Zoals ik me slecht losmaakte van Bowie, zo heb ik dat vanavond met Cruijff. Ik weet nog dat ik in Harderwijk, zo rond 1972, op het veldje voor ons huis veel voetbalde. Dat was niet altijd een onverdeeld genoegen. Je maakte wel eens schliding op zo'n veldje in de hondenpoep, en dan zat je inderdaad van je kuit tot aan de bovenkant van je dij onder de stront.
Niet dat dat nou mijn herinnering aan Cruijff was. Ik was (en ben) Feyenoord-fan, maar aan deze voetballer kon je geen hekel hebben. Het deed dan ook pijn dat hij het land verliet in 1974 om bij Barcelona te gaan spelen. Alles was in het voetbal een heel klein beetje saaier. Dat werd weer beter in de jaren tachtig toen ie terugkwam. En ik mocht zelfs het genoegen smaken (en ik begrijp dat dat iets bijzonders is geweest) hem samen met Ruud Gullit in een wedstrijd voor Feyenoord te zien spelen. 5-2 werd het tegen Fortuna SC.
Het zal de niet-voetballiefhebbers onder ons niet veel zeggen, maar zoals de dichter Hendrik de Vries ooit zei: ook mannen hebben emoties, als het gaat om voetbal en tabak. En Cruijff was de van Gogh van het voetbal.
Het is ook de enige man waar ik van gedroomd heb. Een keer of drie was ik met hem in gesprek in die dromen. Maar nooit in werkelijkheid. Ik stuurde hem ooit via de Telegraaf (die me interviewde over leiderschap) een boek dat ik schreef waarin ik hem uitgebreid citeerde.Ik kreeg een bedankje via de journalist Jaap de Groot.
Ach, het mag allemaal geen naam hebben. Maar net als Bowie besloeg de persoon Cruijff een groot deel van mijn leven. Ik ben hem ook altijd blijven volgen. Talent is altijd mooi om naar te kijken. Ballet ook. En Cruijff was ballet. En meer dan dat. Hij heeft de wereld iets laten zien dat voor hem nog niet bestond. Hij was de Steve Jobs van de voetballerij.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO