luister maar:
-inperking van macht en invloed in de lagere managementlagen;
-geen complimenten voor die lagen;
-wel verantwoordelijk maken van die lagen als het niet helemaal lekker gaat;
-het belonen van volgers en negeren van critici;
-ongunstige CAO-voorwaarden; en
-vermindering van arbeidsplaatsen.
Mensen met gedegen opleidingen worden gepiepeld alsof het volgelingen in een sekte zijn, zei een manager die rechtstreeks werd aangestuurd door de inspirerende leider. Maar ik moest het maar niet tegen hem zeggen, want ‘je weet het maar nooit. If you can’t beat the bastards, join them’.
Ik vind het exemplarisch. Met de toga van de wijsgerige verbergen ‘leiders’ maar al te vaak een wrede moraal. Door mooie teksten te verkondigen, word je nog geen goede leider. Je bent je tekst niet. Maar wie spreekt je erop aan? Mensen tellen hun zegeningen. Die gaan geen kritische noten plaatsen, wanneer je gedreven door versleten metaforen de geïnspireerde leider staat te zijn.
Ze kijken wel uit.
Ik ben cynisch, ik besef het. Maar waar gaat het me om? Het gaat me erom dat leiders hun mensen serieus nemen. Tegen iemand preken, maakt de ander tot een volgeling. Wie de goeroe speelt, beschouwt de ander automatisch als zijn leerlingen. Ik vind dat respectloos tegenover de ander.
En voordat ik het verwijt krijg vooral negatief te zijn, zonder een alternatief te bieden; lees dan mijn boek ‘Heerlijk, de werkvloer op!’ Hierin wordt besproken hoe die weerbarstige werkvloer zich gerespecteerd voelt en toch helpt bij de realisatie van doelen.
Dit artikel werd eerder geplaatst in 2009. Bert Overbeek twittert op Goeroetweets en heeft een website op www.pitchersupport.jimdo.com
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
De spijker op z'n kop. Recht uit je hart. Herken de pijn en de verontwaardiging. Klasse. Hier draait het om c.q. dáár loopt het voortdurend op vast. Al jaaaaaren. Mij heb je volledig naast je. In m'n werk op en met werkvloeren voel ik voortdurend de scepsis, het ongeloof en de onmacht van heel veel goedwillende mensen die 'mooie woorden als respect, passie en bezieling' lezen op de gangposters van het zoveelste veranderproject, om vervolgens zielloos bejegend te worden door dezelfde organisatie. In dat spanningsveld tussen naar buiten mooie verkochte woorden en een geheel andere intern beleefde werkelijkheid worden mensen moe en haken ze af. Niet uit onwil maar uit zelfbescherming. Dat besef wordt wakker als meer mensen zich achter jouw geluid scharen. Daar is het juist nu de tijd voor! Hans Visser (United Sense)
- de architect & de board
- de aannemer(s) & de lijn
- de uitvoerders & de werkvloer
lijkt mij een goed idee om tot meer bevredigenden resultaten van organizatie ontwikkeling te komen. makkelijker gezegd dan gedaan. In feite hebben we geen keuze. "Ieder voor zich en god voor ons allen" heeft meer dan eens bewezen onbruikbaar te zijn.
Jan
Maar dat terzijde. Laat inspirerend leiderschap een daad zijn. En laat anderen beoordelen of het inderdaad inspirerend is. Zelfgetuigenissen tellen niet!
Moeten we niet meer energie stoppen in het creëren van een maatschappelijk alternatief voor status? Dat is nu gekoppeld aan bezit en hiërachie. Maar wat zou er gebeuren als we status gaan koppelen aan waarden en eer? En hoe zou je dat kunnen doen?
Waar denk ik dat aan te zien?
Verheerlijking van CEO's in de literatuur en media, zelfverrijking door de top gefaciliteerd door governance-stelsels, inkomensnivellering van lagere medewerkers o.a. op basis van CAO's, afhankelijkheid van de medewerker door regelgeving (de organisatie zorgt voor mij, ook als ik ziek raak en oud wordt, door pensioenopbouw), personeelsbeoordelingen die niet altijd opbouwend worden gebruikt maar ook als machtsmiddel. You name it.
Mmm. Communisme, voelt dat wat zwartgallig? Bij mij wel! Maar het is slechts bedoeld als een nieuw perspectief, een nieuwe bril. Want ik heb ook geen antwoorden.
Kijk voor de grap eens door de bril van het communistische stelsel naar bv. leiderschapsontwikkeling, en je gaat begrijpen waarom (gedrags)verandering zo moeilijk is. De structuur werkt remmend, er is conformerend gedrag bij leiders, en vaak ook positie-angst. In hele grote bedrijven komt empowerment, leiderschap op lager niveau en intrinsieke betrokkenheid nooit écht tot bloei. Er is wel iets van democratie / medezeggenschap als tegenwicht tot centrale macht, maar dat is toch gebonden en onder invloed van de bedrijfsleiding (dan denk ik aan Ondernemingsraden).
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen mooie stappen worden gemaakt in veel (familie)bedrijven. Dat is dan toch vaak sterk afhankelijk van de persoon en het gedrag van de topmanager (en da's jammer).
De eerste tegengeluiden zijn er gelukkig genoeg (bijv. Ricardo Semler, de interne werkwijze van Google) maar het blijft worstelen, omdat wij die sterke instituties kennen in ons bedrijfsleven. En omdat veel medewerkers zich niet meer organiseren in bijv. vakbonden, krijgen de instituties steeds meer vrij spel. Tja en dat laatste is gewoon gedrag, geen structuur.
Hopelijk blijven mensen als Bert Overbeek en Ricardo Semler ons inspireren om ook een anders naar het bedrijfsleven en ons gedrag daarin te kijken, en wie weet, komt er ooit een "perestrojka" naar vrijere stelsels, waarbij alle stakeholders beter uit de verf komen!
Wie wordt de nieuwe "Gorbatsjov" van het bedrijfsleven? Tot die tijd blijft het "muddling through". Ook niet erg want er gebeuren echt wel mooie dingen, maar de mens wil meer dan dat. En er is altijd nog eigen ondernemerschap als alternatief.
Dank voor dit mooie artikel!